aan beide zijden van de Schoolstraat worden gerealiseerd in nieuwbouw. Voorts wordt (evenals in model 2 is voorzien) de Schoolstraat overbouwd en ontstaat, als gevolg van de sloop van het gymnastieklokaal en het handhaven van bedoeld daarachter gelegen hoge schoolgebouw, een pleintje. Daarnaast verdwijnt in dit model de bebouwing op de hoek Arendsstraat-oostzijde/Zaailandwaardoor ter plaatse tevens een pleintje ontstaat. De conclusie van de projectgroep om de modellen 1 en 2 af te wijzen, onderschrijven wij. Wij zijn in principe van oordeel, dat zowel model 3 als model 4 aanvaardbaar moeten worden geacht. Wat betreft aspecten als woon kwaliteit, exploitatie en financiën verschillen deze modellen niet wezenlijk van elkaar. Model 4 wordt weliswaar gekenmerkt door wat meer grote woningen, name lijk 65, in plaats van 52 zoals bij model 3> maar naar onze mening behoeft de keus hierdoor niet primair te worden bepaald. Alhoewel model 4 inderdaad een aantal bijzondere ruimtelijke en bouwkundige oplossingen bevat - het pleintje aan de Arendsstraat en de poort in de Schoolstraat met het daarachter liggende pleintje - en niet ontkend kan worden dat dit model aan het gebied iets extra's te bieden heeft, zijn wij van oordeel dat model 3 lichte voorkeur geniet. Deze lichte voorkeur is met name gebaseerd op het feit dat model 3 wat betreft de inpassing in de bestaande bebouwing van de binnenstad en het handhaven van de karakteristiek van het gebied een enigszins gunstiger beeld oplevert (het struc- tuurgegeven van de gesloten bouwblokken is consequent gevolgd). Model 4 levert in dit opzicht een enigermate ongunstig beeld op. Voorts raag niet uit het oog worden verloren, dat de bebouwing langs het Zaailand vrij hoog is en gesloten. Door het doortrekken van de wand langs het Zaailand zal deze straat alleen maar somberder worden. Dit wordt naar onze mening onvoldoende gecompenseerd door het pleintje dat ontstaat op de hoek Arendsstraat/Zaailand. Voorts achten wij het stedebouwkundig gezien minder geslaagd, dat (in model 4) het hoge schoolgebouw een nogal domi nante plaats inneemt. Model 3 geniet alles afwegende naar onze mening dan ook de voorkeur. Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening omtrent dit voorstel is gehoord, stellen wij U voor model 3 aan te wijzen als basis voor de verdere inrichting van dit gebied. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het perceel Tweebaksmarkt 15 te Leeuwarden. Bijlage no. 311 Leeuwarden, 19 september 1985. Aan de Gemeenteraad. De Vereniging voor Volkshuisvesting te Leeuwarden heeft (mede namens de Re genten van het Ritske Boelema Gasthuis) een verzoek om vergunning ingediend voor het bouwen van een complex bejaardenwoningen op het perceel Tweebaksmarkt 15, alhier, waar thans nog het Ritske Boelema Gasthuis staat. Het bouwplan wijkt af van het op 31 maart 1981 (bijlage nr. 136) door U vastgestelde, doch in verband met het Kroonberoep nog niet rechtsgeldige, be stemmingsplan "Bonifatiuskerk/Turfmarkt"De afwijking ten opzichte van het in procedure zijnde bestemmingsplan betreft primair de toelaatbare goot- en nok- hoogten aan de Tweebaksmarkt. Het bestemmingsplan laat een maximale goothoogte van 9.00 m toe, terwijl het bouwplan ter plaatse een goothoogte van 12.00 m heeft. De maximaal toelaatbare nokhoogte is 13.50 m en het bouwplan heeft een nokhoogte van 15.00 m. De aan de Tweebaksmarkt gesitueerde hoofdmassa heeft aan het Droevendal een zijgevel van 13.00 m breed. Over deze breedte wijken de goot- en nokhoogten eveneens af van het in procedure zijnde bestemmingsplan. Het bouw plan is ontwikkeld op basis van en in overeenstemming met de stedebouwkundige uitgangspunten, die de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening in haar verga dering van 20 mei 1985 heeft aanvaard. Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen, is het noodzake lijk dat voor het bouwperceel een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Alsdan wordt het mogelijk de gevraagde bouwvergunning te verlenen. Vooraf dienen Gedeputeerde Staten evenwel verklaard te hebben tegen het verlenen van deze ver gunning geen bezwaar te hebben. Omdat het verzoek om vergunning een bouwwerk betreft, behorend tot het be schermd stadsgezicht, waarvoor nog geen ter bescherming daarvan geldend bestem mingsplan geldt, dient in dit geval tevens een verklaring van geen bezwaar te worden verkregen van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening omtrent het vorenstaande is gehoord, stellen wij U voor ten aanzien van genoemd perceel een voorbereidingsbesluit te nemen, overeenkomstig het bijgevoegd ontwerp-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 23