Benoeming directeuren van de basisscholen. Bijlage no. 190 Leeuwarden, 23 mei 1985. Aan de Gemeenteraad. Op 1 augustus a.s. zal de Wet op het basisonderwijs in werking treden. De Kleuterscholen en lagere scholen zullen met ingang van deze datum ophouden te oestaan en de basisschool zal hiervoor in de plaats komen. Aan iedere basisschool zal een directeur dienen te worden benoemd, bij wie, onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag, de onderwijskundige, organisa torische en huishoudelijke leiding berust. In artikel E15 van de Overgangswet Wet op het basisonderwijs zijn voorschriften gegeven wie voor de functie van de directeur van de basisschool in aanmerking komen. In dit artikel is een voorkeursrecht geschapen voor de hoofden van de kleuterscholen, lagere scholen en experimentele basisscholen, waaruit de basisschool wordt gevormd. In Uw vergadering van 24 april 1984 heeft U een procedure inzake de benoeming van de directie van de basisscholen vastgesteld. Hierin is als uitgangspunt genomen dat de functie van directeur van de basisschool door één persoon dient te worden uitgeoefend. Slechts indien aan een aantal nader gefor muleerde voorwaarden wordt voldaan, zullen verzoeken om meerhoofdige schoolleiding in overweging worden genomen. Aan de procedure was een tijdschema toegevoegd. Daar gedurende lange tijd onduidelijkheid heeft bestaan omtrent de rechtsposi tionele gevolgen, die zijn verbonden aan het al dan niet beschikbaar zijn voor de functie van directeur was het niet mogelijk dit tijdschema aan te houden. In dit verband merken wij op dat het Sociaal Plan Basisonderwijs pas eind februari 1985 is verschenen. Dit plan is bedoeld om de besturen en personeels leden een duidelijk overzicht te geven van de diverse rechtspositionele rege lingen en maatregelen, die in verband met de invoering van het basisonderwijs voor het personeel van belang zijn. Met name met betrekking tot de rechtspositie van de hoofden, die er de voorkeur aan geven om meerhoofdige schoolleiding te vormen, heeft veel onzekerheid bestaan. Overleg tussen de minister en de vakorganisaties heeft er uiteindelijk toe geleid dat in artikel 14 van de Wet op het Basisonderwijs de bepaling zal worden opgenomen, dat aan de basisschool meerhoofdige leiding kan worden aangesteld. In feite wordt hiermee een nieuwe directeursfunctie in het leven geroepen. De functie van part-time directeur gecombineerd met die van part-time groepsleerkracht aan dezelfde basisschool wordt omgevormd tot een nieuwe functie van directeur in tweehoofdige schoolleiding. Beide betrokkenen dienen te worden aangesteld tot directeur. Dat betekent dat beiden wat betreft de afvloeiingsre geling de positie van directeur innemen en daarmee slechts afvloeien bij opheffing van de school. Wij merken op dat voor alle basisscholen in deze gemeente een of meer kan didaten beschikbaar zijn voor de functie van directeur. Voor een tweetal te vor men basisscholen t.w. De Kwikstaart/Floris Versterschool en De Merel/Van Syt- zamaschool hebben zich twee kandidaten aangemeld voor de functie van directeur. Overeenkomstig de vastgestelde benoemingsprocedure zijn in beide gevallen benoemingsadviescommissies ingesteld. Deze commissies hebben advies aan ons college uitgeoracht over de te benoemen directeur. De adviezen van deze com missies liggen voor U bij de stukken ter inzage.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 293