uaqqopjjaA aq ap uba uappauuaA qaq ub>i fpqjbbq •9upqoj9aq ap uba apqounj aqospuqoaqsjaaqaq ap jooa ufpz ub>) 9upunaqsjapuo a>tftj9ubqaq uaa sapq -eqsajd uaqqopjjaA aq ap jbao apqeuuojup uba ua>i ->iajqsjaA qaq,, qEp qjjuauiaSdo qpjOM uaAfpjqosjooA suaAa9a9apqBqsajd uba >)pnjqa3 qaq app 'uaqjpjqos -JOOAsqpaqpppqBqdmoo ap fpq Supqqoppaoq ap up •uaqqaq Supj^ajqaq uaAB9qpn ap dojbbm uaqpaqpApqoB ap uba ufpz uappnz qBEqpnsaj qaq app sapqaqsajd ap quajqmo uapamezjaA uappnz suaAaSaS '9upqoj9aq ap uba apqounj a3pqEmsjaaqaq ap uba Sup^uaqsjaA jaq 'Ctm qep do sqjooA fpM ua^jarn pusqjaA qpp up •ua>iBui >(f ppa^Ezpoou qqopppaM 9up>j:>ipqosjaq a^CpxaSdap uaa uappnz uaSuppa^TMquo aqosTjBuSomap aqsqaqosa8 jbbj9bjEd apuaSpoA ap up ep auapuB japuo *uauio>i aq qaSpnq >jf ppequaauia9 qaq uauupq uaSup>[>ipqosuaq qoq ua9oMJaAopaM ua pjaapunj -aS uio ua>jem >jfpqa9oiu jjoo qsuio>iaoq ap up qaq qaoui 9upuupzaqjaq azaq 'ppapaq pjaoAaS uba uaqoajja jooa qqoBpuBB auapBU ubb ppaddo>)a9 'ppapaq puBBqs -aq qaq uba uapzuBB uaq Bupuupzaqjaq uba saoojd uaa qoq uajjajq aq ua9upppajaqjooA ap SupppapuBB apaui euo jooa uauuoA 'ufpz uappnz >if ppa>]Bzpoou sapqBjados8up9pnqmo ajapau qep uaqqoa ^fppufpqos jbbm qsuiojaoq afpqEU ap jooa qaq Ctm qap qpaj qaq ua 9uppa>i>ipMquo azaa •uapaoue aq „joop auaoj9„ qaq up ^oo uauio^quo ubb qapu uajBf aqsqBBp ap ja uauun>i Ctm '„qnoq jop,, apjoSaqeo ap up uapuoA -a3 uapjOM arnau qaui uajBf ajapjaa up azap uapuo» •qpjOM jaJiCpppaoiu spaaqs uappaqsjooA azap uba 9upp -pajaqjooA uba saooud qaq qap qua>]aqaq ua8up9pnq -mo pequBB uaa qoq uaop uaqaorn uappaqsjooA apseao -ons up puBui apjfpA ap jooa nu p fpM 9BP 9T9J 9öH •ua99ap aq jooa uauapp uBpdsppapaq puaqpnps paajnqonjqs qqopzdo paapouBupj up uaa q Ctm. qep qjaaoppduip qpa *uaop uappnz aoqjapq uappaqsjooA uaa9 uiojapaM p Ctm I^P uapuoqjaA uapapau aqoj9 aqauijap fpM uaqqoB I786L qaMs3uppnoqjaA apapouBupj ap uba zi uea 9upssBdaoq qoq J\aozjaA uaa uba 9upuappup ap ubv •uapjOM qaoui q^BBta -a9 jpaz Jnnqsaqaquaauia9 qaq joop app azna>i a9pq -Btusppapaq uaa sp aqqoBpa9qCpjojd ap uba uassBdaoq qap "uapjOM p8bbja39 eja9jnq ap uba jooajbbp app 'sjajjo apapoueupj ap ua ua9upuapzjooA a>jCpqaquaam -a9 uba poquBB qaq uassnq ua>jem aq 9up2aMjB uaa uio qjooq jnnqsaqaquaaiua9 qaq uba apquaqadmoo ap qoq qaq qsp 9upuaui uba ufpz fpfl 'ua9upqjo>i azap ua3aq uajBMzaq apapdpoupjd >joo Ctm uaqqaq sua9pjaA0 •qpajCpMqaq ua9upqjo>j azap uba ppaqjBBq -jaoAqpn ap qBp uapouEupjaquaaraa2 ap jooa pbbh ap uba ijaozjapuo uaa qpn q>iajq sapsnpouoo ufpz jiCth qaq fpzuaq 'uapnoqa9 uapjOM aq 9upua?[aj ua9upq -jo>i azap qam 8upqqoBMjaA azuo jbbu quapp 2,861 jooa jjoo UBBq ap uba qapu Cpz ufpz pmaja9jE sp supzs9pua 9861 jooa ua9upqjoiiqfpjojd azap uba aq -9ooq ap paMaoq 'ppoqa2qpn ua8upqjoJiqPpjojd ap uba maaqs^s qaq eta uapjOM ua8up2qnqmos}iCpj apBqoq ap up 2upjajiqpn auauia9pB ap do ua9upqjo>i ap uba paap -ubb 9ppajuaAa uaa quajquio ua^BjdsjB aq^bbuias aa *spuojaquaauia9 qaq qpn 9upja>iqpn auaui -a3pB ap do ua2up2pnqtuo 3>iCpj9uBAuio qoq uaqopsaq mojapaM qjaaq qaupqB>i qan *uaqsoio>iup a^fppaquaam -a9 ap uba 9uB93njaq joop q>{BBZJOojaA azap qpjOM spfpzjapuy •uaAB8qpn appBBdaq uba 9up9oqjaA qoq qppap uaSupuapzjooA apua^ja uaqpaqpjopjd spB uba Supppajqqpn ua 9upABqpuBq qoq aqjaoqaq apuBEqsaq aquaauia9 azuo up ap qep qpaj qaq joop q>tBBZJOOjaA spfpzjaua qpjoM apopjadsppapaq apuauio>i ap jooa apqBjados9upjapjBBMjaq uaAa9a9uBB uaAoqjapq aq •ua9up9pnqaio ajapBU qoq HBBzpoo^ Z'l •9uBpaq quaupuia uba nB0Apuua9upuapzjooA ^Cppaquaauia9 qBBnbapB uaa sp uapzaq qqopp qpp up nsaatusqjbbapaM puasssd pfpq azap Cpq uaa up uapzjooA uauun>] aq uio sp pua>i prestaties voorts een goed hulpmiddel zijn bij de beoordeling van het uit te voeren c.q. uitgevoerde beleid" Voorbeelden van dergelijke gegevens zijn het aan tal vierkante meters wegen, openbaar groen c.a., die met het beschikbare bedrag worden onderhouden, het aantal te verrichten sportkeuringen, het aan tal te subsidiëren voorstellingen etc. De informatieve waarde van deze gegevens kan sterk worden vergroot door de geraamde activiteiten (i.e. prestaties) te relateren aan bijvoorbeeld de kosten, het aantal inwoners, het aantal deelne mers, etc. Voorbeelden van dergelijke kengetallen zijn: - aantal m2 plantsoen per inwoner; - subsidie per bezoeker bij een voorstelling; - het resultaat van het G.E.B. per aansluiting; - de kosten per leerling. De praktische toepassingsmogelijkheden van kenge tallen zijn: - het opsporen van uitzonderlijke situaties; - de mogelijkheid de ontwikkeling van bepaalde ac tiviteiten in de tijd te volgen; - vergelijking met kengetallen uit vergelijkbare gemeenten Hoewel er gunstige toepassingsmogelijkheden zijn, dient het gebruik van kengetallen echter met de nodige voorzichtigheid te geschieden. Door het globale karakter van dergelijke getallen bestaat het gevaar dat er te snel onjuiste conclusies wor den getrokken. Zo dienen de kengetallen betrekking te hebben op vergelijkbare eenheden en kunnen geconstateerde verschillen andere oorzaken hebben dan het gevoer de beheer. In dit verband valt te denken aan de relatief slechte bodemgesteldheid in Leeuwarden hetgeen b.v. tot relatief hoge kosten voor plant- soenonderhoud leidt. Met betrekking tot de nadere uitwerking van de verplichting tot het opnemen van prestatiegegevens merken wij op dat een notitie hieromtrent voor de Commissie voor de Financiën zal worden geagen deerd. Deze notitie zal o.a. een aantal voorbeel den van prestatiegegevens en kengetallen bevatten. Voorts hebben wij ons, vanwege de mogelijkheden om kengetallen met die uit andere gemeenten te kunnen vergelijken, aangesloten bij het door het Verifi catiebureau van de Vereniging van Nederlandse Ge meenten ontwikkelde systeem van Vergelijkende Budget Analyse (V.B.A.). 1.3 De verwachte demografische ontwikkelingen1 Een aspect dat steeds meer de aandacht verdient in het gemeentelijk beleid en het centrale thema is geweest van het laatste V.N.G.-congres, is de groei van het aantal ouderen in de Nederlandse sa menleving en de daarmee samenhangende problema tiek. Daarnaast is een wijziging te constateren in het denken over ouder worden en ouderdom. Ging de aandacht voorheen in eerste instantie uit naar de verzorging van behoevende ouderen (met name in de vorm van de bouw van bejaardentehuizen), thans richt de aandacht zich, mede onder invloed van de emancipatiebeweging van de ouderen zelf, op de to tale positie van de oudere mens in de samenleving. In dit verband past het begrip derde levensfase, welke levensfase in het totale verband van de Ne derlandse samenleving steeds belangrijker wordt. Allerlei ontwikkelingen dragen daartoe bij, zoals de verlenging van de levensduur, het eerder uit treden uit het arbeidsproces, het eerder uit huis gaan van de kinderen, een toenemende mondigheid van de ouderen, een hoger wordend opleidingsniveau en een beter wordende sociaal-economische positie. Een duidelijke leeftijdsgrens voor het begin van de derde levensfase is in verband met de indivi duele verschillen niet aan te geven; een strikte 1)Bron: De toekomst wordt steeds ouder, 1985 dl1 uit de serie Maatschappelijke verkenning, V.N.G.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 53