ten behoeve van de realisering van groenvoorzieningen, dit uiteraard overeenkomstig de gedachten zoals die in het bestemmingsplan zijn neer gelegd en indien gewijzigde inzichten en tendenzen daartoe aanleiding geven. Dat houdt in, dat de desbetreffende gronden in het bestemmings plan worden aangewezen als bijbehorend erf, waarop geen bijgebouwen zijn toegestaan (bestaande bebouwing komt daarmee onder de overgangs bepalingen te vallen). Daarnaast wordt op deze gronden een wijzigings bevoegdheid naar "Groen" gelegd. Wij stellen U voor het plan te wijzigen als zojuist is omschreven. Bezwaren betreffende het profiel van de Nieuweburen (bestemming Ver keer sdoeleinden" Zowel de heer R. Terpstra, Nieuweburen 111 als de Initiatiefgroep "Wonen in de Binnenstad" maken bezwaar tegen het in de toelichting bij het ontwerp-plan opgenomen profiel voor de Nieuweburen. De heer Terpstra is van mening, dat dit profiel niet in overeenstemming is met het uitgangspunt om de karakteristieke waarden te behouden en te versterken door handhaving van historische gevelwanden, stratenpatro- nen en grachtenbeloop enz. en dat door het profiel evenmin de huidige als "ruimtelijk negatief ervaren indeling van de Nieuweburen (ontstaan door het dempen van de gracht)" in positieve zin wordt gewijzigd. De Nieuweburen is, wat de breedte betreft, vergelijkbaar met de Voor streek. Hij is van mening, dat in de inrichting van de Nieuweburen het grachtenidee dient te worden teruggebracht. Ook de Initiatief groep pleit voor het zgn. grachtenprofiel, omdat het historische ka rakter van de straat hierdoor meer wordt benadrukthetgeen de verhou dingen in de straat ten goede komt, een betere bezonning van de wonin gen/bedrijfsruimten aan de noordzijde mogelijk wordt, dit uit een oog punt van verkeersveiligheid beter is en de zaterdagmarkt beter in te passen is. Reeds eerder, namelijk bij de vaststelling van het ISR.-uitvoerings- plan voor dit gebied (13 juli 1981) is uitvoerig gediscussieerd over de inrichting van de Nieuweburen. Daarbij stonden twee inrichtings modellen centraal. Model I voorzag in een brede rijweg, waarbij aan weerszijden wordt geparkeerd (model gebaseerd op de huidige situatie) Model II kende twee smalle rijwegen waarbij in het midden parkeer ruimte is gereserveerd. In ons desbetreffende voorstel van 2 juli 1981 (bijlage nr. 285) hebben wij erop gewezen, dat gezien het rela tieve verschil in kosten van beide modellen, hierdoor de keus niet primair behoefde te worden bepaald, alsmede dat model II ontegenzegge lijk elementen in zich heeft, die wellicht beter aansluiten bij de uit gangspunten van het Structuurplan voor de binnenstad en het historische karakter van de binnenstad, maar dat wij van oordeel waren dat model I de voorkeur geniet. Deze voorkeur was niet alleen gebaseerd op de huidige situatie, maar met name ook op de parkeerbehoefteBij een inrichting conform model I konden namelijk ongeveer 20 parkeerplaat sen meer dan in model II worden gerealiseerd. In Uw Raad van 13 juli 1981 is weliswaar een motie ingediend die de strekking had de Nieuweburen conform model II in te richten, maar deze is verworpen en er is gekozen voor model I. Met name aan het handhaven c.q. scheppen van voldoende parkeerplaat sen, die tengevolge van het versterken van de woonfunctie noodzake lijk zijn, werd door de meerderheid van Uw Raad meer gewicht toege kend dan aan het handhaven c.q. verbeteren van het historische karak ter. Ook gelet op de mogelijkheden, die de Nieuweburen aan de zater dagmarkt moet kunnen bieden, werd de voorkeur uitgesproken voor model I. Door de projectgroep is nagegaan of er zich gewijzigde omstandigheden hebben voorgedaan, die ertoe zouden moeten leiden dat bedoelde raads- uitspraak in heroverweging dient te worden genomen. In verband hiermee zijn de beide modellen nader uitgewerkt. Bij deze uitwerking is wat betreft model I rekening gehouden met de keerlus ter hoogte van de Vijzelstraat/MonnikemuurstraatDeze keerlus is noodzakelijk omdat er in het Verkeersstructuur- en uitwerkingsplan van wordt uitgegaan dat het gedeelte van de Nieuweburen tussen Groe- neweg en Vijzelstraat éénrichtingsverkeer wordt in oostelijke richting. De profielindeling in model II heeft automatisch het karakter van een verkeerslus. Op grond van deze nadere uitwerking heeft de project groep een aantal conclusies getrokken terwijl vervolgens is bekeken op welke wijze in beide modellen tegemoet zou kunnen worden gekomen aan de bezwaren van de markthandel. Dit heeft geleid tot aanpassing van beide modellen. De schetsontwerpen van gewijzigd model I en van model II zijn voor U bij de stukken ter inzage gelegd. Dit geldt ook voor het advies van de directie van de Dienst Stadsontwikkeling ten aanzien van de bezwaarschriften. Het betreft hier een integraal advies (in clusief de visie van de project- en contactgroep)In dit advies wordt uitvoerig aandacht geschonken aan de kwestie van de inrichting van de Nieuweburen Aan de hand van een aantal aspecten (parkeren, stedebouwkundige/ historische structuur, markt enz.) heeft een beoordeling van beide modellen plaatsgevonden. De meerderheid van de projectgroep stelt zich op het standpunt, dat aan het aspect van het parkeren en inpas sing van de marktdoorslaggevende betekenis moet worden toegekend en dat de keus derhalve dient te vallen op het gewijzigd model I. Zoals bekend hebben deze aspecten in de raadsvergadering van 13 juli 1981 eveneens geleid tot de keuze voor model I. Wij zijn van oordeel dat ook nu aan deze aspecten overwegende bete kenis moet worden toegekend en stellen U derhalve voor te kiezen voor de opzet conform gewijzigd model I, hetgeen betekent, dat vast gehouden wordt aan het principe-profiel III, zoals opgenomen in de plantoelichting (blz. 27). Dit houdt voorts in dat de desbetreffende bezwaren ongegrond dienen te worden verklaard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 158