- 6 -
Binnen het landelijk bouwprogramma daalt het aandeel van de sociale sector ten
gunste van de marktsectoren. Deze ontwikkeling doet zich ook binnen het Leeu
warder contingent voor. Gelet op de uitkomsten van het woningbehoefteonderzoek
zullen wij met de provincie en het Rijk (de HID) nader in overleg treden over
het contingent sociale huursector (goedkope huurwoningen) te vergroten ten koste
van de duurdere huursector (beleggers).
De HID heeft voor de periode 1986—1988 180 woningwetwoningen per jaar gereser
veerd voor knelpunten uit de Stadsvernieuwing.
In 1985 heeft de gemeente Leeuwarden een toewijzing van 50 woningen uit dit
knelpuntcontingent gekregen voor het bouwplan van 99 woningen aan de Smidsbuurt.
Voor 1986 wordt eenzelfde toewijzing verwacht voor het resterende deel van dit
bouwplan.
Uitgaande van het verwachte contingent voor de komende jaren zijn de prioritei
ten voor 1986 en volgende jaren aangewezen. De prioriteiten zijn zodanig, dat
stadsvernieuwingsplannen de voorkeur hebben boven stadsuitleg. Wij merken op,
dat het jaarprogramma voor 1986 eerst definitief zal worden bepaald bij de toe
wijzing van het contingent in de maand december.
De voorlopige prioriteitenlijst is voor U ter inzage gelegd.
Wij zullen in overleg met de Commissie voor de Volkshuisvesting de verdeling van
het contingent over de projecten bepalen.
Wij gaan uit van het principe dat alleen plannen worden opgevoerd voor de verde
ling van contingent wanneer de woonbestemming vaststaat en de plannen binnen de
vereiste termijn de gewenste mate van hardheid zullen bezitten.
Indien mogelijk zullen wij plannen aanmelden voor het knelpuntcontingent voor
stadsvernieuwingsplannen.
Voor het plangebied Camminghaburen is het bouwprogramma voor de eerste jaren be
perkt tot de marktsector. Wij streven naar de realisatie van een groter aantal
maar kleinere complexen premiehuurwoningen door beleggers.
Door het werken met kleinere projecten blijft het aanbod gedifferentiëerd.
Op deze wijze wordt tevens getracht aansluiting te krijgen op de woningbehoefte.
Won ingv erbe te r ing
Op blad VI wordt het programma voor de woningverbetering weergegeven.
Het programma (de gewenste contingenten) is gebaseerd op de gegevens van de ge
schatte behoefte. Deze gegevens zijn op blad VII vermeld.
Het programma is ten opzichte van het vorige jaar nauwelijks gewijzigd.
Uit een recente standopname van de woningverbetering is gebleken, dat van het
bezit aan voor-oorlogse woningwetwoningen van de corporaties en het Gemeentelijk
Woningbedrijf - in totaal 1801 woningen - reeds 1052 woningen in meer of mindere
mate zijn verbeterd. Momenteel zijn voor 260 woningen nog verbeteringsplannen in
uitvoering. Het resterende aantal nog te verbeteren woningen bedraagt 489. Wij
streven ernaar om voor deze woningen in de komende vijf jaar verbeteringsplannen
te ontwikkelen in overleg met de betrokken corporaties. In het programma is
tevens rekening gehouden met een aantal zgn. "nabeurten". Blad VI geeft dan ook
een totaal van 535. Het bezit van de corporaties en het woningbedrijf van na
oorlogse woningen van 20 jaar en ouder bedraagt 9900 woningen. Van dit aantal
zijn reeds 1741 woningen onderwerp geweest van enige vorm van woningverbetering
of groot-onderhoud.
Voor 1119 woningen zijn nog verbeteringsplannen in uitvoering. Het aantal na
oorlogse woningwetwoningen dat nog verbeterd moet worden bedraagt 7040. Bij deze
behoeftebepaling zijn de woningen van de overige non-profit verhuurders wel in
de berekening van blad VII betrokken.
Het betreft hier evenwel voornamelijk een nog vrij jong bezit van voornamelijk
bejaardenwoningen, welke binnen de programma periode nog niet verbeterbehoeftig
zijn.
Omdat echter reeds een deel van de na-oorlogse corporatiewoningen jonger dan 25
jaar als verbeterbehoeftig moet worden aangemerkt, is het programma voor de
woningverbetering in deze categorie enigszins opgehoogd.
In de behoefte-bepaling is gebruik gemaakt van een grove schatting voor deze
correctie.
Op de bladen VIII 1 t/m 4 zijn de verbeteringsplannen geïnventariseerd.
Conform de Nota Uitgangspunten blijft de nadruk liggen op het ontwikkelen en
uitvoeren van grootonderhoudsplannen.
Prioriteiten woningverbetering.
Bij de ter inzage gelegde stukken is een overzicht opgenomen van de voornemens
tot woningverbetering. Er is een knelpunt bij de verbetering van na-oorlogse
woningwetwoningen. De verbetering van het Valeriuskwartier (549 won.is tot
opheaen door het ontbreken van additionele middelen nog niet mogelijk. Tevens is
het contingent ontoereikend om de veelheid van groot onderhoudsplannen te kunnen
uitvoeren. Door het wegvallen van de "terugploegregeling" in 1984 is het vorig
jaar toegekende meerjarencontingent van 200 na-oorlogse woningwetwoningen
onvoldoende. Wij zullen blijven aandringen op grotere contingenten en een ver
betering van de subsidieregeling voor met name grootonderhoud aan na-oorlogse
won ing we two n ing en
Toepassing van de "0,75$ aftrek" en de 2.000,regeling".
Onder verwijzing naar de inhoud van de ter inzage gelegde nota en ons besluit
van 28 mei jl., kunnen de onderstaande projecten in aanmerking komen voor een
lagere huurstelling.