n Nr.5 368 DE RAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen de brief van de heer G. Kempenaar c.s. d.d. 11 januari 1985» waarin deze ingevolge de Wet Arob bezwaar indient tegen het besluit van de Raad d.d. 3 december 1984» iur. 19421 sub I, waarbij een voorbereidingsbesluit is genomen voor het plantsoen aan de Goudsbloemstraat ten behoeve van de aanleg van een speelterrein; overwegende dat het bezwaarschrift ingevolge artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften oui advies in handen is gesteld van de Raadsadvies commissie voor de beroep- en bezwaarschriften; dat de commissie in meerderheid in haar advies d.d. 5 naart 1985* bijlage nr. 109 adviseert het bezwaarschrift ongegrond te verklaren; dat hij zich met de overwegingen en het advies van de meerderheid van de commissie kan verenigen; gelet op de Wet Arob, de Wet Ruimtelijke Ordening en de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften; BESLUIT: 1. het bezwaarschrift van de heer Kempenaar c.s. ongegrond te verklaren; 2. het bestreden voorbereidingsbesluit te handhaven. Aldus besloten in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 27