12 - In het raadsvoorstel voor het voorbereidingsbesluit wordt weergegeven waarom het voorbereidingsbesluit moest worden genomen, nl. om procedurele redenen. Inzake de Arob-procedure tegen de aanlegvergunning is door B W besloten. - De gemeente heeft zich gehouden aan de wettelijk voorgeschreven procedures. Dit geldt dus ook voor de mogelijkheden voor bezwaarden. - Aan het speelterrein bestaat behoefte bij kinderen van 6 tot 12 jaar; de andere twee speelterreinen in de omgeving zijn voor kinderen in andere leeftijdscategorieën. Het buurtcomité is hierbij betrokken geweest. - Gelet op de aankleding en het voorgenomen regelmatige onderhoud van het speelterrein kan niet worden gesteld, dat de woonbuurt achteruit zal gaan. - Eventueel zou een beroep kunnen worden gedaan op artikel 49 van de Wet Ruimtelijke Ordening. IY. Terinzagelegglng van de stukken en hoorzitting De op de zaak betrekking hebbende stukken hebben van 11 t/m 15 februari 1985 ter gemeentesecretarie ter inzage gelegen. De heer Kempenaar is in het bezit gesteld van de stukken. De heer Kempenaar, de eveneens verschenen heer Boonstra en de vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders zijn in de gelegenheid gesteld een toelichting te geven op hun standpunten tijdens de hoorzitting van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften op maandag 25 februari 1985 om 15.50 uur in het Stadhuis. Tijdens de hoorzitting werden geen nieuwe standpunten naar voren gebracht. Wel deelde de vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders nog mee, dat het niet uitgesloten kon worden geacht, dat het peuterspeelterreintje aan de Dahliastraat en het trapveldje aan de Gerbrandyweg te zijner tijd gesloten kunnen worden, waardoor een zwaardere druk zou kunnen ontstaan op het terrein aan de Goudsbloem straat, echter uitsluitend door de peuters. Yoor het trapveldje zou uiteraard naar een andere oplossing moeten worden gezocht. Y. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften De Commissie is in meerderheid van oordeel, dat het gaat om een leeftijdscategorie,"*nI7 5-T2 jaar» ^i® behoefte heeft aan speelruimte. De speelvoorziening is zo kleinschalig, dat hiervan nauwelijks overlast kan worden ondervonden. In het algemeen is er een tekort aan speelterreinen. Mede gelet op de gesignaleerde behoefte aan een dergelijke voorziening in deze buurt, dient in het onderhavige geval het belang van het speelterrein groter te zijn dan dat van de onmiddellijke omwonenden. Het feit, dat in de toekomst door het sluiten van het terreintje aan de Dahliastraat wellicht meer peuters naar dit terreintje komen, wordt nauwelijks relevant geacht, omdat deze leeftijdscategorie geen overlast bezorgt. Overigens kan op eventuele veranderingen niet worden ingegaan, omdat hierover geen enkele zekerheid bestaat. Om formele redenen dient het voorbereidingsbesluit eveneens te worden gehandhaafd, omdat intrekking op dit moment bij de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State aanhangige procedures ernstig zou doorkruisen en grote rechtsonzekerheid zou scheppen. Twee leden van de commissie zijn van mening, dat het terreintje klein en ingesloten is en in feite alleen maar geschikt is voor de allerkleinsten. Het is te weinig functioneel voor de leeftijdscategorie 6-12 jaar, waardoor het gevaar van overlast voor de onmiddellijke omgeving wordt vergroot. Zij vinden derhalve, dat het bezwaarschrift gegrond moet worden verklaard. De meerderheid van de commissie adviseert de Raad het bezwaarschrift ongëgrön3~^ê""verklaren conform bijgevoegd concept-besluit. Secretaris,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 26