BIJLAGE 1.
(behorend bij besluit nr. 9227)
paragraaf 10: INSTELLINGEN VOOR PEUTERSPEELZAALWERK
begripsomschrijvingen
artikel 1
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder:
a. peuters
b. peuterspeelzaal
zelfstandige
peuterspeelzaal
d. peutergroep
peutergroep met
beroepskracht
f. peutergroep met
vrijwillige leiding
instelling voor
peuterspeelzaalwerk
h. dagdeel
kinderen van 2 tot omstreeks 4 jaar;
een ruimtelijke voorziening voor peuters met als
doelstelling de sociale, creatieve, emotionele en
cognitieve ontplooiing en de motorische ont
wikkeling van het jonge kind te bevorderen door
onder meer spel en omgang met leeftijdgenootjes,
één en ander in nauw overleg met ouder(s) en/of
opvoeder(s)
een peuterspeelzaal die gehuisvest is in een accom
modatie waarvan de huur- c.q. kapitaallasten door
het bevoegd gezag zijn aanvaard en waarin niet
reeds op een andere subsidietitel door de gemeente
wordt gesubsidieerd;
een groep peuters, die op eenzelfde tijdstip van
een peuterspeelzaal gebruik maakt en die onder
leiding staat van een tweetal leid(st)ers;
een peutergroep, die geleid wordt door tenminste
één betaalde leid(st)er;
een peutergroep, die geleid wordt dcor vrijwillige
leid(st)ers;
een instelling, die ten behoeve van tenminste één
peutergroep een peuterspeelzaal exploiteert;
maximaal drie aaneengesloten uren.
afwijking algemene subsidieverordening
artikel 2
Voor subsidiëring op grond van deze paragraaf is het in de artikelen 11 en 14
van de algemene subsidieverordening bepaalde niet van toepassing.
aanvullende subsidievoorwaarden
artikel 3.
Subsidie wordt slechts toegekend, indien:
a. de peuterspeelzaal minimaal 2 dagen per week gedurende tenminste 2.\
aaneengesloten uren geopend is, uitgezonderd de vakantieperioden;
b. eenzelfde peuter per dag niet meer dan één dagdeel in de peuterspeelzaal
verblijft
c. eenzelfde peuter per week niet meer dan twee dagdelen in de peuterspeelzaal
verblijft, tenzij zulks op grond van door Burgemeester en Wethouders goedge
keurde criteria mogelijk is.