9861 ut 9uxpnoqsxnq a>[f xxaquaauia9 ap uba qaxqeuiaxq
-oud aqosxuiouoaa xaaxoueutj apuBBqsaq uep ap uba
qqoxq qaq ut qsp ua99az xt« 88iu uaa9qaq 'uaddBqs
aq je jjaxqeuiaqsAs apjaaqueqa9 6161 quapas ap uba
uio sxzamubb uauuaq apuaopxoAuo x9e^uauioiu japuaA
uaqqoB Cxm 'uaSTzCxM aq 9utMnaxujaAspeqs ap ut
qaapuEB ^cxxaquaamas qaq uba azfxMs9ux>i>[ap ap ufxz
uapaj uaa9 qoxz do '9uxja^qxnxaop apuBBS pjeeda9
aaiujeep ap ua 9uxMnaxujaAsdjop ua -speqs ap do
qaft ap uba SuxuaoAux ap qep x99PJ°0 uba ufxz Cxm
ïïuTuaxouBuxj-p
•uapaxqaS
-sSuxpxauqqxn awnaxu qsaaui ap uba Suxuapuozqxn qam
'uapjBMnaaq uba ua^Cxw apuBBqsaq ap ux uaqundxau>i
aqxu uba axqesxjequaAUT auepa9 'O'S'Ö ®P uoop
ap uba pueq ap ubb uapuxAsqeexd jvz uapuB ua uag
•oqa uaunuixBM 'uaSSnuq
'uaqundsxnj^ sqeoz 'ua^JOM auBquado aSxuaAO -
fuaSuxuaxoxu ap uba SuxMnaxuuaA/SuxSuBAuaA
a>[Cxxa>lBzpoou uaa uba SqoAaS sqe uaqxaqxAxqoe -
iua^eui aq Sxqqnu ^fxxacideqoeqeem uaSuxuaqsaAux
auBpaS uapaquaA qaq ux uio pqaopaq uaqxaqxAxqae -
fuapuoM aq ua^ojqjapuo
aSaMuaAXBq qaxu quaxp uapaxqaSsSuxMnaxuuaAspBqs
uazaMaSuBB 9xuepoz spa ap ux saooud qazaS 9ue9
do spaau uaa 'Z'wp uauuBpdsSuxuaoAqxn apqaqs
-aSqsBA epaau uba SuxuaoAqxn uaq uaqxaqxAxqoe -
fqunnq ap uba 9uxjadnedjaA axexooe
ap uba uee9ua9aq qaq do qqoxuaS uaqxaqxAxqoe -
iuaSuquoM ap uba
SuxuaqaquaA ap do uaqxnqsuBB axp uaqxaqxAxqoe -
:uaxx®8s uaqxaqxjoxjd - pxaq^fxj
-9ubxaq uba apuo9xoa ux - apua9[oabu ap fxqjeep
uaqqnz CfH "uaquaM aqoexuqaaqxaxAxo a9xxuqosqoou9
ua 9uxAa9uiouooM ap uba 9uxqqoxuux uaq '9uTjaxoxj
9uxuaqaquaA 'uaqx^isdo uba 9uxjaues uoop p9poaa9
qaxu UBp 'doo^uee raqmxnj auBquado ap uba 9uxj
-s^aqjaA ap do uaxuaxu uo tz axp usttstt at^oe a>i
deze zaak niet opnieuw onder ogen kan worden ge
zien.
821.01 Particuliere woningverbetering.
Bij het vaststellen van de Subsidieverordening
stads- en dorpsvernieuwing is in eerste instantie,
voor wat betreft de onderdelen verbetering van wo
ningen door eigenaren/bewoners, uitgegaan van een
integrale overname van de gedecentraliseerde rege
ling voor particuliere woningverbetering. Voor te
verbeteren particuliere huurwoningen blijft een
rijksregeling van kracht. Wij onderzoeken momen
teel de noodzaak tot bijstelling van de subsidie
componenten, afgestemd op de lokale prioriteiten
en de verbeteringsbehoefte. Met name de mogelijk
heid tot subsidiëring van groot-onderhoud treedt
hierbij op de voorgrond. De voorstellen hierom
trent zullen U in het kader van de Beleidsnota
Stadsvernieuwing worden gedaan.
Functie 822; Overige volkshuisvesting.
In het kader van het proefproject decentralisatie
van de volkshuisvesting hebben wij voor het tweede
achtereenvolgende jaar een budgetafspraak met het
Rijk kunnen maken met betrekking tot het nieuw-
bouwcontingent sociale huurwoningen. Kortheidshal
ve verwijzen wij naar de ter inzage gelegde brief
van ons college aan de hoofdingenieur-directeur
van de Volkshuisvesting, waarin een beschrijving
wordt gegeven van de moeizame totstandkoming van
de budgetafspraak voor het jaar 1985.
Gelet op de extra personele inzet die het maken
van budgetafspraken vergt, hebben wij besloten
vooralsnog een dergelijke afspraak tot de nieuw
bouw te moeten beperken. Het ligt in de bedoeling
in een later stadium ook voor de verbetering van
woningcomplexen van gemeente en corporaties derge
lijke overeenkomsten met het Rijk te sluiten.
-Cxxsquaama9 uooa uapJOM uaqaoui puaMa9uee uaxopPT"1
ajeq^xqosaq ap uba x99P >lfTJ3UBT9Q U99 uauef ap
-uauio>i ap ux >ioo xBZ 9uxAxnqosjaAquaooe ap s>[UEpuo
ïïa^TaqTAxqoe~aqrxx9qüaouiao~-
•euapunnq ua saxqej
-oduooMnoq9uxuoM 'aquaama9 ap :uapuaqqaq9uexaq ap
-uaxxxqosjaA ap uba sja9xpjooMua9aqjaA qxn UBBqsaq
aq uauaxp x9Z daoj9qjaM uaqiaqs aq ux ajjez uaq aa
•pxoqea9qsBA sj >teduee uba ubpd uaa n uoop qbpbu
uapuxAsqBBxd ue>[ 9uxpuaMuee ap ubajbbm 'uamoua9do
uapuoM uaofxT111 l UEA qsodqaqs uaa uapqaSsSuxM
-naxuuaAspeqs ap uba 9uxxapaaa ap jooa ua9uxuiejuaj
-Bfjaaui ap ux xBZ uapau azap mo •SuxMnaxujaAspeqs
ap uba jiaoqsxbaux ap qxnuBA >100 jbbiu 'pnoqjapuo
ua uaaqaq apueeqsaq qaq uba qaoqsxbaux ap qxnuBA
aqeqBBx op 1aquaauia9 ap ua - 9uxxiaqsux uaqexa9aoq
uaa x9T99A - 9uxuom ap uba jEeua9xa ap uba ua9
-ubpj9a 9uxuuedsux axsT°UBUTJ U99 X"PJO° suo jbbu
uaxx^z azaq *ua9uxssoxdo a5[Cxx99oui jbbu ufxz 9xpou
qaozjapuo japBU xBZ axjaqBtu ap uba qxaqxxaxdmoo ap
uaxzao 'uapuoM uauunq uapuoAa9 ua9uxssoxdo ap ux
-jbbm 9uxqqoxj ap aAqaqjap ua >jaxqBuiaxqojd ap uba
jaqj[bjb>i qaq uapadaq 9uxAa9mo ap uba squ 9uxuom ap
uba x9M°z uaqaadsESjaaqaq ap auiBU qam JsuapuB qaoq
sx jbbui 'pjoom. qaq uba uxz axauoxqxpBjq ap ux >iaxq
-Btuaxqojds9uxMnaxujaAspBqs ap qam uaqsmo^uaajaAO
jbbmsxx9^ quooqjaA jjaxqBmaxqojd azap uba pjbb
aa 'uauaxpuBB ubb9 x"POS auaqoj9 spaaqs do qoxz
ua>[ajqa9 aqosxuqoaquoow ua aqosxuqoaqMnoq 'uam
-axqojdspuBqs9aax xfiwuaq 'uamau aq jbbm uadaoj9
-suauoMaq apxaqsa9uamBs 9xpfxzuaa uba axqBjquaouoo
ua amsuaoq uaa sx uaiifxM azap ui -uajiCxM as9oq
-joo-bu ap ux uauaxpuBB ubb9 J[oo qoxz uamaxqoud ap
qap uapjow pjaaqBqsuooa9 ja ubji sxappxmux 'ua^fxM
as9oxJOO-jooA ap do x"P >lfTJSUBT9Q u" jooa uapaq
do qoq qoxz pxaxaqs9uxMnaxujaAspBqs qaq qqaxy
ua>ff tm 0F98tjoo-bn q
11-70
Bij de ontwikkeling van de Nota Volkshuisvesting
is prioriteit gegeven aan de opstelling van deel-
nota's inzake de woonlastenproblematiek en het
vraagstuk van de ouderenhuisvesting.
Voor deze twee aspecten is bewust gekozen. De
steeds toenemende woonlasten vormen een bron van
ernstige zórg voor de gemeentelijke overheden. De
bedoeling is om in de nota wegen te wijzen waar
langs wij als gemeente kunnen bijdragen aan een
vermindering van de woonlasten. Daarnaast zijn de
vergrijzing van de bevolking en de verminderde be
reidheid van de rijksoverheid om gelden beschik
baar te stellen voor specifieke bejaardenhuisves
ting aanleiding om een aparte nota uit te brengen
over de huisvesting van ouderen. Wij verwijzen U
overigens naar het gestelde in hoofdstuk I.
Het in de eerste helft van 1985 uitgekomen rapport
inzake het woningbehoefte-onderzoek dient mede als
leidraad bij de opstelling van randvoorwaarden uit
het oogpunt van volkshuisvesting voor nog te rea
liseren woningbouwprojecten en de planning en pro
grammering van de nieuwbouw en verbouw van wonin
gen in zijn algemeenheid. Dit kwalitatieve behoef
te-onderzoek krijgt een vervolg met een nadere
analyse van de kwantitatieve woningbehoefte. Wij
streven ernaar de resultaten van dit vervolgon
derzoek te betrekken bij de planning en program
mering voor 1987 en volgende jaren.
Mede in het licht van het teruglopen van het aan
deel sociale huurwoningen in het landelijk bouw
programma, verwachten wij in de komende beleidspe
riode accentverschuivingen binnen de volkshuisves
ting, waarbij meer aandacht aan de bestaande wo
ningvoorraad en de woonruimteverdeling zal moeten
worden besteed.
De Leegstandswet zal gefaseerd worden ingevoerd
voornamelijk omdat er nog geen oplossing gevonden
is voor de kosten die voor de gemeenten verbonden
zullen zijn aan het aanleggen en bijhouden van het
voorgeschreven leegstandsregisterOver de kosten-