Artikelsgewijze toelichting Afvloeiingsregeling voor het openbaar speciaal en voortgezet onderwijs. Artikel 1 Bij het omschrijven van het begrip diensttijd is aangesloten bij hetgeen in de jurisprudentie beschouwd wordt als diensttijd. Het meetellen van de militaire c.q. de vervangende dienst dient geen onderwijskundig belang, maar is wenselijk uit maatschappelijk oogpunt. Bij de bepaling van de diensttijd is de omvang van de betrekking niet relevant. Dit teneinde de rechtspositie van de deeltijder ook op dit punt gelijk te doen zijn aan die van de full-timer. Degene die wegens vervanging (b.v. ziekte, buitengewoon verlof) is aangesteld, neemt geen eigen plaats in wanneer het gaat om de bepaling van de afvloeiings volgorde van het aan de school verbonden personeel. De vervanger behoort immers niet tot de reguliere formatie van de school. De positie van de vervanger is volledig afhankelijk van de plaats op de afvloeiïngsvolgordelijst die wordt in genomen door degene die wordt vervangen. Een en ander is met name van belang voor die leerkrachten die zijn aangesteld in verband met aan groepsleerkrachten toegekende vakbondsfaciliteiten en die leer krachten die zijn aangesteld in verband met aan oudere onderwijsgevenden ver leende taakvermindering. Artikel 2. In dit artikel zijn objectieve normen verwerkt, i.e. a. tijdelijk/vast dienstverband b. vrijwilligheid c. diensttijd d. afwijking van de afvloeiingsvolgorde is slechts mogelijk als het belang van de school dit eist (hardheidsclausule) De directeur vloeit slechts af bij de opheffing van de school. Artikel 3 Eventuele afvloeiing vindt plaats binnen de drie genoemde categorieën. Artikel 4. Afwijking van de aangegeven rangorde overeenkomstig de artikelen 2 en 3 zal met inachtneming van een zo groot mogelijke objectiviteit en - voorzover het omvang rijke afwijkingen betreft - in overleg met betrokkenen, vakorganisaties en de medezeggenschapsraad c.q. gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dienen te ge schieden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 379