- 6 -
III.5. Faciliteiten voor vredesactiviteiten.
In zijn nota noemt het L.V.O. tenslotte nog de mogelijkheid dat de
gemeente faciliteiten beschikbaar stelt voor groepen die zich
bezighouden met activiteiten op het gebied van vrede en veiligheid. De
positieve gedachte achter deze suggestie willen wij gaarne aanvaarden,
Niettemin zien wij uit een oogpunt van precedentwerking grote bezwarer,
tegen deze vorm van verhulde subsidiëring. Indien groepen als door het
L.V.O. bedoeld aan extra middelen behoefte hebben en daarvoor een
beroep op de gemeente willen doen, zullen de daarvoor gestelde regels
gelden. Hierbij valt speciaal te denken aan de onlangs vastgestelde
Algemene Subsidieverordening. Daarbuiten om zouden geen middelen direct:
of indirect beschikbaar moeten worden gesteld.
IV. Conclusie en voorstel.
Uit het voorgaande kan de conclusie getrokken worden dat:
1uitspraken over vrede en veiligheid met name betekenis zullen heb
ben, indien een aanwijsbare relatie met een gemeentelijk belang
bestaat;
2. de mogelijkheid van invoering van een afzonderlijk vak vrede -
onderwijs nader zal worden onderzocht.
Onder vermelding dat de Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden
over het voorgaande is gehoord stellen wij U voor het voorgaande aan
het Leeuwarder Vredesoverleg mee te delen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Goedkeuren van de exploitatie- en investeringsbegrotingen 1985 van de Ziekenhui
zen, het Verzorgingshuis en het Verpleeghuis van het Medisch Centrum
Leeuwarden.
Bijlage no. 201 Leeuwarden, 13 juni 1985,
Aan de Gemeenteraad.
Op grond van het bepaalde in art. 19? lid 3 van de statuten, van de
Stichting Medisch Centrum Leeuwarden dienen begrotingen van deze instelling ter
goedkeuring aan de Gemeenteraad te worden voorgelegd.
Deze goedkeuring is benodigd aangezien de gemeente zich garant heeft gesteld
voor de betaling van rente en aflossing van een aantal geldleningen, die door de
nu gefuseerde ziekenhuizen zijn aangegaan en omdat U zich, in Uw vergadering van
12 december 1983? bereid heeft verklaard, ten behoeve van de verkrijging van de
B3-status door het M.C.L., eventuele jaarlijkse exploitatietekorten van de
Stichting te dekken.
Onlangs heeft het bestuur van het M.C.L. de door hem vastgestelde begrotin
gen 1985 van de Ziekenhuizen, het Verzorgingshuis en het Verpleeghuis van deze
instelling bij U ingediend. In Uw vergadering van 13 mei jl. besloot U deze om
pre-advies in onze handen te stellen.
Voor een nadere toelichting op de diverse begrotingsposten verwijzen wij U kort
heidshalve naar de voor U ter inzage gelegde stukken.
Uit het begeleidend schrijven bij de ingediende begrotingen blijkt dat
momenteel nog onderhandelingen worden gevoerd met het Centraal Orgaan voor Ta
rieven in de Gezondheidszorg (C.O.T.G.), resp. het Ministerie van W.V.C. over de
uiteindelijke vaststelling van de verpleegtarieven en het, op basis hiervan, af
geven van kostendekkende budgetten aan de instelling. Het bestuur van het M.C.L.
wijst er op, dat de bedoelde tariefbesprekingen veel tijd in beslag nemen; dit
zou met zich meebrengen dat het M.C.L., tot terzake overeenstemming is bereikt,
formeel geen uitgaven zou mogen doen wegens het ontbreken van een goedgekeurde
begroting.
Wij zijn van mening, dat het in dit geval te rechtvaardigen is de gebruike
lijke eis van een sluitende begroting achterwege te laten, aangezien het COTG
uiteindelijk het aangewezen orgaan is om de tarieven die voortvloeien uit de
onderhavige begrotingen te toetsen en daaraan gerelateerd, in kostendekkende
budgetten te voorzien.
Gezien het bovenstaande stellen wij U voor de begrotingen voor 1985 van het
M.C.L. goed te keuren, onder voorwaarde dat het tekort geheel gedekt wordt in de
verpleegtarieven. Met het stellen van deze voorwaarde wordt onzes inziens in
voldoende mate gewaarborgd dat de gemeente terzake van de eerderverleende
garantstellingen geen financiële risico's loopt.
Aan het hierboven reeds aangehaalde raadsbesluit van 12 december 1983 lag
het als uitgangspunt hanteren van deze wijze van uitoefening van het begro-
tingstoezicht overigens reeds ten grondslag.