Hoofdstuk I. Algemene aspecten van het beleid. 1.0 Inleiding. In dit hoofdstuk gaan wij in op de algemene aspec ten van het beleid. Achtereenvolgens gaan wij in op: - De ontwikkelingen in de collectieve sector. Deze bezien wij met grote zorg, hetgeen met name geldt voor de positie van de sociale minima. - De noodzaak tot nadere ombuigingen. Ook voor deze beleidsperiode kan naar onze me ning niet ontkomen worden aan nadere ombuigin gen. - Demografische ontwikkelingen. De groei van het aantal ouderen in Nederland, en de daarmee sa menhangende problematiek, dienen tijdig te wor den gesignaleerd, - Het functioneren van de gemeentelijke overheid. De voortdurende kortingen op de van rijkswege te verkrijgen middelen bemoeilijken het functione ren van de gemeentelijke overheid. Tevens plaat sen wij enkele kanttekeningen bij de uitwerking van het decentralisatiestreven van de rijksover heid. - Het regionaal-economisch beleid. Aan de orde ko men de effecten van dit beleid op de gemeente Leeuwarden, alsmede de centrumpositie van onze gemeente - Het gevoerde beleid ten aanzien van de absolute hoofdprioriteiten van beleid. Deze zijn stads vernieuwing en werkgelegenheidsbeleid. - De middelenfuncties. Achtereenvolgens gaan wij in op: financiën, personeel, organisatie en informatie. 1.1 Algemene situatie. De ontwikkelingen in de private sector en in de collectieve sector van de economie lopen uiteen. Hoewel de opvallende groei van de resultaten van het bedrijfsleven enigszins wordt afgeremd is men druk doende zich uit de economische recessie om hoog te werken. De situatie in de collectieve sec tor is het tegenovergestelde. Wederom heeft het kabinet besloten tot een omvangrijke ombuigings operatie. De inkomens in de collectieve sector en met name van hen die zijn aangewezen op een uitke ring, staan nog steeds onder druk. In deze context bezien zal het U niet verbazen dat ook op gemeen telijk niveau opnieuw niet kan worden ontkomen aan een ombuigingsoperatie. Wij hebben de indruk dat in de collectieve sector het dieptepunt nog niet is gepasseerd. De hier geschetste ontwikkelingen bezien wij met grote zorg. Het kabinet wentelt de problematiek voor een aanzienlijk deel op andere overheden en de zwaksten in de samenleving af. Voor een aanmer kelijk gedeelte van onze inwoners is de financiële situatie ronduit slecht te noemen. Dit blijkt o.a. uit de toenemende schuldenproblematiek. Het valt echter te verwachten dat de situatie voor dit deel van de bevolking nog slechter zal worden. Voor een beschrijving van de voornemens op dit gebied ver wijzen wij U naar hoofdstuk II. Dit klemt des te meer als wij constateren dat in de periode 1981- 1984 het aantal toegekende eenmalige uitkeringen in Leeuwarden meer dan verdubbeld is: tot 5.300. Wij kunnen dan ook niet instemmen met de opmerking van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken dat "het onder de huidige sociaal economische omstan digheden onvermijdelijk is dat het gemeentelijk voorzieningenniveau niet kan worden gehandhaafd." Wij hebben geconstateerd dat het huidige sociaal minimum in steeds meer gevallen niet meer toerei-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 52