In deze commissie is als lid opgenomen een lid van de Commissie voor
Emancipatie-aangelegenheden. Op deze wijze wordt in de verhouding gemeente
als werkgever - vrouwelijke ambtenaar zoveel mogelijk aandacht geschonken
aan het emancipatieaspect.
Daarnaast bestaat er de categorie klachten in de verhouding van de vrouwe
lijke burger met de gemeente als overheid. Onder het begrip overheid wordt
in dit verband tevens begrepen het handelen of het nalaten van handelen van
gemeentelijke functionarissen in het kader van hun arbeid. Voor de toedeling
op gemeentelijk niveau van de behandeling van klachten van vrouwelijke bur
gers die zich door de gemeentelijke overheid achtergesteld of onheus beje
gend voelen op grond van hun sekse, dient te worden gedacht aan een instantie
die enerzijds een relatie heeft met het gemeentelijk apparaat en anderzijds
een bepaalde mate van onafhankelijkheid bezit t.o.v. dit apparaat.
Het meest in aanmerking hiervoor komt naar onze mening de reeds bestaande
Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften. De herkenbaarheid
van de bestaande adviesstructuur is er onzes inziens mee gediend dat de on
derhavige taak aan een bestaande commissie wordt toegevoegd. Voorts zijn
wij van mening, dat de ervaringen van deze commissie met procedures van
klachtenbehandeling goed aansluiten bij de voorgestane wijze van onderzoek
van klachten over de gemeentelijke overheid.
Deze commissie zal naar aanleiding van ingediende klachten, voor zover deze
niet kunnen worden doorverwezen naar bestaande beroep-- en bezwarenproce
dures, onafhankelijk een rapport van de bevindingen opstellen en dit rapport
ter kennisneming doen toekomen aan de klager/klaagster en aan het betrokken
gemeentelijke orgaan en de betrokken ambtenaar.
De klachten kunnen worden ingediend bij ons college. De commissie dient ook
de bevoegdheid te krijgen aanbevelingen aan ons college te doen ter voorko
ming van herhaling van ongewenste situaties.
Overigens zal het rapport van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en
bezwaarschriften over een ingediende klacht tesamen met onze reactie zo
snel mogelijk aan U ter kennis worden gebracht, met dien verstande dat gegeven:
over personen zullen worden geobjectiveerd.
Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de doelstellingen van de Emancipatie
nota van 1981, stellen wij voor om in het geval van de onderhavige klachten
behandeling de Raadsadviescommissie op ad hoc-basis uit te breiden met 2
leden van de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden. Na afloop van de
zittingsperiode van Uw Raad, kan onzes inziens in de samenstelling van de
betrokken Raadsadviescommissie voor de volgende zittingsperiode voldoende-
rekening worden gehouden met het onderhavige taak-aspect van de commissie,
zodat de deelname van ad hoc-leden in de commissie dan niet meer behoeft
plaats te vinden.
Eén en ander laat onverlet de bevoegdheid van de Commissie voor Emancipatie
aangelegenheden om in gevallen waarin sprake is van structurele proble
men in emancipatoir opzicht, waarin verandering kan worden gebracht, ons
van advies te dienen.
Voorts zijn wij van mening, dat het aanbeveling verdient het functioneren van
deze ombudsfunctie binnen twee jaar na instelling ervan te evalueren. Wij
stellen ons voor de betreffende (raadsadviescommissies bij deze evaluatie
te betrekken.
Onder vermelding, dat de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden en de
Commissie voor Bestuurlijke Aangelegenheden zijn gehoord, stellen wij U voor
te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mrG.J. te Loo Burgemeester.
mr H.A. Lassche loco-Secretaris-
No. 13593
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 8 augustus 1985
bijlage nr253
gelet op de Instellingsverordening
Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften;
BESLUIT:
1 een bijzondere voorziening tot onderzoek van klachten van vrouwelijke
burgers die zich door de gemeentelijke overheid, waaronder tevens wordt
begrepen het handelen of het nalaten van handelen van gemeentelijke
functionarissen in het kader van hun arbeid, achtergesteld of onheus
bejegend voelen op grond van hun sekse, in het leven te roepen;
2. deze voorziening op te dragen aan de Raadsadviescommissie voor de Be
roep- en Bezwaarschriften, die terzake van ingediende klachten een on
afhankelijk rapport van haar bevindingen opstelt, dit aan alle betrokke
nen doet toekomen en tevens aanbevelingen aan Burgemeester en Wethouders
kan doen ter voorkoming van herhaling van ongewenste situaties;
3. te bepalen dat, wanneer een klacht is ingediend als bedoeld onder 1.
de (samenstelling van de) Raadsadviescommissie voor de beroep- en be
zwaarschriften wordt uitgebreid met 2 leden, aan te wijzen door en uit
het midden van de Commissie voor Emancipatie-aangelegenheden;
4. de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaar
schriften van overeenkomstige toepassing te verklaren op de uitvoering
van de bij dit besluit aan de Commissie opgedragen taak, met uitzonde
ring van:
A. in artikel 10, eerste lid, de woorden "aan de Raad";
B. artikel 10, tweede lid;
C. in artikel 10, derde lid, de woorden "en het ontwerp-raadsbesluit"
D. artikel 12, eerste en derde lid;
E. artikel 13.
5. te bepalen, dat dit besluit in werking treedt op 1 november 1985.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris