Tegen deze achtergrond is het toekennen van de bestemming woonstraat aan bepaalde gronden niet ondoelmatig. Overigens zij opgemerkt, dat de Koe- en Veestraat, waar reclamant in het bijzonder op doelt, nim mer voorzien zijn geweest van trottoirs. Wij achten dit bezwaar on gegrond Bezwaar tegen het bestemmen van het binnenterrein aan de Veestraat tot woonstraat Wij wijzen erop dat met het oog op het creëren van voldoende parkeer ruimte een terrein achter de woningen Veestraat 19 t/m 37 de geschikt heid bezit om voor dit doel te worden heringericht. Inmiddels is een deel ervan al gerealiseerd ten behoeve van het parkeren. Met het oog op de toekomstwaarde van de wijk is het van belang, dat het parkeer probleem zo optimaal mogelijk wordt opgelost. Voor de bereikbaarheid van nog een viertal aan te leggen parkeerplaatsen is het nodig, dat de desbetreffende grond van reclamant voor de bereikbaarheid ervan in eigendom wordt verkregen. Tevens is het ten behoeve van een één duidige inrichting van deze publieke bestemming "woonstraat" zinvol om stroken grond voor de zes bestaande autoboxen te verwerven. De bezwaren ten aanzien van het eventueel hinderlijk parkeren en het niet kunnen optreden tegen baldadige jeugd zijn zonder grond en kun nen overigens niet in een planologisch kader hun oplossing vinden. Zo dergelijke omstandigheden zich mochten manifesteren, dan dienen de da voor bestemde voorschriften hierop te worden toegepast. Voorts zien wij geen relatie tussen het leggen van de publieke bestemming "woon straat" en de vermeende waardedaling van garage en woonhuis. De tot woonstraat in te richten gronden zullen juist in positieve zin het aanzien der omgeving kunnen bepalen. Wat de beperking van de gebruiksmogelijkheden van de aan J.W. van den Berg toebehorende loods betreft merken wij op, dat ter bescherming van het woonklimaat geen aktiviteiten moeten kunnen plaatsvinden welke hieraan afbreuk doen. Wij menen dat de bestemming tot autobox van de desbetreffende grond harmonieert met de omringende woonfunktie en bijdraagt tot een be hoorlijke voorziening van parkeerruimte in dit gebied. Het bestaande gebruik zal overigens kunnen worden gecontinueerd, zodat in dat op zicht aan de gebruiker geen beperking wordt opgelegd. De verwijzing van reclamant naar een ander terrein waarbij de gemeente wel aandach: heeft besteed aan het afscheiden van eigendommen is niet vergelijk baar. Bedoeld wordt hier een terrein ten westen van de openbare par keervoorziening achter de Veestraat. Wij wijzen erop dat in dat geva reeds een afscheiding aanwezig was, voordat tot inrichting van het terrein werd overgegaan. Bovendien bleek plaatsing van een afschei ding in deze aangelegenheid noodzakelijk om te voorkomendat gebrui kers van de openbare parkeerruimte via een particulier terrein terug zouden rijden naar de Veestraat of omgekeerd. Voorts is het van bete kenis dat in verband met het bereikbaar maken van de vier geplande parkeervoorzieningen eigendom van reclamant moet worden verworven. Hierin past niet het idee om ter plaatse een afscheiding op te rich ten. Het vorenstaande illustreert dat op het punt van het maken van een adequate eigendomsafscheiding niet met twee maten wordt gemeten. Wij achten de geopperde bezwaren tegen dit onderdeel ongegrond. - 5 - H. Bezwaar tegen het projecteren van parkeerhavens aan de De Ruyterweg. Het bezwaar richt zich tegen de aanleg van parkeerhavens aan de De Ruyterweg tussen Bleeklaan en InsulindestraatGevreesd wordt dat deze ingreep ten koste zal gaan van een gedeelte van de voortuinen, terwijl er geen behoefte wordt gevoeld aan parkeerruimte ter plaatse. Reclamanten merken op dat in de direkte omgeving 26 parkeerplaatsen aanwezig zijn waarvan de bezettingsgraad laag is te noemen. Verder wordt erop gewezen,dat het autogebruik terugloopt en dat dit deel van de De Ruyterweg zich in architectonisch opzicht niet leent voor het realiseren van parkeerhavens. Wij wijzen erop dat de parkeerhavens worden aangelegd ten koste van de rijbaan en van het trottoir. Na realisering zal de breedte van het trottoir 1.80 m en van de rij baan 6.20 m bedragen. De parkeerstrook zelf zal een breedte verkrij gen 1.80 m. Wij achten deze maatvoering acceptabel. Een essentieel bestanddeel van de herinrichtingsplannen vormt het creëren van vol doende parkeerruimte. Hierbij is als uitgangspunt een norm gehanteerd van 0,9 auto's per woning en een goede spreiding met geringe loopaf standen. Binnen een loopafstand van 20 m van de woningen de Ruyter weg 23 t/m 27 staan maximaal 10 parkeerplaatsen ter beschikking. Aan het desbetreffende deel van de De Ruyterweg zijn 15 woningen aanwezig waarvoor 11 parkeerplaatsen zijn geprojecteerd. Dit impli ceert een norm van 0,7 auto's per woning. Gelet op het toekomstige parkeerregime en het huidige parkeergedrag menen wij dat er reden is de parkeerbehoefte in deze straat aannemelijk te achten. Verder menen wij dat er geen concrete aanwijzingen zijn welke tenderen naar een ver minderd autobezit, zodat met minder parkeervoorzieningen zou kunnen worden volstaan. Voorts achten wij het niet reëel, dat de voorgestel de profilering het straatbeeld aldaar in negatieve zin zal beïnvloe den. Architectonisch enigerlei mate vergelijkbare straten zijn meer malen voorzien van parkeerhavens ter weerszijden zonder dat gesproken kan worden van een ernstige verstoring van het straatbeeld. Wij achten de bezwaren op dit onderdeel ongegrond. IBezwaar tegen de bestemming van het perceel Tjerk Hiddesstraat 27. Het bewuste perceel heeft in verband met het huidige gebruik een woon bestemming verkregen. Alhoewel ons niet bekend is of reclamant de be schikking over het bedoelde pand zal verkrijgen, ontmoet het onzerzijds geen bezwaar de aanduiding "winkels toegestaan" ook te laten gelden voor dit perceel. Wij achten dit bezwaar gegrond en stellen voor dit perceel op de plankaart van een dienovereenkomstige aanduiding te voor zien J. Bezwaar tegen de hoofddoelstelling van het plan. In het bestemmingsplan is de hoofddoelstelling voor het gehele gebied "Schil-Oost"te weten het versterken van de woonfunktie, grotendeels tot uitdrukking gebracht. Deze doelstelling is niet onverenigbaar met bepaalde vormen van bedrijfsaktiviteiten in de wijk. In het betrokken gebied komen geen bedrijven voor welke zorgen voor overlast en der halve uit milieu-hygiënisch oogpunt zouden moeten verdwijnen. Voor zover de bedrijven in het plan positief zijn bestemd wordt hierdoor bijgedragen aan een gevarieerde levendigheid in de wijk. Deze verwe ving leidt er in het geheel niet toe, dat de aan het plan ten grond slag liggende hoofddoelstelling aanpassing zou behoeven. Wij achten dit bezwaar evenzeer ongegrond.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 530