Nr. 20059
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 21 november 1985
(bijlage nr400
gezien het advies van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Friesland;
gelet op artikel 3, derde lid van de Winkelsluitingswet 1976;
BESLUIT
zijn besluit van 3 april 1978, nr. 4343b als volgt te wijzigen:
Artikel I
Artikel 1, tweede lid komt als volgt te luiden:
2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt het bepaalde in arti
kel 3, tweede lid, onder d van de Winkelsluitingswet 1976 gedurende het
tijdvak tussen 18.00 uur en 21.00 uur niet op de vrijdag onmiddellijk
volgend op Hemelvaartsdag en op die onmiddellijk volgend op 5 december.
Artikel II.
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van haar afkondiging.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Aangaan van onderhandse geldleningen.
B:; lage no. 401 Leeuwarden, 21 november 1985.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 2 van de Wet Kapitaaluitgaven Publiekrechtelijke Lichamen
w. ,'dt aan besluiten van gemeenten tot het ramen van uitgaven ten laste van de
k;jitaaldienst van hun begrotingen, behoudens uitzonderingen, door Gedeputeerde
Staten der provinciën slechts goedkeuring verleend, indien de vaste financiering
v; .1 de uit hoofde van deze uitgaven te verrichten betalingen binnen een tijdvak
v 15 maanden verzekerd is. Deze vaste financiering zal wanneer zij niet kan
gt -ichieden met ter beschikking van de gemeente komende middelen uit hoofde van
bijvoorbeeld opbrengsten terzake van verkopen, moeten plaatsvinden met aan te
trekken vaste geldleningen.
Voorts moet de gemeente regelmatig geldleningen aantrekken om de vlottende
s mid van de gemeente te consolideren. Deze schuld kan ontstaan door het doen
van uitgaven voor onderhanden zijnde werken na de in de eerste alinea genoemde
termijn van 5 maanden en door kapitaaluitgaven die een bedrag van 80.000,
niet te boven gaan.
Om snel te kunnen reageren op bepaalde situaties op de kapitaalmarkt hebt U
oi bij besluit van 19 december 1984, nr. 20250 gemachtigd in 1985 geldleningen
tc. een maximum bedrag van 56 miljoen aan te gaan. Hiervan was 31 miljoen
bedoeld voor de financiering van het investeringsprogramma voor 1985 en 25
m.; joen voor conversie van geldleningen.
'oor de financiering van genoemde investeringen denken wij voor 1986 een
be rag van ongeveer 34 miljoen nodig te hebben.
Tevens doet zich - afhankelijk van de ontwikkeling op de kapitaalmarkt - in
1 waarschijnlijk wederom de situatie voor waarin conversie (omzetting in
nieuwe leningen) van bestaande vaste geldleningen aantrekkelijk is uit het oog-
pu.it van rentabiliteit. Naar verwachting betreft dit een contingent van te con
verteren leningen van ongeveer 26 miljoen. In verband met het voorgaande
st Hen wij U voor ons:
1. een krediet van 26 miljoen beschikbaar te stellen voor het in 1986
buitengewoon aflossen van geldleningen om in de plaats daarvan leningen aan
te trekken tegen een lager rentepercentage (conversie).
2. ons college te machtigen voor 1986 geldleningen aan te gaan tot een totaal
bedrag van 60 miljoen 34 miljoen 26 miljoen).
Van elk door ons, ter uitvoering van het door de Raad te nemen algemeen geld-
le ingsbesluit, voor 1986 te nemen besluit tot het aangaan van een geldlening
en van de goedkeuring hiervan door Gedeputeerde Staten, zullen wij U mededeling
doen.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.