apuajoqaq kfTH qaq qoq spaaqs Sou uba 3upjaoAqpn
qoq qqoBjpdo uaa qoq q^BMzaSjB uazaM up joopjapq
qpjOM aqmpnjsppapaq a>jf ppaquaamaS ap uba 3upq
-oj9j8a apSooaq aa •uaqjpjqosjooAsSupjaoAqpn aquaS
-upjqE jaaz qaui qEB9 pjBBdaS apqBsppBjquaoap uau
-pajjaqsppapaq apuapppqosjaA do qsp q>ifppq oz 'fpq
ua3upua>taqque>i apa^ua jaqqoa Japq uasqBBpd fpfl
uee unaqs ap uba SupjapupuuaA a9eqsa9 qoop 'arnez
9uep uaa do uajef aqsqeep ap uappnp ppapaq qospra
-ouooa-peepoos peeuopSaj qaq up uaSuppa^TMquo sq
•uapuBMnaaq
uba apqpsodiunjquaö ap uba Suppa>j>iTMquo ap qoq 8up>]
->iajqaq qaui uaqoadse ajapuB do ubb3 aq up suajOA
-pB uamouaS uapjoM daop ap japuo ppapaq qospmouooa
-pBBpoos (pBBuopSau) qaq qsjaa pez 'sp SupSaMaq
up jjjaqs a>jBzjaq ppapaqejjfpu qaq aaibu qaui qapuio
•aquaamaS ap uba apqpsodumjquao ap do aauuBBp ua
up qBBuipp>i qospoiouooa-pBBpoos qaq do paopAup a>ifpj
-SuBpaq qjaaq ppaqjaAos>if pj ap spa apBpauxAOjd ap
paMoz uba ppapaq qospuiouooa-pBBpoos pBeuopSaj qaq
•uapuBMnaaq uba apqpsod
-uinjquao ap_qoq Supjpjajqaq qaui uaSuppajpjpMquo
uapjBMnaaq aquaamaS ap jooa ppapaq qospra
-ouooa-pBBpooe pBEuopSaj qaq uba uaqoajja aa g t.
•uapaquapupw ufpzpaw 9uppa8ajs>tf py ©P fPQ
ppaaqjooAfpq apqesppEjquaoap ap J09A usp ja8eq
uappBAaS pBquBB uaa up uapapppui appaqeaS jBBq
->]pqosaq >{BBq apuajjajqaqsap ap uba SupuaoAqpn ap
jooa ap ufpz 'sp uba ajjBjds paM uapq jbem *a>iEjds
s>lf PPawnBU ua9up ja>}qpn a>japjpoads uba Supjaues
ap up puauio>] Sup^^njpqpn qoq 'upz apapouBupj up
apqBsppBjquaoap uba suaSpuaAo sp uaauiaSps qaq up
•ppapaqs9uBJjooAsPp«japuo qaq sp uba
-japq ppaaqjooA uaa *qjaoAJoop apqBsppBjquaoap a>j
-fppjnnqsaq apuaoppoAuo jbbuj 'q9ap aquaamaS ap fpq
s(oopspj apppoueupj ap paM uappBAaS appBBdaq up
^PTU q^q qap qpaj qaq sp uasqBBpd uaAajqsapqBspp
-Bjquaoap qaq fpq Ctm app 3upua>iaqquB^ apaaMq uaa
•ÓBaApusiifpj
qaq jbbu 3njaq sjpaz jo nsaApu apepoupAOjd qaq
jbbu pjaasppBjquaoaS uapjOM aq jaam suaSpoAjaA ujo
nbaapu >ifppaquaauiaS qaq jbbu pjaasqpejquaoapa8 uap
jom quauioui aua qaq do uappaA^jaM aSpmmos fpqjBBM
SupuapjaAqsuapp a^fppaddBqosqeBm ap uba apqBS
het Noorden. De verschillende elementen van het
beleidsinstrumentarium staan onder druk: de wijzi
gingen in de Wet investeringsrekening (W.I.R.), te
weten afschaffing Bijzondere Regionale Toeslag
(B.R.T.) en Ruimtelijke Ordeningstoeslag (R.O.T.);
de wijzigingen in de Investeringspremieregeling
Regionale Projecten (I.P.R.de middelenstroom
ten behoeve van het Integraal Structuurplan Noor
den des Lands (I.S.P.); de afbrokkeling van het
beleid gericht op de spreiding van rijksdiensten;
de subsidies in het kader van het Europees Sociaal
Fonds, enz.
Tegen de wijzigingen in de I.P.R. en W.I.R. hebben
wij meermalen onze bezwaren aan de betrokken be
windslieden kenbaar gemaakt. Met betrekking tot de
afschaffing van de R.O.T. hebben wij in 1985 er
voor gepleit om in aanmerking te komen voor de aan
groeikernen en groeisteden beschikbaar gestelde
compensatieregeling. Dit verzoek, dat door het
College van Gedeputeerde Staten werd ondersteund,
is evenwel door de Staatssecretaris van V.R.O.M.
afgewezen.
In de recentelijk door het Rijk uitgebrachte Nota
Regionaal Sociaal-Economisch Beleid 1986-1990 zijn
maatregelen aangekondigd welke een verdere afbrok
keling van de steun aan de regio impliceren.
Zo is met ingang van 1 september 1985 de I.P.R.-
premie op uitbreidingsprojecten beperkt en is
daarnaast besloten investeringen in grond niet
langer als premiabele kosten in het kader van de
I.P.R. aan te merken. Voorts is in deze nota een
vermindering van de middelen voor voorwaarden
scheppend beleid aangekondigd.
Niet in het minst zijn we teleurgesteld over de
aangekondigde drastische vermindering van de raid-
delentoewijzing aan het Noorden in het kader van
het Integraal Structuurplan Noorden des Lands.
Onze eerste conclusie luidt dan ook dat deze nota
-ppBjquaoap ap qpn ppaaqjooAfpq q^fppq uapaqpSaoA
-aq uba uaqspsop qaq qarn qjaaq aqpaom Jifpy qsq
•ua>ieq
•uam
-maqsup aqjsq uba uaAajqs qpp qarn fp/i uauun>i qopz
do 'naaapu >if ppaquaamaS jbeu -s>ifpj uba uapaqp3aoA
-aq uba apqBsppBjquaoap jbbu qjaajqs qaupqb^ qaq
apqBsppEjquaoap joop q>jjaqs
-j3a uapjow ub>j aqmpnjsppapaq a^fppaquaamaS aa
•ue^jjojqaq uapjOM uauun^ sajnpaoojd a^fppaSjap uba
uaqBq ua uaqso>t ap >100 uapnoz fpqjapn 'uapupA aq
sqBBpd quapp sajnpaoouduBpd apjaaquaqaS aquaamaS
azuo up ap do Supuupzaq apaquamBpunj uaa 'sapqEj
-adosSupjapjBBHjaq apuamo>i apanquaAa uba japB>i qaq
up 'ja ajjaAaoq up 3bbja ap jaAo suo uapejaq fpw
•sajnpaoojduBpd apufpz Supppajaq
-jooa up ua apuBBqsaq ap uba SupjauBs ua Supsqaoq
uba azfpMsuapz ap qam uammaqsup >too uep uauun>i fpw
•uaqso>}
aSppouuo qoq j^bba qpp qppap sqjooA uapaqSppueqs
-mo apSpzfprtaS ubb uBpd qaq uea SupssBduEB ap >100
jBBm 'sp saoojd mBBzpaom ua 8pjnp9ueq uaa UBpd uaa
uba uamoji puBqs qoq qaq uaappe qapu qap pjBB uapp
uba pBqsaam ufpz sajnpaoouduBpd uaAajqosaSjooA aa
•3upm
-maqsjBsppapaq apBopqjaA a^fpppaom uaa qoq sqjooA
qppap qpa •pjamtuoqaq qpjOM 3pqsuja sajnpaoojd
ua uaSupqqoppdjaAUBpd apBJoqoas uba ppaqpaaA uaa
joop neaApu pEBTOupAOjd ua >ifppaquaamaS do 3upS
-awjBsppapaq apEj9aqup ap qap Supuam uba Ctm ufpz
„sajnpaoouduBpd SupjauBS,, apsspmmoosapApv op qow
1-7
voor het Noorden weinig hoop geeft op een snelle
en doeltreffende vermindering van de sociaal-eco
nomische achterstand ten opzichte van de rest van
het land.
De versterking van de sociaal-economische struc
tuur en van het produktierailieu kan door de ver
minderde rijkssteun onvoldoende zijn beslag krij
gen. Terwijl deze versterking juist nu hard nodig
is om te voorkomen dat het Noorden - waar toch al
de gevolgen van de economische teruggang het
sterkst merkbaar zijn geweest - ook nog eens on
voldoende en vertraagd zal kunnen profiteren van
het economisch herstel dat nu zichtbaar wordt en
dat zich naar de mening van vele deskundigen in de
nabije toekomst zal voortzetten.
De structurele achterstand op het gebied van de
sociaal-economische ontwikkeling, zoals die onder
meer tot uiting komt in de regionale werkloos
heidscomponent, rechtvaardigt onzes inziens een
onverminderde steun van rijkszijde. Wij zullen de
regering blijven herinneren aan de beloftes, die
deze en voorgaande regeringen aan het Noorden heb
ben gedaan met betrekking tot het wegwerken van de
regionale achterstanden en wij zullen de regering
en het parlement blijven wijzen op hun verantwoor
delijkheid terzake.
In dit verband kan echter ook op een aantal licht
puntjes worden gewezen:
- Door het parlement is uitgesproken dat het
spreidingsbeleid c.q. vestigingsbeleid van
(nieuwe) rijksdiensten in het Noorden en Liraburg
niet wordt beëindigd.
- De terugploegexperiraenten zullen worden voortge
zet
- De centrumpositie van Leeuwarden is zowel in het
regionaal-economisch als in het ruimtelijk be
leid andermaal erkend.