- 2 -
Wij stellen U dan ook voor bij een mogelijke invoering van een rioolretributie
enigszins afstand te doen van het principe "de vervuiler betaalt" en, voorzover
het de woningsector betreft, de "zakelijk gerechtigden" als de belastingplich
tige aan te merken.
Voor zover het de niet-woningsector betreft, stellen wij U voor de gebruiker/
exploitant van de bedrijfs- en zakenpanden in overeenstemming met de bedoeling
van de wetgever, aan te merken als de belastingplichtige."
Hantering van deze uitgangspunten, waarbij de verdeling van de netto-opbrengst
van 3-000.000 tussen woningen en niet-woningen gebaseerd is op de door de
N.V. Waterleiding Friesland geleverde voorlopige cijfers over afname van het
watergebruik geeft het volgende resultaat:
- een heffing van 57,voor elke eigenaar van een object;
- een heffing van 67,voor elke 100 m3 waterlozing boven de 200 m3. De con
sequentie hiervan is dat de gemiddelde gebruiker van een woning niet belas
tingplichtig wordt. Het gemiddelde waterverbruik ligt nl. op 150 m3.
In verband evenwel met de mogelijke gevolgen van deze heffingen voor het vesti
gingsklimaat voor bedrijven en de financiële positie van de woningcorporaties
zijn wij van mening dat in tegenstelling tot ons oorspronkelijk standpunt (her
waardering 1982-1986) ook de kleingebruikers een deel van de noodzakelijke
netto-opbrengst dienen op te brengen.
Dit kan gerealiseerd worden door ook bij een waterlozing van minder dan 200 m
een gebruikersheffing op te leggen. De perceptiekosten nemen dan niet onaanzien
lijk toe. Daarom is gekozen voor een alternatief waarbij een deel van de beno
digde opbrengst gevonden wordt door de belastingvrije zoom in de gebruikershe- -
fing van de Onroerend-Goedbelastingen volledig te benutten. Dit levert tarief:--
stijging op van 17% van het gebruikersdeel van de O.G.B.
Overeenkomstig de richtlijnen Overheidstarievenbeleid 1985 kan een tariefs
verhoging van 10% worden doorgevoerd zonder vooroverleg.
Een en ander betekent dat wij over dit alternatief overleg zullen moeten voeren
met het Rijk. Uit ambtelijk vooroverleg met het Ministerie van Binnenlandse
Zaken kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen verhoging van de gebruikers
heffing O.G.B. met 17% wellicht niet zal worden voorgedragen voor koninklijke
goedkeuring.
Gelet op het feit dat de totale belastingdrukverzwaring door dit voornemen niet
groter wordt dan in de eerdere constructie en op deze wijze met aanzienlijk
geringere perceptiekosten kan worden volstaan zijn wij van mening toch dit voor
stel aan U te moeten doen. Een definitief standpunt door de staatssecretaris eet
betrekking tot de tariefsverhoging zal eerst worden bepaald nadat een formeel
besluit terzake door U is genomen
Teneinde te bevorderen dat een door U te nemen raadsbesluit tot verhoging van de
gebruikersheffing O.G.B. met 17% toch koninklijke goedkeuring zal verkrijgen
zijn we voornemens in overleg te treden met de staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken
De netto-opbrengst van deze verhoging van de onroerend-goedbelastingen bedraagt
1.400.000,Het resterende bedrag 1.600.000,zou gevonden moeten worden
in de invoering van een rioolrecht.
In deze opzet wordt naar onze mening een redelijk evenwicht gevonden tussen d
diverse tegenstrijdige belangen. Weliswaar worden ook de gebruikers van woningen
enigszins extra belast, maar daar staat tegenover dat bij dit alternatief een
minder zware wissel getrokken wordt op de woningcorporaties en de lastenver
- 3 -
zwaring voor het bedrijfsleven, voorzover thans kan worden ingeschat, enigszins
beperkt wordt.
Mede gelet op het feit dat de gemeente Leeuwarden sinds enige tijd een actief
kwijtscheidingsbeleid voert achten wij de extra belasting van de gebruikers van
woningen acceptabel.
Teneinde de consequenties van ons voorstel weer te geven, zullen achtereenvol
gens de gebruikersheffing onroerend-goedbelastingen en het in te voeren riool
recht worden behandeld.
I. De gebruikersheffing onroerend-goedbelastingen.
De belastingcapaciteit bij de eigenarenheffing 0GB is zoals bekend nihil,
omdat de limiet reeds is bereikt.
Bij de gebruikersheffing 0GB zit, mede in verband met de limietverruimende
maatregelen in 1985 nog ruimte. Een reële groei in de limiet doet zich in
de komende jaren echter niet voor. De belastingvrije zoom daalt van
1.825.000,in 1985 tot 1.660.000,in 1989- Bij volledige benutting
van de vrije zoom moet het huidige tarief van de gebruikers (f 6,24 per
3-000,waarde) op basis van de waarden per 1-1-1985 worden verhoogd tot
7>30. Dit is zoals vermeld een verhoging met 17%.
De gemiddelde belastingdruk per woning zal hierdoor met ruim 21stij
gen
Bij de berekening van de netto te realiseren opbrengst als gevolg van het
verhogen van de gebruikersheffing dient rekening te worden gehouden met een
aantal factoren welke de opbrengst beïnvloeden.
In aanmerking moet worden genomen, dat het aantal kwijtscheldingsverzoeken
en verleende kwijtscheldingen toeneemt. Voorts moet er rekening mee worden
gehouden, dat de gemeentelijke objecten ook zelf extra belast worden.
Daarnaast kan worden verwacht, dat het aantal bezwaarschriften toeneemt en
daarmee de druk op het ambtelijk apparaat wordt vergroot.
De maximaal haalbare netto opbrengst uit het 0GB moet, rekening houdende
met deze factoren, worden gesteld op 1.400.000,
Tenslotte merken wij op, dat het hiervoor vermelde tarief van 7,30 een
voorlopig tarief is. Het per 1 januari 1986 definitief vast te stellen
tarief dient te worden afgeleid van de limiet en de totaalwaarden in de
gebruikersheffing per die datum.
IIInvoering rioolrecht.
De ontwerp-verordening.
Als toelichting op de in het concept bijgevoegde verordening en tegen de
achtergrond van de hiervoor opgenomen overwegingen willen wij de volgende
punten onder Uw aandacht brengen:
1 de aard van de heffing/grondslag;
2. belastingplicht;
3- opbrengst/tarieven;
4. vrijstelling;
5. kwijtschelding;
6. wijze van heffing/invordering;
7. aangiftebiljet.