- 2 -
In alternatief 1 is de overweg bij de Schrans vervangen door een nieuwe
overweg ter hoogte van de PotmargeDe Schrans is via een doorbraak ter
hoogte van de Raadhuisstraat voor alle verkeer aangesloten op de Ooster-
goweg. Via een tunnel onder de spoorlijn ter plaatse van de huidige over
weg is een langzaam-verkeerverbinding tussen de Schrans en het Zuider
plein behouden.
In alternatief 2 is de overweg bij de Schrans voor alle verkeerssoorten
gehandhaafd. De Schrans is bij de overweg direct aangesloten op de Oos-
tergoweg. De verbinding ter hoogte van de Raadhuisstraat dient als ont-
sluitingsweg voor de achterzijde van de bebouwing ter weerszijden van de
Schrans en voor het fietsverkeer van en naar Achter de Hoven.
In beide alternatieven is voor de verbindingsweg tussen de Willem Lodewijk-
straat en de Oostergoweg hetzelfde tracé gekozen, namelijk een weg vanaf
de spoorwegovergang Achter de Hoven langs de oostzijde van de Casolithfa-
briek
In alternatief 1 is ter plaatse van de kruising een tunnel opgenomen voor
het langzame verkeer, terwijl dit punt in alternatief 2 is opgelost met
een gelijkvloerse kruising. Beide mogelijkheden zijn echter uitwisselbaar.
In het rapport zijn de stedebouwkundige en verkeerstechnische aspecten
van beide alternatieven nader uitgewerkt. Daarbij is tevens ingegaan op de
milieuhygiënische en financiële aspecten.
IIIReacties op het rapport Werkgroep Oostergoweg.
Over het rapport zijn informatieve bijeenkomsten gehouden met vertegenwoor
digers uit de meest belanghebbende wijken, te weten Huizum-West, Huizum-
Bornia, Tulpenburg/KlanderijbuurtOranjewijk en Achter de Hoven/Vegelin
alsmede met de winkeliersvereniging Schrans. Gelijktijdig is aan elk der
groepen een exemplaar van het rapport uitgereikt. Daarbij is meegedeeld
dat er gelegenheid is commentaar op de inhoud van het rapport te leveren.
Voorts is het rapport toegezonden aan Gedeputeerde Staten van Friesland,
de Inspecteur van de Ruimtelijke Ordening in Groningen, Friesland en
Drenthe, de Regionale Inspecteur van de Volksgezondheid en de Milieuhy
giëne, de Hoofdingenieur-Directeur van de Rijkswaterstaat, directie Fries
land, de Rijkshoofdinspecteur voor het Verkeer district Noord en de Neder
landse Spoorwegen.
Van verschillende zijden is voor een integrale beoordeling van het rapport
aangedrongen op overleg daarover in het kader van artikel 8 van het Besluit
op de Ruimtelijke Ordening. Dit overleg heeft op 22 mei 1984 plaatsgevonden,
Vooraf aan een en ander is op 14 januari 1984 over het rapport een infor
matieve bijeenkomst gehouden van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening,
De commissieleden hebben daarbij een voorlopige reactie op de alternatie
ven gegeven.
Een twaalftal instanties heeft schriftelijk gereageerd.
De werkgroep heeft op ons verzoek de schriftelijke reacties verzameld en
hierop commentaar geleverd. Reacties en commentaar zijn opgenomen in het
rapport "Reakties op het rapport werkgroep Oostergoweg en kommentaar van
de werkgroep".
De brief van de Laboratoriumschool Friesland is na de totstandkoming van
laatstgenoemd rapport binnengekomen. Op de inhoud van deze brief zal hier
na afzonderlijk worden ingegaan.
Het reactierapport is ter inzage gelegd.
Nadere beschouwing van de alternatieven 1 en 2
Tijdens het op 14 januari 1984 in de Commissie voor de Ruimtelijke Orde
ning gehouden overleg over het eerste rapport van de Werkgroep Oostergo
weg is gebleken, dat het, voor het doen van een keuze uit de aangeboden
alternatieven, van essentië'el belang is, te weten of de Nederlandse Spoor
wegen eventueel bereid zou zijn naast de nieuwe overweg ter hoogte van
de Potmarge een gelijkvloerse kruising voor het langzame verkeer bij de
Schrans toe te staan.
Wij hebben ons daarom opnieuw tot de directie van de Nederlandse Spoor
wegen gewend om terzake haar standpunt te vernemen. Het bleek ons dat
deze hiertoe niet bereid is. Het vorenstaande houdt in dat in alternatief
1 bij de Schrans van een ongelijkvloerse langzaam verkeersverbinding (i.e.
een tunnel) moe^c worden uitgegaan. De langzaam verkeersverbinding via
een tunnel in alternatief 1 is uit een oogpunt van veiligheid en bereik
baarheid (lange tunnel, steile hellingen, bereikbaarheid) onaantrekkelijk.
Tevens is het verbreken van een directe verbinding tussen de Schrans en
het Zuiderplein een ongewenste verstoring van de bestaande ruimtelijke en
functionele structuur. Deze overwegingen - gezien tegen het licht dat de
N.S. niet bereid is de hiervoor omschreven langzaam verkeersverbinding
toe te staan - hebben er toe geleid, dat in eerste instantie de voorkeur
werd gegeven aan de oplossing volgens alternatief 2. Het principe van al
ternatief 2 biedt echter meerdere mogelijkheden voor de aansluiting Oos
tergoweg - Zuiderplein - Schrans. De werkgroep had hiervoor in eerste in
stantie twee varianten uitgewerkt, namelijk:
variant 2 omvattende een volledige aansluiting voor het gemotori
seerde verkeer Schrans - Oostergoweg, alsmede een aansluiting voor
het langzame verkeer (nader uitgewerkt in tekening archiefnr34-
309-01 van het reactierapport)
variant 2 geen aansluiting voor het gemotoriseerde verkeer Schrans
Oostergoweg, maar wel voor het langzaam verkeer (aangegeven in fig.
11 van het eerste rapport van de werkgroep)
De beide varianten hebben aanzienlijke nadelen. Variant 2 vanwege een te
beperkt afwikkelingsniveau en variant 2 door het feit dat de Schrans geen
aansluiting op de binnenstad heeft voor gemotoriseerd verkeer.
Om deze redenen zijn vervolgens de beide varianten 2' en 22 (respteke
ning archiefnr. 34-309-02 en 34-309-03 uit het reactierapport) ontwikkeld.
Dit zijn compromissen op de beide hiervoor omschreven uitersten. Het ver
schil tussen de beide laatste varianten bestaat voornamelijk uit het vol
gende
Variant 2j_:
een beperkte aansluiting voor het gemotoriseerde verkeer, namelijk
alleen vanaf het Zuiderplein richting Schrans en vanuit de Schrans
richting Oostergoweg;
het kruispunt direct ten zuiden van de overweg behoeft niet door ver
keerslichten te worden geregeld;
het fietsverkeer vanuit de Schrans richting Zuiderplein moet ter hoog
te van de overweg onbeveiligd oversteken; dit fietsverkeer en dat in
tegengestelde richting wikkelt zich tussen Schrans en Zuiderplein een
zijdig aan de westzijde af.
Var iant_2j_
direct ten zuiden van de overweg is voor de Schrans een bijna volle
dig^ aansluiting voor het gemotoriseerde verkeer aanwezig, slechts
de afslag vanaf de Oostergoweg richting Schrans ontbreekt;