Wijziging van de Brandbeveiligingsverordening.
Bijlage no. 256 Leeuwarden, 8 augustus 1985
Aan de Gemeenteraad.
Op 1 januari 1985 is een wijziging van de Wet op de Bejaardenoorden in werking
getreden.
In de gewijzigde wet is de bepaling opgenomen dat provinciale staten nadere regels
stellen ten aanzien van o.a. de veiligheid in de bejaardenoorden,zulks met uitzondering
van hetgeen omtrent de brandveiligheid is bepaald bij of krachtens andere wettelijke
bepalingen.
De wetgever heeft door deze bepaling duidelijk aangegeven dat de gemeentebesturen
verantwoordelijk zijn voor de brandveiligheid in de bejaardenoorden. De gemeente
is immers ingevolge het bepaalde bij of krachtens de Woningwet,de Gemeentewet en de
Brandweerwet reeds belast met de brandweerzorg,waarvan de brandveiligheid een belang
rijk element vormt.
Het bovenstaande betekent dat die artikelen in de Brandbeveiligingsverordening,
die thans een uitzondering maken voor de bejaardenoorden, dienen te vervallen.
Ingevolge de hierboven genoemde wetswijziging dienen provinciale staten hun ver
ordeningen op de bejaardenoorden aan te passen v<5<5r 1 januari 1986. Daar een gemeente
lijke verordening niets mag regelen wat reeds bij een hogere regeling is vastgsteld,
kan de wijziging wan de Brandbeveiligingsverordening pas in werking treden op het
moment dat de wijziging van de provinciale verordening op de bejaardenoorden in
werking is getreden.
Aangezien thans niet duidelijk is wanneer provinciale staten de verordening hebben
aangepast,stellen wij IJ voor de artikelen 52,vierde lid,58,derde lid en 71 achtste
lid van de Brandbeveiligingsverordening te laten vervallen en het tijdstip van de
inwerkingtreding van deze wijziging vast te stellen op een nader door ons te bepalen
tijdstip.
Wij geven U in overweging te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
rar. G.J. te Loo Burgemeester,
mr. H.A, Lassche loco—Secretaris,