- 10 - Hierdoor ontstaat tevens de mogelijkheid de beide stegen weer op elkaar aan te sluiten, "achteroms" voor panden aan Bij de Put en Breedstraat te realiseren en een verbinding tot stand te brengen met het terrein dat behoort bij het nieuwbouwcomplex aan de Nieuwe- buren hoek MonnikemuurstraatVoorts merken wij op, dat het gebrui kelijk is in bestemmingsplannen voor binnenstadsgebieden bij een aantal bestemmingen een aanlegvergunningenstelse1 op te nemen. Met het oog op de bescherming van het cultuur-historische karakter van dit gebied moet ook bij de bestemmingen "Verblijfsdoeleinden" en "Verkeersdoeleinden" een dergelijk stelsel noodzakelijk worden ge acht. Dit schept tevens rechtszekerheid voor de burger. De bezwaren zijn naar onze mening dan ook ongegrond. G. Bezwaren tegen de bestemming van het pand Bij de Put 6 (."Gemengde Doeleinden") De heer H.H.C. BarendsmaBreedstraat 49 maakt bezwaar tegen het feit, dat de achterbouw van het pand Bij de Put 6 afgebroken zal worden. Hij is van mening, dat dit pand nog goed bruikbaar is voor andere doelein den (bijvoorbeeld voor een schilder of beeldhouwer). De heer E. Meine- ma, bewoner van de bovenverdieping van het pand Bij de Put 6 heeft bezwaar tegen de voorgenomen plannen met betrekking tot dit pand (be gane grond gedeelte). Hij verwacht hinder en geluidsoverlast, aantas ting van de privacy, een verhoogd risico ten aanzien van brandgevaar en verlies aan noodzakelijke bergruimte (plus garage). Aan het pand Bij de Put 6 is de bestemming "Gemengde Doeleinden" gege ven. Wij hebben reeds aangegeven, dat dit pand (samen met het naast gelegen pand nr. 8) is aangekocht om de woonfunctie ter plaatse te versterken (de bovenverdieping van het pand Bij de Put 6 wordt door de heer Meinema (als woning) gehuurd. In een later stadium is ook het pand Bij de Put 4 aangekocht. Momenteel wordt voor deze drie panden een verbouwplan ontwikkeld, welk plan voorziet in een aanpassing van de nrs. 4 en 8 tot woning. Aangezien de kwaliteit en indeling van het begane grond gedeelte van nr. 6 goed is, wordt er in het verbouwplan vanuit gegaan dat dit voor meerdere, doeleinden te gebruiken zal zijn, bijvoorbeeld als opslag/berging of voor een niet-storend bedrijfje. In principe kan de heer Meinema ook behoren bij de gegadigden voor het gebruiken van dit gedeelte van het pand. Het is de bedoeling nr. 6 te zijner tijd weer te verkopen. De heer Meinema heeft inmiddels te kennen gegeven eventueel niet tot aankoop te willen overgaan (even min is hij van plan in dit pand te blijven wonen). Wij merken verder op, dat de woonfunctie ter plaatse eerst goed tot haar recht zal kun nen komen wanneer het volledig bebouwde achterterrein opgeschoond is. De achterbouw van de nrs. 6 en 8 zal dan ook moeten worden afgebroken. Gelet op het vorenstaande is aan het pand Bij de Put 6 de bestemming "Gemengde Doeleinden" gegeven. Overigens is in de tabel behorende bij de blokzijde waarin dit pand ligt (blok2, blokzijde 3) een fout ge slopen. Aangegeven is namelijk dat 8 woningen in die blokzijde moge lijk zijn (hoewel het aantal panden met de bestemming "Gemengde Doel einden" 6 bedraagt), terwijl voorts verzuimd is een mogelijkheid voor opslag/bergingen op te nemen. Deze tabel dient in verband hiermee enigszins te worden aangepast, dit mede naar aanleiding van de wijzigingen die voortvloeien uit punt D (aan de panden Bij de Put 4 en 8 zal even eens de bestemming "Gemengde Doeleinden" worden gegeven in plaats van de bestemming "Wonen") De bezwaren van reclamanten dienen naar onze mening ongegrond te wor den verklaard. - 11 - H. Bezwaren betreffende geleding nieuwbouw zgn. Vijzelblok. De Initiatiefgroep "wonen in de Binnenstad" heeft er bezwaar tegen, dat wat betreft het zgn. Vijzelblok (bestemming "Wonen uit te werken") is bepaald, dat bij de indeling van de op de gevelwandenkaarten aan gegeven gevels een verticale geleding wordt toegepast, tenzij een an dere geleding uit functioneel oogpunt noodzakelijk is. Dit laatste vindt men te zwak geformuleerd. De architect zou hierdoor teveel ruimte krijgen. Zoals U bekend is, strekt dit ontwerp-plan onder meer ter be scherming van een beschermd stadsgezicht. De karakteristieke elementen van het stadsgezicht, die om bescherming vragen in het bestemmingsplan, zijn omschreven in de toelichting bij de aanwijzing. De bepaling, dat bij de indeling van deze gevels een verticale geleding wordt toege past, vindt dan ook haar oorsprong in deze toelichting. Met het oog op de gewenste flexibiliteit is onder meer bij deze bestemming even wel de mogelijkheid opgenomen van de verticale geleding af te wijken. De achterliggende gedachte isdat het bestemmingsplan het niet on mogelijk moet maken een andere geleding toe te passen, indien dit tot een beter resultaat kan leiden. Een eigentijdse inpassing behoort hierdoor eveneens tot de mogelijkheden. Het plan biedt naar onze me ning voldoende waarborgen, dat ook een eigentijdse inpassing - binnen het kader van het beschermd stadsgezicht - op verantwoorde wijze kan plaatsvinden. In dit verband wijzen wij op het feit, dat omtrent het desbetreffende ontwerp-uitwerkingsplan advies dient te worden gevraagd aan de Commissie Monumentenzorg en de Rijksdienst voor de Monumenten zorg. Daarnaast vindt in het kader van het welstandstoezicht ook nog een beoordeling plaats. Wij achten de bezwaren dan ook ongegrond. IBezwaar betreffende het invoeren van éénrichtingsverkeer op de Nieuwe- buren tussen Groeneweg en Vijzelstraat. De Winkeliersvereniging "Rondom de Put" wijst het voorgenomen éénrich tingsverkeer op de Nieuweburen tussen Groeneweg en Vijzelstraat af. Zoals ook reeds uit de toelichting bij het ontwerp-plan (paragraaf 3.10) blijkt, zal het al dan niet invoeren van éénrichtingsverkeer op dit gedeelte van de Nieuweburen (in de richting van de Voorstreek) te zijner tijd bij het ontwerpen van de verkeersoplossing voor Hoekster- end nader in ogenschouw worden genomen. Overigens is dit bezwaar in het kader van de vaststelling van het bestemmingsplan niet relevant. Het bezwaar richt zich namelijk tegen een verkeersmaatregel en niet tegen de bestemming als zodanig ("Verkeersdoeleinden"). In dit ver band merken wij op, dat het Reglement verkeersregels en verkeerste kens voor belanghebbenden de mogelijkheid biedt om tegen concrete ver keersmaatregelen beroep in te stellen bij de Kroon. Het bezwaar is naar onze mening dan ook ongegrond. Overige bezwaren van de heer J.T.M. Hepkema. •1 Bezwaren tegen de bestemming "Gemengde Doeleinden". De heer Hepkema heeft ten aanzien van deze bestemming de volgende be zwaren c.q. opmerkingen:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 161