3 dB);
- 18 -
Artikel LX
In het eerste lid van artikel 381 vervallen de woorden "en geen afbreuk doen aai
eisen van geluidisolatie, die aan de wanden of vloeren zijn gesteld".
Artikel LXI
In het eerste lid van artikel 386 wordt het woord "reclamebord" vervangen door
"uithangbord
Artikel LXII
In het tweede lid van artikel 394 wordt na "304, lid 1" toegevoegd "306 a, leder.
1 en 4".
Artikel LXIII
Aan de bouwverordening wordt een nieuwe bijlage K toegevoegd, luidende:
BIJLAGE K
Bijlage, bedoeld in artikel 116, lid 1, onder d.
De bepaling van de geluidwering van de gevel.
1Algemeen
a. De bepaling van de geluidwering van de gevel kan plaatsvinden door middel
van berekeningen dan wel door middel van metingen.
De bepaling van de geluidwering dient te geschieden voor de octaafbanden
met de middenfrequenties 125 Hz, 250 Hz, 500 Hz, 1000 Hz en 2000 Hz.
b. Bij de bepaling van de geluidwering dient te worden uitgegaan van een
buitengeluid met het onderstaande standaardspectrum.
Het standaardspectrum
Frequentie
(Hz)
125
250
500
1.000
2.000
i
1
2
3
4
5
Ci
(dB)
-14
-10
-6
-5
-7
c. Indien er, naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, sprake is van
een gebouw dat ten aanzien van het geluid in een bijzondere omgev.ng is
of wordt geplaatst, in die zin dat het spectrum van de geluiden buiten
het gebouw sterk afwijkt van het standaardspectrum, dan kunnen de
C^-waarden dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Het spoorweggeluid en het vliegtuiggeluid hebben een zodanig afwijkend
spectrum dat hiermede voldoende wordt rekening gehouden, indien het voor
het standaardspectrum bepaalde uiteindelijk resultaat met 3 dB (A
respectievelijk 2 dB (A) wordt verhoogd.
- 19 -
d. De geluidwering van de gevel dient genormeerd te zijn voor de nagalmtijd
in de geluidgevoelige ruimte. Voor woonruimten bedraagt de referen-
tienagalmtijd (T0) 0,5 seconde voor de 5 genoemde octaafbanden. Voor de
andere ruimten bedraagt de referentienagalmtijd (TQ) 0,8 seconde voor de
5 genoemde octaafbanden.
e. Bij het berekenen of meten van de geluidwering van de gevel dient te wor
den uitgegaan van een geopende ventilatievoorziening. Indien er bij de
toepassing van suskasten tevens sprake is van een additionele ven
tilatievoorziening dient deze laatste voorziening bij de bepaling van de
geluidwering van de gevel gesloten te zijn.
Berekeningsmethode.
aDe partiële geluidwering Gj_ van een gevel - dat wil zeggen de geluid
wering in één octaafband - kan worden berekend uit de geluidisolatie per
octaafband van het totale (samengestelde) gevelvlak met de formule:
v
Gj R, -Cr 10 log(dB) (1)
Hierin is:
(dB) (2)
R, -10 log
n S, -R: ,/l0
X 10 -K
[i-1 S
Waarin:
Cr correctieterm in verband met de gevelreflectie (gelijk aan 0 of
K kierterm. Normaal is K 3-10""^. Indien speciale dubbele kierdich-
ting wordt toegepast, kan K op 10~5 worden gesteld;
n het aantal te onderscheiden elementen waaruit de gevel is opgebouwd
de (laboratorium) geluidisolatiewaarde van het gevelelement j in de
octaafband i in dB;
Rj_ de laboratoruim) geluidisolatiewaarde van de gevel in de octaaf
band i in dB;
S totale geveloppervlak in m^ (gezien vanuit de geluidgevoelige ruim
te);
Sj het oppervlak van het gevelelement j in mz;
T0 de referentienagalmtijd;
V het volume van de geluidgevoelige ruimte.
b. Uit partiële geluidwering van de gevel (Gj_) kan de geluidwering van de
gehele gevel worden berekend met de formule:
5 (Gj—Cj)/1 o
Ga= -10 log I 10 (dB(AI) (3)
i 1
Waarin
Cj_ de waarden die per octaafband het standaard spectrum bepalen (zie 1b
en 1c);
G^ de geluidwering van de gevel