Verlenen geldelijke steun ten behoeve van de verbetering van 549 etagewoningen
in het Valeriuskwartier en het Nijlan, in beheer bij het Woningbedrijf.
Bijlage no. 347 Leeuwarden, 10 oktober 1985.
Aan de Gemeenteraad.
Het complex 549 etagewoningen in het Valeriuskwartier en het Nijlan verkeert
reeds geruime tijd in een slechte staat van onderhoud. Bovendien voldoet een
aantal voorzieningen in de woningen niet meer aan de eisen destijds.
In verband hiermede heeft het Woningbedrijf, in overleg met het buurtkomitee,
reeds in 1983 een verbeteringsplan opgesteld. Het plan voorziet voor een belang-
•ijk deel in het uitvoeren van groot onderhoud, zoals het vernieuwen van
balkons, kozijnen, plafonds, deuren en electrische installatie, alsmede herstel
werkzaamheden aan gevels, daken en gasleidingen.
De verbeteringswerkzaamheden bestaan uit het vervangen van het lavet door een
douche met betegeling, het vernieuwen van de keuken, uitbreiding van de
electrische voorzieningen en het treffen van isolerende maatregelen.
Op het moment echter, dat de voorbereidingen voor de werkzaamheden waren af
gerond, trad een nieuwe rijksregeling (MG 83-57) voor de subsidiëring van ver
betering van na-oorlogse woningen in werking. Met deze nieuwe regeling kwam voor
oegelaten instellingen en gemeentelijke woningbedrijven met een slecht finan-
:iële positie de mogelijkheid te vervallen om een beroep te doen op renteloze
eningen ter dekking van uit de verbetering van na-oorlogse complexen voort
vloeiende exploitatie-tekorten.
jmdat de reserves van het Woningbedrijf als gevolg van een actief verbeterings-
beleid inmiddels waren uitgeput dreigde de uitvoering van het verbeteringsplan
onmogelijk te worden.
Omdat dit gelet op de veiligheid niet langer kon worden uitgesteld is wel een
tanvang gemaakt met het herstel van de balkons. Het vooruitlopen op subsidiebe-
s ..hikkingen voor het totaalplan heeft evenwel geen gevolgen voor de rijkssteun
voor het totale plan.
Indien geen verder groot-onderhoud aan de portiekflats zou kunnen worden
uitgevoerd zou binnen zekere tijd sloop onafwendbaar zijn.
Aangezien het hier gaat om een complex met lage huren is een dergelijke ont
wikkeling uit een oogpunt van volkshuisvesting niet acceptabel. In verband hier
mede hebben gemeente - in samenwerking met het buurtkomitee - en de provincie
naar wegen gezocht om het ten laste van het Woningbedrijf blijvende onrendabele
deel van de investering (t.w. 2/3 deel van de kosten van groot-onderhoud) te
dekken met behulp van extra bijdragen.
Hiertoe heeft de provincie de inverdieneffecten van Bouwen Werkt en de
groot-onderhoudswerkzaamheden van de 576 portiekflats in Heechterp bij het Rijk
teruggevraagd, met het doel deze aan te wenden als bijdrage in het ten laste van
t Woningbedrijf blijvende deel van de investering. Daarnaast stelde de provin
cie een bijdrage uit eigen middelen van maximaal 1 miljoen in het vooruitzicht.
Het resterende tekort zou ten laste van de gemeente blijven. Het groene licht
bleef evenwel uit.