- 4 -
dienstonderwijs en vormingsonderwijs aan leerlingen van de door de gemeente
Leeuwarden in stand gehouden scholen voor lager onderwijs.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Beleidsuitgangspunten m.b.t. woningdelers en economische eenheden
in het, kader van'de Algemene bijstandswet (A.B.W.).
Bijlage nr. 232. Leeuwarden, 13 juni 1985.
Aan de Gemeenteraad.
1. Aanleiding.
In de beleidsnotitie G.S.D Leeuwarden is een notitie aangekondigd inza
ke het gemeentelijk beleid m.b.t. voordeurdelers (c.q. woningdelers)
en economische eenheden in het kader van de Algemene Bijstandswet. Tij
dens de behandeling van deze beleidsnotitie in de Gemeenteraad op
1 april j.l. is door'ons ondermeer de toezegging gedaan om de bedoel
de notitie nog afzonderlijk in de gemeenteraad aan de orde te stellen,
tenzij uit de behandeling daarvan in de Commissie voor de Gemeentelijke
Sociale Dienst mocht blijken, dat dit gezien de (weinig) beleidsinhou
delijke aspecten niet nodig is.
De woningdelersregeling is inmiddels, ondanks de principiële en prak
tische bezwaren tegen de invoering van deze regeling die wij samen
met andere grotere gemeenten in Nederland ter kennis hebben gebracht van
de Vaste Kamercommissie Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede
Kamer toch met ingang van 1 juni j.l. van kracht geworden.
De Staatssecretaris heeft bij de invoering van deze regeling de toe
zegging gedaan om de werking van de woningdelersregeling zo spoedig
mogelijk te evalueren.
Het lijkt ons daarom nuttig om de problematiek van deze nieuwe ver
fijningsregeling in het kader van de A.B.W. niet alleen in zijn prak
tische uitwerking, maar ook in een breder perspectief aan de orde te
stellen in deze notite. Daartoe zullen wij hieronder eerst ingaan op
de mogelijkheden en beperkingen van aanpassing van de regelgeving
op het terrein van de sociale zekerheid aan de steeds wijzigende vor
men van samenleving en daarna op het gemeentelijk beleid ten aan
zien van de woningdelers en economische eenheden.
2. Regelgeving op het terrein van de sociale zekerheid in relatie tot
de toenemende verscheidenheid in de samenlevingsvormen.
In het verleden kon in de sociale zekerheid en bij de belastingheffing
bij een indeling naar maatschappelijke status van de uitkeringsgerechtig
den respectievelijk belastingplichtigen zonder overwegende bezwaren wor
den volstaan met. twee categoriëën, te weten:- gehuwden en ongehuwden.