- 2 - twee rechtspersonen te laten indienen en de vorming van een nieuwe (uit beide instanties geboren) rechtspersoon op die korte termijn niet mogelijk was, zijn twee aparte aanvragen ingediend die naar elkaar verwezen. Het besluit terzake hebt u genomen in uw vergadering van 28 januari 1985, Door deze ontwikkelingen werden de instellingen uit beide clusters meer naar elkaar toe gedreven en kwam er gezamenlijk overleg op gang. Daarop inspelend verzocht de provincie aan de voormalige landelijke voorzitter van de H.B.O.-Raad, de heer drThStoelingaom een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden tot vorming van één multisectorale instelling waarin al het bestaande H.B.O. in Friesland zou zijn onder gebracht. De heer Stoelinga heeft dit onderzoek ingesteld in de maanden april en mei en het resultaat daarvan ligt thans ter tafel B. De huidige situatie. De heer Stoelinga heeft via bilateraal en multilateraal overleg de mogelijkheden en problemen geïnventariseerd m.b.t. de vorming van één multisectoraal cluster van HB0-opleidingenDit heeft geresulteerd in het thans voorliggende voorstel aan de besturen van de Friese H.B.O.- instellingenbehalve de prot.christelijkeom voor 1 juli a.s. een intentieverklaring te ondertekenen, waarin wordt uitgesproken dat men gezamenlijk de vorming van een multisectorale instelling voor H.B.O. in Friesland nastreeft en vóór 1 november 1985 een beslissing zal nemen over een overeenkomst -waarvan de tekst in concept reeds in onderling overleg is vastgesteld- tot deelname aan het beoogde multisectorale H.B.O.- instituut De bedoeling is dat er vervolgens voor de periode van 1-7-1985 tot 1-1. een kleine stuurgroep zal worden gevormd die tot taak krijgt het cluste- ringsproces gedurende die periode te begeleiden en de vorming van ;en stichting voor te bereiden die op basis van eerdergenoemde overeenkomst per 1-11-1985 in het leven zal worden geroepen. Deze stichting is be doeld als een voorloper van het toekomstige bevoegd gezag van de multi sectorale instelling dat op 1-8-1986 in werking moet treden. De voorlopige stichting zal op dat moment expireren. Voor verdere infor matie over de inhoud van de voorstellen moge verwezen worden naar ie ter inzage gelegde stukken. C. De positie van de gemeentelijke H.B.O.-instituten. In het STC-prcces staat uiteraard ook de positie van de gemeentelijke H.B.O.-instituten, de Pedagogische Akademie voor het Basisonderwijs (PABO), de Muziekpedagogische AkademieM.P.A.en de Akademie vooi Beeldend Kunstonderwijs(A.B.K.ter discussie. Geen van de drie instituten haalt de in de nieuwe Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) vastgelegde minimum-norm voor een zelfstandige instelling voor H.B.O. van 600 studen ten. Een uitzondering daarop vormen de PABO's, omdat voor deze instel lingen gezien de herstructureringsoperatie KLOS-PA die in 1984 is door gevoerd, gedurende een aantal jaren een lagere norm van 250 studenten geldt. Of de gemeentelijke PABO deze norm zal halen, is thans nog niet zeker. Dat betekent dat voor geen van de drie gemeentelijke instituten een zelfstandig voortbestaan verzekerd is en fusie met andere instelling®1 noodzakelijk is om aan de wettelijke instandhoudingsnormen te voldoen. De directies van de gemeentelijke H.B.O.-instellingen hebben dan ook evenals de bestuurlijke vertegenwoordigers veel tijd en inspanning besteed aan het zeer frequente overleg op regionaal en - 3 - landelijk niveau over de STC-operatieteneinde voor hun instituut een zo goed mogelijke toekomst te waarborgen. Zij hebben zich ook steeds voorstander getoond van de vorming van een multisectoraal cluster. Hetzelfde geldt in principe ook voor de medezeggenschaps raden, zij het dat deze op aandrang van de personeelsvakorganisaties vooralsnog een voorbehoud maken in afwachting van de totstandkoming van een sociaal plan voor de STC-operatie. Over dat sociaal plan vindt thans (moeizaam) overleg plaats in het landelijk Georganiseerd Overleg. Indien de multisectorale instelling zoals die thans voor ogen staat, wordt gerealiseerd, zullen de M.P.A. en de A.B.K. samen met de Akademie voor Expressie en Kommunikatie een sector of faculteit kunst onderwijs vormen. Een complicatie daarbij is dat de A.B.K. uitsluitend avondonderwijs verzorgt en de beide andere kunstopleidingen uitsluitend dagonderwijs kennen. Integratie en samenwerking zullen daardoor worden bemoeilijkt. Er zul len ook wegen moeten worden gezocht om het beeldend kunstonderwijs te versterken in de richting van dagonderwijsCe nieuwe WHBO biedt daar voor wellicht ruimte. De PABO zal samen met de PABO te Drachten, die als dépendance of zgn. lesplaats zal blijven bestaan, een sector opleiding onderwijs gevenden basisonderwijs gaan vormen. Specifiek aspect daarbij is dat de identiteit van deze sector als opleiding voor het openbaar basis onderwijs gewaarborgd dient te blijven. In het overleg daarover is door de overige partners deze eis erkend en heeft men zich bereid verklaard daarvoor de nodige ruimte te bieden. De bestuursvorm van de multisectorale instelling zal n.l. een privaatrechtelijke zijn en wel een stichting. Op grond van de cnder- wijswetgeving is het dan een bijzondere school. In het overleg hebben wij alternatieve bestuursvormen van openbaar karakterzoals een bestuurscommissie ex art61 Gemeentewet of een gemeenschappelijke regeling ter discussie gesteld, maar deze zijn niet haalbaar gebleken D. De opleiding voor bestuursambtenaren. In het kader van de H.B.O.-clustering speelt ook de nog te stichten HBO-opleiding voor bestuursambtenaren een rol. Deze oplei ding is toegezegd door minister Deetman als onderdeel van het convenant over het hoger onderwijs. Zoals hiervoor vermeld hebt u in januari j.l. op verzoek van de provincie een aanvraag ingediend tot plaatsing van deze opleiding op het scholenplan 1986-1988 met als jaar van be kostiging 1986. Hetzelfde is gedaan door het I.H.B.O. Beide aanvragers hebben daarbij verklaard hun aanvragen te zullen samenvoegen tot één aanvraag voordat het onderhavige scholenplan wordt vastgesteld (1 oktober 1985). Hoewel deze intentie zowel bij ons college als bij het bestuur van het I.H.B.O. nog steeds bestaat, heeft verschil van inzicht over de wijze waarop e.e.a. zou moeten worden gerealiseerd, tot de nodige verwikkelingen geleid. Dat werd nog ver ergerd door de handelwijze van de provincie rond de uitvoering van het "convenant-Deetman" Gevolg daarvan was dat op het eerste concept van het scholenplan 1985- 1988 de opleiding voor bestuursambtenaren was opgenomen als afdeling van de H.E.A.O. Dat was nu juist wat wij hadden willen voorkomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 325