erfdienstbaarheden (derhalve erfdienstbaarheden van voet- en kruipad, van
weg, of hoe de betreffende erfdienstbaarheden bij de vestiging dan ook
anders mochten zijn benoemd) tengevolge van de onderhavige uitgifte in
erfpacht/opstal danwel een reeds plaatsgevonden hebbende uitgifte in
erfpacht/opstal van enig hiervoor genoemde gedeelte van een perceel/geheel
perceel, danwel een nog plaatsvindende uitgifte in erfpacht/opstal van enig
hiervoor genoemde gedeelte van een perceel/geheel perceel, overeenkomstig
het bepaalde in artikel 748 Burgerlijk Wetboek zal herleven/is herleefd, en
dat zij daarenboven, indien en voorzover de bereikbaarheid van enig hiervoor
genoemd gedeelte van een perceel/geheel perceel stoelt op een bestemming tot
buurweg als bedoeld in artikel 719 Burgerlijk Wetboek of een anderszins ten
behoeve van de bereikbaarheid van enig hiervoor genoemd gedeelte van een
perceel/geheel perceel getroffen regeling, in hun gemelde hoedanigheden deze
buurweg hierbij opheffen, danwel de anderszins ten behoeve van de bereik
baarheid getroffen regeling hierbij beëindigen;
uitdrukkelijk wordt hierbij bepaald dat de jaarlijkse grondpacht ten bedrage
van 0,56 per jaar - waarmede het perceel kadastraal bekend gemeente
Leeuwarden, sectie A, nummer 1854, voordat dit perceel door de gemeente
Leeuwarden in eigendom werd verworven, ten behoeve van de gemeente Leeuwar
den was bezwaard - thans geheel is tenietgegaan;
tengevolge van de onderhavige uitgifte in erfpacht/opstal zal de gemeente
Leeuwarden terzake van deze tenietgegane grondpacht dan ook geen enkel recht
meer doen (kunnen doen) gelden;
voorzoveel nodig en mogelijk wordt door de gemeente Leeuwarden dan ook
afstand gedaan van alle rechten welke zij terzake van deze grondpacht
krachtens de wet nog geldend zou kunnen maken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Nr. 20091
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 november 1985
(bijlage nr. 396);
BESLUIT
aan H.H. Broeksma en B.J. Broeksma-Scheppink, tezamen wonende te Leeuwarden,
U, van Houtenwei 5 (hierna ook te noemen: de erfpachter), ieder voor de onver-
d< side helft:
I voor onbepaalde tijd in erfpacht af te staan - zulks gecombineerd met de
vestiging van een accessoir opstalrecht - het ten westen van en aan de Vij
zelstraat liggende perceel grond, 'waarop is gesticht de opstal (dan wel een
deel van de opstal) met aanhorigheden, plaatselijk gemerkt Vijzelstraat 15,
uitmakende ter plaatse nader aan te geven gedeelten van de percelen,
kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie A, nummers 1975, 1854 en 72,
zijnde de betreffende gedeelten van bedoelde percelen op de bij dit besluit
behorende tekening - aan welke tekening door de erfpachter overigens geen
enkele rechtskracht kan worden ontleend met een arcering globaal aangege
ven, zulks tegen een canon berekend naar een grondwaarde van 12.000,
(géén B.T.W. verschuldigd) en een rentevoet van 8,75? per jaar, bedragende
deze canon derhalve 1.050,per jaar;
I: te verkopen en in eigendom over te dragen de op de onder I. bedoelde in
erfpacht/opstal uit te geven grond aanwezige opstal (danwel een deel van
deze opstal) met aanhorigheden, plaatselijk gemerkt Vijzelstraat 15, voor
een koopsom van 15.600,(géén B.T.W. verschuldigd),
één en ander onder de navolgende bepalingen en bedingen:
de begrenzing van de onder I. bedoelde in erfpacht/opstal uit te geven grond
zal vóór de dag van het verlijden van de akte tot uitgifte in
erfpacht/opstal nader worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar van
de Dienst Stadsontwikkeling van de gemeente Leeuwarden;
over- of ondermaat tengevolge van de nog ambtshalve plaatsvindende
kadastrale opmeting van de uit te geven grond kan geen aanleiding geven tot
verhoging of verlaging van de grondwaarde en/of de canon;