a. Invoeren van een rioolrecht per 1 januari 1986
(Verordening rioolrechten 1986);
b. Volledige benutting van de vrije belastingcapaciteit gebruikersheffing
Onroerend-goedbelastingen
Bijlage no. 168 Leeuwarden, 2 mei 1985.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
Bij de vaststelling van de herwaarderingsvoor stellen 1982-1986 besloot U tot in
voering van een rioolrecht met ingang van 1 januari 1986.
Ter uitvoering van Uw besluit leggen wij U hierbij thans het onderstaande voor.
Dat wij nu reeds met een voorstel komen tot het vaststellen van een verordening
houdt verband met het feit dat, om de belastingheffing per 1 januari 1986 opera
tioneel te doen zijn, in de loop van dit jaar diverse gegevens bij derden moeten
worden opgevraagd, hetgeen slechts mogelijk is, wanneer aan de heffing een ver
ordening ten grondslag ligt.
Uiteenzetting en keuze.
Uiteenzetting.
Invoering van het 'rioolrecht leidt tot belastingdrukverzwaring. De omvang van
het totale gemeentelijke belastingpakket neemt toe. Naar onze mening dient in
voering van het rioolrecht te worden gezien in het licht van het totaal gemeen
telijke belastingpakket, waarbij niet alleen de invoering van het rioolrecht aan
de orde komt, doch meer algemeen de belastingdrukverzwaring een rol speelt.
Wij realiseren ons terdege, dat in de huidige tijdsomstandigheden het doorvoeren
van een aanmerkelijke belastingdrukverzwaring diverse bevolkingsgroepen voor
problemen kan plaatsen.
Bij de verdeling van de belastingdrukverzwaring dient derhalve een zorgvuldige
afweging tussen diverse - soms tegenstrijdige - belangen plaats te vinden.
Motivering keuze.
Het rioolrecht kan zowel van de eigenaar als van de gebruiker van onroerend goed
worden geheven.
In het kader van het herwaarderingsvoorstel 1982-1986 is hierover het volgende
gesteld:
"Om recht te doen aan het ook door U gehanteerde uitgangspunt, dat de financieel
zwakkeren zoveel mogelijk ontzien dienen te worden en gelet op de in het verleden
gewijzigde verhouding tussen eigenaren en gebruikerstarieven bij de onroerend-
goedbelastingen, zijn wij, geplaatst voor de keuze welke belasting zou kunnen
worden verhoogd, tot de conclusie gekomen, dat de invoering van een rioolretri
butie de voorkeur geniet boven een verhoging van het gebruikersdeel van de
onroerend-goedbelastingen of de afvalstoffenheffing (huisvuilrechten
Ook met betrekking tot de bepaling van de heffingsgrondslag voor de in te voeren
rioolretributie dient ons inziens het aspect van de bij de onroerend-goedbelas
tingen ontstane belastingdrukverschuiving een zwaarwegend argument te vormen.