Aflvoeilngsvolgorde
Categorieën
Hardheidsclausuie
Wijziging verordening
Slotbepaling
Artikel 2.
1Met inachtneming van het in het tweede en derde lid bepaalde vindt aan de
school afvloeiing plaats in de volgende volgorde:
a. eerst de belanghebbende met een tijdelijke aanstelling, met uitzondering
van de tijdelijk aangestelde ter vervanging;
b. vervolgens de belanghebbende met een vaste aanstelling.
2. Binnen elke groepering genoemd in het eerste lid wordt de hiernavolgende
volgorde aangehouden:
a. eerst degene die aan het bevoegd gezag schriftelijk te kennen heeft ge
geven geen bezwaar tegen afvloeiing te hebben, waarbij de oudste in leef
tijd het eerst in aanmerking komt;
b. vervolgens degene die de minste diensttijd heeft, waarbij in geval van
gelijke diensttijd de jongste in leeftijd het eerst in aanmerking komt.
3. De directeur van een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs
vloeit slechts af bij de opheffing van de school.
Artikel 3-
Afvloeiing vindt overeenkomstig de in artikel 2 genoemde volgorde voor de
volgende categorieën afzonderlijk plaats:
a. personeel aangesteld aan een school als groepsleraar;
b. personeel aangesteld aan de school voor het geven van vakonderwijs per vak
gebied, zoals aangegeven in het schoolwerkplan;
c. personeel aangesteld aan de school voor het geven van onderwijs in eigen
taal en cultuur per taalgroep, zoals aangegeven in het schoolwerkplan.
Artikel 4.
1. Ter vermijding van kennelijke onbillijkheid of als het belang van de schoei
dit kennelijk vereist, kan bij de verlening van ontslag van de overeenkom
stig de artikelen 2 en 3 bepaalde volgorde worden afgeweken, met dien ver- I
stande dat, indien de omvang van de voorgenomen afvloeiing daartoe aanlei
ding geeft, deze geschiedt naar een bepaald vooraf vastgesteld en aan belarj
hebbende kenbaar gemaakt plan.
2. Aan het bepaalde in het vorige lid wordt voorzover het omvangrijke afwij
kingen betreft slechts uitvoering gegeven na overleg met belanghebbenden er.
na de daarvoor in aanmerking komende organisaties van onderwijzend personeel
en de medezeggenschapsraad (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad te r.e-j
ben gehoord.
- 3 -
Artikel 5
Burgemeester en Wethouders leggen elk wijzigingsvoorstel van deze verordening
voor overleg voor aan de daarvoor in aanmerking komende organisaties van onder
wijzend personeel en ter kennisneming aan de betrokken medezeggenschapsraad dan
wel gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, alvorens zij dit voorstel ter vast
stelling aan de Gemeenteraad voorleggen.
Artikel 6.
1. Deze verordening kan worden aangehaald als "afvloeiingsregeling openbaar
speciaal en voortgezet speciaal onderwijs", en treedt in werking op 1 augus
tus 1985.
2. Een exemplaar van deze verordening wordt tegelijk met het aanstellingsbesluit
aan belanghebbende uitgereikt.
3. Burgemeester en Wethouders dragen er zorg voor dat een exemplaar van deze
verordening in elke openbare school voor speciaal en voortgezet speciaal
onderwijs steeds op een voor belanghebbenden toegankelijke plaats ter inzage
ligt.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.