binnen deze bestemming moet een nog grotere flexibiliteit moge lijk gemaakt worden. Hij acht een volledige onderlinge verwis selbaarheid van functies gewenst; het handhaven van een minimaal aantal woningen is overbodig; de toepassing van de tabellen stuit naar zijn mening op prakti sche bezwaren; bepaalde sub-bestemmingen (winkels, ambachtelijke bedrijven en maatschappelijke doeleinden) kunnen worden samengevoegd; bepaalde inrichtingen komen niet voor op de bij het ontwerp-plan behorende "staat van inrichtingen". Doel van een bestemmingsplan is een goede ruimtelijke ordening van het gebied. Alle bij het gebruik van de grond betrokken belangen behoren in een bestemmingsplan te worden gecoördineerd ten behoeve van een zo doelmatig mogelijke indeling en een verantwoord gebruik van grond en opstallen. Het belangrijkste deel van de inhoud van een bestem mingsplan bestaat uit bindende regels omtrent de bestemming van de in het plan begrepen grond. Daarnaast is het in het algemeen van be lang, dat voorschriften worden gegeven omtrent het gebruik, dat no dig is om een bestemming volledig tot haar recht te doen komen. De Gemeenteraad is vrij om een bestemmingsplan zodanig te detaille ren als overeenkomt met de omstandigheden in het gebied, waarvoor het plan zal gelden. De omstandigheid, dat het hier om een deel van de binnenstad gaat, heeft bij het ontwerpen van dit bestemmingsplan een belangrijke rol gespeeld. Zoals reeds opgemerkt, maakt dit ge bied tevens deel uit van het beschermd stadsgezicht. In dit gebied dient plaats te zijn voor allerlei functies, zoals wonen, werken en ontspanning. Gelet op de structuur van dit gebied, is het noodzakelijk de bestemmingen zodanig te detailleren, dat aan elk van deze functies voldoende recht wordt gedaan. Wij hebben hier voor onder punt C reeds aangegeven, dat ten opzichte van eerder voor delen van de binnenstad vastgestelde plannen, in dit ontwerp plan een enigszins gewijzigde opzet is gehanteerd, zulks teneinde een grotere flexibiliteit te bereikenWij hebben daarbij tevens aan gegeven, dat zonder meer wijzigingen in het gebruik kunnen worden aangebracht, dit uiteraard binnen de in het plan aangegeven gren zen. Het zondermeer onderling verwisselbaar zijn van de bestemmin gen zou tot gevolg hebben, dat het uitgangspunt bij het ontwerpen van dit plan volledig teniet wordt gedaan, terwijl bovendien de rechtszekerheid van de burger in het gedrang zou komen. Aangezien één van de uitgangspunten van dit plan is de bevordering en versterking van de woonfunctie, heeft daar waar zulks mogelijk is deze functie een belangrijke plaats gekregen. Bij het regelen van de verschillende bestemmingen dient derhalve te worden voorko men, dat een ontwikkeling kan ontstaan waardoor aan dit uitgangs punt afbreuk wordt gedaan. De eventuele functiewisselingen dienen zich dan ook te bewegen binnen de grenzen die in de bij het plan behorende tabellen zijn aangegeven. In dat kader past in voorkomen de gevallen ook een voorschrift dat een bepaald aantal woningen mi nimaal gehandhaafd moet blijven. - 13 - ad c. Toepassing van bedoelde tabellen behoeft naar onze mening in de praktijk niet op problemen te stuiten. Wanneer iemand bepaalde verbouwingsplannen heeft, dan is het ge bruikelijk èn gewenst, dat óf op de secretarie óf bij één van de diensten wordt nagegaan welke mogelijkheden een bepaald bestemmingsplan biedt. De ervaring heeft geleerd, dat dergelijke inlichtingen veelvuldig worden ingewonnen. ad d. Wij hebben hiervoor reeds aangegeven, dat het bijzondere karakter van een dergelijk plan met zich meebrengt dat via gebruiksvoorschriften meer geregeld moet worden dan gebruikelijk is. Een uitsplitsing in de verschillende sub bestemmingen wordt noodzakelijk geacht teneinde een ver antwoord evenwicht in de gebruiksmogelijkheden van de panden aan te brengen. Mocht blijken dat een bepaald pand voor geen van de aangegeven sub-bestemmingen kan worden gebruikt, maar slechts voor een andere activiteit, dan kan een beroep worden gedaan op artikel 18, tweede lid van de planvoorschriften, op grond waarvan ons college vrij stelling verleent van het gebruiksverbod, indien strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd. ad e. De in artikel 4> lid B, sub a (tweede alinea) van de plan voorschriften gebruikte formulering, is inderdaad niet geheel sluitend. Deze passage dient alsvolgt te luiden: "De winkels, kantoren, horekavoorzieningen klasse e, ambachtelijke bedrijven, groothandel en opslag/bergingen slechts voor zover deze staan vermeld (of naar de aard daarmee gelijk zijn te stellen) onder de kategorieën 1 en 2 van de bij deze voorschriften behorende staat van inrichting en waarop de Hinderwet van toepassing is". Een reisbureau kan dan bijvoorbeeld vallen onder "adviesbureau" en een cafetaria onder "snackbar". Wat betreft de opmerking van de heer Hepkema, dat het overweging zou verdienen de"staat van inrichtingen" in te korten tot de kategorieën 1 en 2 omdat alleen deze beide van belang zijn met betrekking tot genoemd artikel 4> merken wij op, dat het hier een standaard- lijst betreft, die ook in andere bestemmingsplannen is op genomen. Uit een oogpunt van uniformiteit achten wij het gewenst de complete lijst te handhaven. In verband met het vorenstaande zijn wij van mening, dat de door reclamant ingediende bezwaren ad. a,b,c en d ongegrond zijn en dat het bezwaar ad e deels gegrond en deels ongegrond is. Het plan (in casu artikel 4» lid B, sub a (tweede alinea) dient in verband hiermee te worden aangepast. K. Bezwaren betreffende verticaal gelegde bestemmingen. De heer Hepkema is van mening, dat de eigenaren en gebruikers van de panden met de bestemming "Gemengde Doeleinden" het recht en de vrijheid moeten behouden zelf over de bestemming van de bovenliggende bouwlagen te beslissen. Naar zijn mening kan de woonfunctie wel op andere wijze worden bevorderd, name lijk door renovatie van bepaalde objecten en door nieuwbouw.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 162