Planning woningbouw en woningverbetering 1986-1990.
Bijlage no. 318 Leeuwarden, 19 september 1985.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
Evenals in voorgaande jaren dient U ten behoeve van de nieuwbouw, de verbouw en
de woningverbetering verschillende planningslijsten met daarin vervat de priori
teitstelling voor de jaren 1986-1990 vast te stellen.
Op 10 september 1984 hebt U de planningslijsten voor de periode 1985-1989 vast
gesteld. Deze lijsten hebben wij geactualiseerd en voorzover nodig bijgesteld.
De belangrijkste bijstellingen betreffen de kwalitatieve woningbehoefte, dit
naar aanleiding van de uitkomsten van het woningbehoefte-onderzoek, dat in 1984
in de gemeente Leeuwarden is gehouden. Onder handhaving van de groeitaak is
tevens de prognose van het aantal huishoudens en benodigde woningen enigszins
aangepast.
De planningslijsten zijn gecompleteerd met een overzicht van de voorgenomen
nieuwbouw, verbouw en woningverbetering in 1986. Op de verschillende aspecten
die een rol hebben gespeeld bij de invulling van de programma's gaan wij hier
onder nader in. Tevens is aandacht besteed aan de situatie in de stadsvernieu
wing en de stadsuitleg Camminghaburen)
De planningslijsten.
De planningslijsten, zoals deze voor 1985 gelden, wijken qua opzet niet af van
de lijsten uit 1984. De planningslijsten zijn onderverdeeld in:
- het nieuwbouwprogramma;
- het verbouwprogramma voor HAT-eenheden;
- het verbeteringsprogramma (incl. groot-onderhoud);
Ter onderbouwing van de programma's zijn er bladen voor:
- de kwantitatieve woningbehoefte;
- de kwalitatieve woningbehoefte;
- de bouwgrondcapaciteit;
- de inventarisatie van nieuw- en verbouwplannen;
- de behoefte aan woningverbetering;
- de inventarisatie van woningverbeteringsplannen.
De Provinciale Volkshuisvestingscommissie, die in de plaats komt van de Advies
commissie voor de Verdeling van de Rijkssteun voor de woningbouw (AVRW), zal aan
Gedeputeerde Staten van Friesland advies uitbrengen over het provinciale pro
gramma voor de nieuwbouw, verbouw en woningverbetering. Vervolgens zal dat
college een programma-advies en een verdelingsadvies uitbrengen aan het Rijk. De
Hoofdingenieur-Directeur voor de Volkshuisvesting stelt vervolgens de gemeen
telijke contingenten vast in overeenstemming met het verdelingsadvies van G.S.