Kr. 19962 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 november 1985 ij lage nr. 391 gelet op de artikelen 168, 202 en 211 van de Gemeentewet; BESLUIT artikel 7 van de Veemarktverordening komt te luiden: Burgemeester en Wethouders kunnen ambtenaren aanwijzen die bevoegd zijn: 1. bij het opstellen van vee en kleinvee op het voorterrein en op de markt plaats aanwijzingen en bevelen te geven. 2. de in strijd met de onder 1 bedoelde aanwijzingen en bevelen geplaatste dieren, onverminderd het in artikel 38 bepaalde, van hun plaats te ver wijderen of te doen verwijderen. artikel 37 eerste, tweede en derde lid, van de Veemarktverordening worden ingetrokken. I. artikel 37 van de Veemarktverordening komt te luiden: 1Burgemeester en Wethouders kunnen ambtenaren aanwijzen die bevoegd zijn abevelen en aanwijzingen te geven aan een ieder die zich op het vee marktterrein bevindt. Degene tot wie de aanwijzing of het bevel zich richt, is verplicht zich hiernaar te dragen. b. personen: 1. die aldaar niet noodzakelijk aanwezig behoeven te zijn; 2. van wie gevreesd wordt dat zij de orde zouden kunnen verstoren; 3. van wier aanwezigheid verstoring van de orde valt te vrezen; 4. die een goede gang van zaken op het veemarktterrein zouden kunnen belemmeren; de toegang tot het veemarktterrein te ontzeggen. c. een ieder op het veemarktterrein: 1. die de orde verstoort; 2. van wie gevreesd wordt, dat hij de orde zou kunnen verstoren; 3. die zich niet gedraagt naar de door de ambtenaar gegeven aan wijzingen en bevelen;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 475