Nr. 10481
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat het noodzakelijk is de beslissing omtrent de vaststelling
van het bestemmingsplan "Rengerspark" met drie maanden te verdagen;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 13 juni 1985,
(bijlage nr. 226);
gelet op artikel 25, eerste lid van de Wet op de ruimtelijke ordening;
BESLUIT
de beslissing omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan "Rengerspark" te
verdagen tot uiterlijk 26 oktober 1985.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Instellen van een (telefonisch) meldpunt voor racistische discriminatie
Bijlage nr. 227 Leeuwarden, 13 juni 1985.
Aan de Gemeenteraad.
1Inleiding.
In de concept-nota "etnische groepen in Leeuwarden" is ondermeer als
beleidslijn neergelegd, dat de gemeente een actief beleid wenst te
gaan voeren met betrekking tot het bestrijden van racisme en discri
minatie. Deze ontwerp-nota is de Raadsleden reeds ter kennisneming
toegezonden. In hoofdstuk 5. van bedoelde nota zijn een aantal maat
regelen opgesomd, waaronder hetvoorstel om over te gaan tot het instel
len van een telefonisch meldpunt voor klachten die betrekking hebben
op racisme en discriminatie
Om diverse redenen, die verband houden met de (verwerking van de)
binnengekomen reacties en de personele bezetting op de betreffende
secretarie-afdeling, zal de behandeling van deze nota in de gemeente
raad nog enige tijd op zich laten wachten. Gezien het. belang dat wij
hechten aan het bestaan van een meldpunt voor racistische discrimi
natie, staan wij op het standpunt dat deze voorziening vooruitlopend
op andere in de concept-nota genoemde maatregelen nu reeds gereali
seerd dient te worden.
Begripsbepaling.
Zonder op deze plaats uitputtend in te gaan op oorzaken van c.q. fac
toren die van invloed zijn op een zo ingewikkeld vraagstuk als racisme
kan gesteld worden dat zich de laatste jaren als algemeen verschijn
sel in het kielzog van de economische crisis steeds duidelijker een
vermindering van de solidariteit en verscherping van relaties tussen
burgers onderling aftekent, aie ondermeer tot uitdrukking komt in
discriminatoire verschijnselen ten aanzien van mensen uit etnische
groepen
Voor de bepaling van het begrip discriminatie, in net bijzonder
rassendiscriminatiehanteren wij de definitie die is gegeven in
het Internationaal Verdrag van New York van 7 maart 1966, welke vrijwel
gelijkluidend is overgenomen in artikel 90 quater van ons Wetboek van
Strafrecht
Genoemd Verdrag verstaat in artikel 1, eerste lid, onder raciale
discriminatie
"elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur op
grond van ras, huidskleur, afkomst of nationale cf etnische afstam
ming die ten doel heeft de erkenning, het genot of de uitoefening,
op voet van gelijkheid, van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel gebied, of
op andere terreinen van het openbare leven teniet te doen of aan te
tasten, danwel de tenietdoening of aantasting daarvan ten gevolge
heeft"
Racisme uit zich niet alleen in discriminatie in de zin van actieve
handelingen, maar ook in de vorm van vooroordelen, het complex van
meningen en houdingen ten opzichte van andere etnische groepen op
basis van onterechte generalisaties
V/aar het in dit pre-advies om gaat is elke vorm van ongunstige behande
ling van mensen van een bepaalde groep op basis van raciale of etnische
afkomst, of dit nu plaatsvindt vanuit de overheid, door instellingen
en organisaties of tussen burgers onderling.