De onjuiste interpretatie van de A.S.V. werkt nu door bij de
subsidietoekenning voor 1985. Ook om deze reden is de beslissing
in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.
De vrouwenboekhandel Sappho is ten behoeve van de leestafel
een subsidie van 2000,- toegekend. De activiteiten en de
hiermee bereikte doelgroep van beide organisaties zijn
vergelijkbaar. De omvang van het archief en daarmee het
aanwezige informatie-bestand van de Stichting L.A.L. is echter
vele malen groter dan het documentatiecentrum van Sappho. Het
geringe verschil in de toegekende subsidies is niet in
overeenstemming met het aanzienlijke verschil in omvang. Voor
de activiteit waarvan vrouwen in het algemeen het onderwerp
zijn is in verhouding meer subsidie toegekend dan voor de
activiteit welke in het bijzonder betrekking heeft op
lesbische vrouwen. Omdat voor deze verschillende behandeling
geen redelijke grond is aan te geven, is er sprake van
discriminatie op grond van sexuele voorkeur, hetgeen in strijd
is met artikel 1 van de Grondwet. De beslissing is tevens in
strijd met het gelijkheidsbeginsel.
- Bij toekenning van het subsidiebedrag aan de Stichting L.A.L.
is niet de accres toegekend, hetgeen wel is gebeurd bij
de subsidietoekenning aan Sappho. Ook om deze reden is de
beslissing in strijd met het discriminatie verbod en het
gelijkheidsbeginsel.
- De gemeente heeft in het hoofdstuk Emancipatie—werk van het
Sociaal Cultureel Plan 1982—1985 als uitgangspunt voor het
beleid aangegeven bij de subsidietoekeening prioriteit te
geven aan groepen met een extra achterstand. Lesbische
vrouwen verkeren in een dergelijke situatie.en de Stichting
L.A.L. beoogt de emancipatie van deze vrouwen juist te
bevorderen. De toekenning van het bedrag van 6.185,- is
niet in overeenstemming met dit beleidsuitgangspunt. De
raad had in redelijkheid niet tot deze beslissing kunnen
komen.
5. Reactie van Burgemeester en Wethouders
Bij brief van 15 maart 1985 hebben Burgemeester en Wethouders op het
bezwaarschrift gereageerd. De inhoud is, samengevat, als volgt:
- Allereerst wordt verwezen naar de motivering van de subsidie
toekenning. Hierbij is uitgegaan van de kosten van de aanschaf
van materiaal en niet van thans gesuggereerde splitsing van het
bedrag in aanschaf - verwerving - en verwerkingskosten. Omdat
de Stichting niet vóóraf kon mededelen hoe het begrote bedrag
zou worden aangewend en gelet op de wijze van begroten,
waarbij niet nader is gespecifeerd hoe het bedrag van 6.000,-
tot stand is gekomen werd subsidiëring in de vorm van een
afkoopsom de meest aanvaardbare methode geacht.
- Dat gekozen is voor de vorm van een afkoopsom betekent niet
dat het subsidieverzoek niet als zodanig is behandeld. Om op
reeële wijze de hoogte van de subsidie te kunnen bepalen is
aangesloten bij de werkwijze van 1984.
- Burgemeester en Wethouders kunnen vantevoren aangeven tot
welke maxima bepaalde kosten aanvaardbaar zijn ingevolge
artikel 5 lid 3 van paragraaf 3 van hoofdstuk II van de
Subverordening Specifiek Welzijn. De A.S.V. verplicht
Burgemeester en Wethoiiders hiertoe niet. Derhalve kan hier
geen sprake zijn van strijdigheid met de A.S.V.
- De beslissing om in 1984 de verwervings- en verwerkingskosten
niet te subsidiëren heeft geen gevolgen gehad voor de
subsidie-toekenning in 1985, aangezien deze kosten in 1985
niet zijn opgevoerd. Bovendien is de A.S.V. op 1 januari 1985
in werking getreden. De subsidiebeschikking van 1984 kan
derhalve op geen enkele wijze in strijd zijn met de A.S.V.
en derhalve ook niet met het zorgvuldigheidsbeginsel.
- De vergelijking met de subsidie-toekenning voor de leestafel
van de vrouwenboekwinkel Sappho is niet terecht. Ieder
subsidie-verzoek wordt op zijn eigen merites beoordeeld. Het
is niet zo dat de subsidie-toekenning aan de ene organisatie
op basis van de subsidie-toekenning aan een andere organisatie
wordt vastgesteld. Bovendien is de omvang van bepaalde
werkzaamheden niet zonder meer bepalend voor de hoogte van de
subsidie. Relevant is de hoogte van de door het bevoegd gezag
aanvaarde kosten van de werkzaamheden.
- Omdat de subsidie in dit geval een afkoopsom betreft, is het
bedrag inderdaad niet met een accres verhoogd. Er bestaat
echter, temeer bij éénmalige subsidies, geen recht op accres.
- Het beleidsuitgangspunt om bij de subsidie-verlening priori
teit toe te kennen aan groepen met een achterstand betekent
niet dat zonder aeer de gevraagde subsidie wordt
toegekend. Ook deze subsidie-verzoeken dienen te voldoen aan
de geldende subsidie-criteria. Er is derhalve geen sprake van
discriminatie of strijd met het gelijkheidsbeginsel.
4. erinzagelegging van de stukken en hoorzitting
Ie op deze zaak betrekking hebbende stukken hebben ter gemeente
secretarie ter inzage gelegen van 18 t/m 22 maart 1985. Deze stukken zijn
de stichting op 26 maart 1985 toegezonden. De Stichting en Burgemeester
en Wethouders zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te
lichten tijdens een hoorzitting van de Raadsadviescommissie voor de
beroep- en bezwaarschriften op woensdag 10 april 1985 om 15.15 uur in het
Stadhuis.
Tijdens de hoorzitting wordt door een vertegenwoordigster van de stichting
een begroting overlegd. Deze begroting zou bij het bezwaarschrift zijn
gevoegd? het secretariaat heeft deze bijlage echter niet ontvangen.
Overigens zijn door de stichting en de vertegenwoordiger van
Bm: 'emeester en Wethouders geen nieuwe feiten of gegevens naar voren
gebracht.
5. verwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de
eroep- en bezwaarschriften
De c ;mmissie acht de vergelijking met de vrouwenboekwinkel Sappho niet
terecht. Deze vergelijking is immers geen toetsingsgrond voor de
subsidietoekenning.
Gezien de verhouding tussen het door de stichting gevraagd subsidie
bedrag en het bedrag dat de stichting uit eigen middelen hoopt te
financieren, het feit dat de stichting alsnog een begroting heeft over-
gelegd en de stichting kan worden aangemerkt als een groepering in
een achterstandssituatie, is één lid van de commissie van mening dat
bet gevraagde subsidie-bedrag redelijk i3 te achten. Dit lid adviseert
de Raad het bezwaarschrift gegrond te verklaren.