Verlenen van medewerking voor het realiseren van een gymnastiekaccommodatie ten
behoeve van de lagere school van de Leeuwarder Schoolvereniging.
Bijlage no. 194 Leeuwarden, 23 mei 1985.
Aan de Gemeenteraad.
Op 31 augustus 1981 hebt U besloten (raadsbesluit nr. 10855) het bestuur van
de Leeuwarder Schoolvereniging op zijn verzoek medewerking te verlenen voor de
bouw van een nieuw gymnastieklokaal op het terrein van de lagere school, Jelsu-
merstraat 10.
Het motief van het verzoek was, dat het gemeentelijk gymnastieklokaal
Leeuwerikstraat 10, waarvan genoemde school, alsmede de protestants christelijke
lagere Maria Louiseschool, Transvaalstraat 75, gebruik maken, niet meer voldoet
aan de eisen, die momenteel aan accommodaties voor gymnastiekonderwijs worden
gesteld.
Op de aanvraag van genoemd bestuur om toestemming voor de bouw van een nieuw
gymnastieklokaal heeft de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen op
30 november 1981 afwijzend beschikt, omdat naar zijn oordeel het gym
nastieklokaal aan de Leeuwerikstraat 10 in goede bouwkundige staat verkeert.
Het schoolbestuur is op 23 december 1981 tegen deze beslissing in beroep
gegaan bij de Raad van State. De openbare behandeling heeft op 19 maart jl.
plaatsgevonden
In verband met het feit, dat de Raad van State mogelijkerwijs eerst na
1 augustus 1985, de datum waarop de Wet op het basisonderwijs in werking treedt,
een uitspraak zal doen, verzoekt het schoolbestuur U krachtens artikel E 42 OWBO
om medewerking voor de bouw van een nieuw gymnastieklokaal.
Uw besluit van 31 augustus 1981 was gebaseerd op de thans vigerende Lager-
onderwijswet 1920. Per 1 augustus 1985 zal het verlenen van medewerking voor het
stichten van een onderwijsaccommodatie krachtens de WBO dienen te geschieden.
Volgens artikel F 1 van de OWBO wordt aan besluiten, die de Gemeenteraad heeft
genomen tot het stichten van onderwijsaccommodaties voor het lager onderwijs na
31 juli 1985 geen uitvoering meer gegeven. Als criterium bij de beoordeling van
de vraag of al dan niet tot uitvoering is overgegaan, wordt het feit dat de
gehele bouw aan een aannemer is gegund, aangehouden.
Dit betekent, dat aan het onderhavige plan op basis van de Lager-onaerwijswet
1920 ook indien het beroep gegrond wordt verklaard, geen uitvoering meer kan
worden gegeven, aangezien het vrijwel vaststaat, dat de gunning niet voor
1 augustus 1985 zal plaatsvinden.
In verband hiermee maakt het schoolbestuur gebruik van de mogelijkheid, die
artikel E 42 OWBO biedt. Op grond van dit artikel kan de Gemeenteraad voor
1 augustus 1985 besluiten tot medewerking voor het stichten van een
onderwijsaccommodatie. Voor de uitvoering van dit besluit is, als de gevraagde
toestemming is verleend, de bouwprocedure vermeld in de Lager-onderwijswet 1920
van toepassing.
Onder de mededeling, dat de Commissie voor het Onderwijs met het
vorenstaande kan instemmen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het
bijgevoegde ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.