Intentieverklaring inzake de vorming van een multisectorale instelling voor hoger beroepsonderwijs in Leeuwarden. Bijlage no. 206 Leeuwarden, 13 juni 1985, Aan de Raad. A. Voorgeschiedenis In het jaar van 1983 is de beleidsnota van de Minister van Onderwijs en wetenschappen inzake de Schaalvergroting, Taakverdeling en Concentratie in het 'neger beroepsonderwijs (STC-nota) gepubliceerd. Naar aanleiding daarvan is intensief overleg op gang gekomen tussen de diverse instellingen voor hoger beroepsonderwijs. (H.B.O.in Friesland over de wijze waarop ingespeeld zou kunnen worden op de voorgestelde beleidsmaatregelen. De gemeente Leeuwarden en de provincie Friesland hebben zich als meest betrokken overheden daarbij bepaald niet onbetuigd gelaten. Mede in relatie tot een soortgelijke operatie in het wetenschappelijk onderwijs, waarbij zowel de bestaande subfaculteit Welzijnswetenschappen als de toegezegde Algemene Faculteit achter de horizon verdwenen, is in februari 1984 het inmiddels beroemde "convenant-Deetman" gesloten. Dit convenant bood een aantal aantrekkelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor het H.B.O. in Friesland. Op basis van deze gegevenheden tekenden zich aanvankelijk 3 clusters van H.B.O. in Friesland af: het technisch- agrarisch cluster, het sociaal- educatief cluster en het prot.christelijk cluster. In het tweede cluster participeerde ook de gemeente Leeuwarden in zijn hoedanigheid van bevoegd gezag van de Akademie voor Beeldend KunstonderwijsStedelijke Muziek- pedagogische Akademie Leeuwarden en Gemeentelijke Pedagogische Akademie voor Basisonderwijs. Hoewel aanvankelijk ook de lerarenopleidingen Ubbo Emmius en de Noordelijke Leergangen meededen in het overleg in dit cluster, besloten zij al vrij spoedig voorlopig hun eigen weg te gaan De resterende instellingen van het tweede cluster achtten de basis voor vorming van een eigen cluster toen te smal en besloten te streven naar de vorming van één groot multisectoraal H.B.O.-instituut in Friesland. Ook ons college, dat reeds langer voorkeur had voor een dergelijke opzet, ondertekende in oktober 1984 een intentieverklaring daartoe. Vervolgens werd oriënterend overleg geopend met het technisch- agrarisch cluster, dat eventueel samengaan van beide clusters niet principieel afwees, maar vooralsnog voorkeur gaf aan onbelemmerde voort gang van het fusieproces in het eigen cluster. Het andere cluster zou dan in een later stadium kunnen aanhaken. Contacten met het protestants- christelijk cluster leverden niets op, omdat die instellingen hun eigen weg wensten te blijven gaan. De situatie wijzigde zich in december 1984/januari 1985 door een gewijzigde opstelling van de minister van Landbouw inzake het agrarisch onderwijs en door het verzoek van de provincie Friesland aan de gemeente Leeuwarden en de Stichting Hoger Ttechnisch en Economisch Onderwijs cm gezamenlijk een aanvraag bij de minister van O. en W. in te dienen voor de in het'fconvenant-Deetman'"toegezegde H.B.O.-opleiding voor bestuurs ambtenaren. Aangezien het formeel niet mogelijk is één aanvraag door

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 324