Artikel XXIV Artikel 99 wordt vervangen door: 1Hellingbanen moeten een stroef oppervlak en een vloeiend verloop hebben. 2. Een hellingbaan van een tot bewoning bestemd gebouw, die niet is bestemd voor gemotoriseerde voertuigen, mag geen grotere helling hebben dan 1 10, 3. Een hellingbaan, als bedoeld in lid 2, moet ter hoogte van de vloer van iedere bouwlaag waarop een toegang tot de hellingbaan aanwezig is, aanslui ten aan een horizontaal vlak dat in de richting van de hellingbaan een af meting heeft van tenminste 0,90 m. 4. De breedte van een hellingbaan, gemeten tussen de balustraden, dan wel tus sen de balustrade en de wand die de hellingbaan begrenst, moet ten minste 1,20 m bedragen. Niet van toepassing is deze bepaling op hellingbanen die door rolstoelge bruikers moeten kunnen worden gebruikt. 5. Een hellingbaan van een tot bewoning bestemd gebouw moet aan elke open zijds zijn voorzien van een balustrade ter hoogte van ten minste 1 m, die zodanig moet zijn uitgevoerd dat geen gevaar bestaat voor het doorvallen van en het overklauteren door kleine kinderen. 6. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere regelen te stellen met betrek king tot de afmetingen en de inrichting van hellingbanen die door rolstoel gebruikers moeten kunnen worden gebruikt. Artikel XXV. a. Van artikel 101 wordt het opschrift vervangen door: Liften in tot bewoning bestemde gebouwen. b. In de tekst vervalt het vijfde lid. Het zesde lid wordt vernummerd tot vijfde lid. Artikel XXVI. In artikel 101a wordt in het eerste lid, onder a, de maat van 1,40 m vervangen door 1,35 m en de maat van 1,10 door 1,05 m. Artikel XXVII. In het zesde lid, onder a, van artikel 105 wordt punt 1 vervangen door: 1. voor keukens in bijzondere woongebouwen en voor keukens in woningen met tenI hoogste twee kamers; Artikel XXVIII. Van artikel 112 wordt de tekst vervangen door: 1. Een woning moet bij geopende binnendeuren goed doorspuibaar zijn aocr aan dj buitenlucht gelegen, tot de woning behorende deuren en beweegbare ramen, dij niet alle in dezelfde gevel zijn gelegen. - 9 - 2. De oppervlakte van de aan de buitenlucht gelegen, tot een woning of wooneen- heid behorende deuren en beweegbare ramen moet ten minste bedragen 1/20 van de vloeroppervlakte van de betrokken kamer of keuken. 3. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, indien op andere wijze in de bedoelde mogelijkheid van luchtverversing is voorzien. Artikel XXIX Van de artikelen 116 tot en met 119 worden het opschrift en de tekst ver vangen door de nieuwe artikelen 116 tot en met 119b. 2 Artikel XXX Begripsomschrijvingen a. 1. In deze paragraaf wordt verstaan onder: a. geluidgevoelig gebouw: een niet tot bewoning bestemd gebouw 'waarvoor een bij algemene maatregel van bestuur krachtens de artikelen 49, 68, eerste lid, 82, tweede lid, 104, eerste lid, 106 of 110, eerste lid, van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99) of krachtens artikel 25, tweede lid, van de Luchtvaartwet (Stb. 1958, 47) ten hoogste toegelaten geluidbelasting van de gevel geldt; b. geluidgevoelige ruimte: een ruimte van een tot bewoning bestemd gebouw of van een geluidgevoelig gebouw, die krachtens de artikelen 1eerste lid, 50, tweede lid, 68, tweede lid, of 86, vijfde lid, van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99) als geluidgevoelig is aangemerkt; c. geluidbelasting van de gevel: de ingevolge de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99) of de Luchtvaartwet (Stb. 1958, 47) voor een bepaalde gevel van een tot bewoning bestemd gebouw of geluidgevoelig gebouw ten hoogste toegelaten geluidbelasting dan wel, zolang de desbetreffende artikelen van die wetten nog niet van toepassing zijn, de volgens die wetten berekende of gemeten geluidbelasting binnen zones, met dien verstande dat de ten hoogste toegelaten geluidbelasting vanwege een weg wordt vermeerderd met de waarde van de aftrek die op grond van artikel 103 van de Wet geluidhinder (Stb. 1979, 99) is toegepast; d. geluidwering van de gevel: de waarde van het niveauverschil tussen de geluidbelasting van de gevel en het geluidniveau binnen, uitgedrukt in dB(A), bepaald volgens de bij deze verordening behorende bijlage K; e. geluidniveau: het gemeten of berekende geluidniveau, uitgedrukt in dB(A), overeenkomstig de door de Internationale elektrotechnische com missie ter zake opgestelde regels, zoals neergelegd in de IEC- publikatie nr. 651, uitgave 1979; f. geluidabsorptie in een ruimte: de som van de geluidabsorptie van de toegepaste materialen, zijnde het produkt van de oppervlakte van het toegepaste materiaal, uitgedrukt in vierkante meters en de geluidab- sorptiecoè'fficiënt gemeten volgens de nagalmmethode, neergelegd in NEN 20354, uitgave 1970; g. isolatie-index: de index waarmee de geluidisolatie voor lucht- of con tactgeluid wordt weergegeven, uitgedrukt in dB en bepaald volgens de methode, neergelegd in NEN 1070, uitgave 1976.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 443