Aankoop gebouwencomplex enkelvoudig project Willem Sprenger door de Stichting
Bejaardenwerk Leeuwarden.
Bijlage no. 334 Leeuwarden, 10 oktober 1985.
Aan de Gemeenteraad.
1. Inleiding.
Het bestuur van de Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden (S.B.L.) heeft ons reeds
geruime tijd terug (januari 1984) verzocht om over te mogen gaan tot het aan
kopen van en het plegen van groot onderhoud aan het gebouwencomplex Willem
Sprenger. In dit complex, dat eigendom is der Diakonie der Hervormde Gemeente
Leeuwarden, is een enkelvoudig project gecoördineerd ouderenwerk van de S.B.L.
gehuisvest. Alvorens in te gaan op de financiële consequenties die uit een
dergelijke transactie voortvloeien, achten wij een korte toelichting op de
voorgeschiedenis van de voorgenomen koop van dit gebouwencomplex van belang.
2 Voorgeschiedenis
Het enkelvoudig project Willem Sprenger is sinds 1964 in het gebouwencomplex van
1e Diakonie der Hervormde Gemeente Leeuwarden aan de Willem Sprengerstraat 43,
alhier gehuisvest.
'1st de vorming van de Stichting Bejaardenwerk Leeuwarden is dit dienstencentrum
met ingang van 1975 onder de vleugels van de stedelijke stichting gekomen.
en schriftelijke huurovereenkomst tussen de S.B.L. en de Diakonie is echter
nimmer afgesloten. Er wordt op basis van mondelinge afspraken gebruik gemaakt
van het complex.
aandringen van de toenmalige Minister van C.R.M. zijn vanaf 1975 onderhande
lingen gaande omtrent een eventuele koop van het dienstencentrum. De aankoop
prijs van het pand en van de ondergrond zijn er tot 1984 oorzaak van geweest dat
geen overeenstemming kon worden bereikt.
sze onderhandelingen hebben ook het aangaan van een schriftelijke huurovereen-
omst steeds in de weg gestaan. Als gevolg van de slepende onderhandelingen
tussen het bestuur van de S.B.L. en de Diakonie is in de afgelopen periode vrij
wel niets aan groot onderhoud gedaan en is tevens verzuimd hiervoor te reserve
ren. De verhuurster ging er van uit dat dit, mede gelet op de hoogte van de
huurprijs, door de huurster zou moeten worden gedaan, terwijl de huurster in de
veronderstelling verkeerde dat dit door de eigenaresse zou worden gedaan. Deze
opstelling heeft erin geresulteerd dat gelijk met de overname van het complex
middelen moeten worden uitgetrokken voor achterstallig onderhoud,
todat wij om meerdere redenen, waarop wij onder 4 nader zullen ingaan, positief
staan ten opzichte van dit verzoek tot koop, hebben wij - alvorens U terzake een
voorstel voor te leggen - in september 1984 de Minister van W.V.C. verzocht om
een rijksbijdrage van 80^ te verstrekken in de uit aankoop en renovatie van het
pand voortvloeiende extra financiële lasten.
In juni jl. heeft de minister ons meegedeeld het niet juist te achten om ons
erzoek terzake thans nog in behandeling te nemen. Als reden hiervoor wordt aan
gevoerd dat de concrete inhoud van ons verzoek ertoe zou leiden dat honorering
ervan pas in het jaar 1985 reële financiële consequenties met zich mee zou