- 10 - Uit het voorafgaande zal duidelijk zijn geworden dat een juiste uit voering van de A.B.W. met zich meebrengt dat aandacht wordt gegeven aan de leefsituatie van de persoon en dat daarmee zondermeer de per soonlijke levenssfeer wordt geraakt. Op zich beschouwd is dit niets bijzonders* bij tal van wetten en regelingen (bijv. individuele huur subsidie, Wet op de Tweeverdieners) dient de burger iets van zijn per soonlijke levenssfeer prijs te geven. De te stellen vragen en/of het is te stellen onderzoek dienen echter wel beperkt te blijven tot hetgeen van belang is voor de verlening van bijstand. Naar onze mening is het al dan niet bestaan van een persoonlijke relatie van geen enkel be lang voor de vaststelling van voor de bijstandverlening relevantè omstandigheden. Het hebben van een vriend (in) heeft op zich dan ook geer enkele betekenis voor de bepaling van de bijstandverlening. Alleen de financiële vormgeving van de relatie is voor de bijstandverlening van belang. De feitelijke onderlinge economische relatie is de bepaler.- de factor voor het al dan niet beschouwd moeten worden als economische: heid, woningdeler, kostganger, onderhuurder of alleenstaande. Verder dient uitgangspunt te zijn dat het bijstandsverlenend orgaan zier. in beginsel houdt aan de verklaring van de betrokkene. Dè enige s ple gen verifikatie is die bij het bevolkingsregister. Alleen wanneer de door de kliënt verstrekte informatie niet te rijmen valt met reeds verkregen informatie, zal de sociaal ambtenaar over de ongerijmdheden een gesprek aangaan met de betrokkene. Zijn de verklaringen van betrokkene aannemelijk, dan wordt bij het nemen van de beslissingen daarbij aansluiting gezocht. Wanneer na afweging van het een en ander ernstige vermoedens (bl jven) b staan dat de verklaringen van betrokkene niet in overeenstemming zijn a de werkelijkheid maar (nog) niet kunnen worden weerlegd, dan wordt hst bureau bijzonder onderzoek ingeschakeld voor nader onderzoek. Bij de uitvoering van dit onderzoek wordt er naar gestreefd de p ivacy van betrokkene zo min mogelijk te schaden. Overigens kan worden gecon stateerd dat in vrijwel alle gevallen waarin bijzonder onderzoek werd ingesteld, frauduleus handelen werd aangetoond. 4. Samenvatting en conclusie. Het huidige sociale zekerheidsstelsel maakt uitgaande van het draagkracii principe in zijn grondvorm nog steeds onderscheid tussen gehuwden en onge®1 Door middel van diverse aanpassingen in dit stelsel is het tot nu toe min of meer gelukt om in te spelen op het gegeven dat steeds meer men sen kiezen voor een ander samenlevingsverband dan het huwelijk. - 11 - Op zich zelf bezien is elk van de verschillende verfijningen die in de loop der jaren in het stelsel is aangebracht nog wel te verdedigen, maar de lappendeken van regels die hierdoor is ontstaan maakt het stelsel thans voor velen ondoorzichtig. Bovendien betekent elke verdere verfijning die in het systeem wordt aangebracht, dat méér en vaak ook per soonlijke gegevens moeten worden verlangd van de cliënt om zijn individuele uitkeringsrechten te kunnen vaststellen. Wij hebben de principiële en praktische bezwaren die zijn ingebracht tegen de per 1 juni doorgevoerde verfijningsregelingte weten de wo- ningdelersregeling, dan ook volledig onderschreven. Nu deze regeling eenmaal is ingevoerd, zijn wij gehouden haar uit te voeren Wij zijn van mening, dat de in deze notitie opgesomde feitelijke criteria voor de bepaling van de omstandigheden die van invloed zijn op de bijstandsverlening voldoen aan de eisen die terzake van rijkswege zijn gesteld. De voorlichtende en verwijzende activiteiten die wij hieromtrent ten behoeve van de cliënten van de dienst hebben verricht, zal de cliënter van de dienst naar wij verwachten voldoende vertrouwen kunnen geven in een faire afhandeling van hun bijstandsaanvraag. Desondanks moet worden gevreesd dat de hiervoor bedoelde principiële en praktische bezwaren tegen de invoering van de woningdelersregeling niet volledig door een soepele uitvoering kunnen worden ondervangen. Wij hebben de directeur van de G.S.D. daarom opgedragen om de knelpunten die zich bij de uitvoering van de woningdelersregeling voordoen zo spoedig mogelijk te signaleren en te inventariseren. Afhankelijk van de resultaten hiervan zullen wij ons nader beraden op de wijze waarop wij van deze gegevens gebruik zullen maken. Onder vermelding dat de Commissie voor de Gemeentelijke Sociale Dienst en de Commissie Volksgezondheid en Maatschappelijke Dienstverlening ter zake zijn gehoord, stellen wij U voor dit pré.-advies voor kennisgeving aan te nemen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 388