- 4 - - 5 - volgens de regelen van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. 8. Bij de toepassing van het bepaalde in de voorgaande leden blijft buiten aanmerking de waardeverhogende invloed van de bouw, daaronder begrepen verbouwing of verbetering, van een onroerend goed, zolang die bouw nog niet is voltooid of geen voltooiingsverklaring is afgegeven, dan wel zolang dat onroerende goed nog niet gereed is gekomen voor feitelijk gebruik overeenkomstig de bestemming die met de bouw wordt beoogd. 9. Indien met betrekking tot een onroerend goed een gebouwd eigendom geheel wordt verbouwd, gepaard gaande met gedeelte lijke afbraak en met herbouw, een en ander van een zodanige omvang dat naar maatschappelijke opvatting met die verbouwing de stichting van een geheel nieuw of een nagenoeg geheel nieuw gebouwd eigendom wordt beoogd, wordt voor de duur van de verbouwing de waarde van dat gebouwde eigendom, met uit zondering van de ondergrond buiten aanmerking gelaten. 10. Indien de bouw, verbouwing of verbetering zover is gevorderd dat een gedeelte daarvan gereed is gekomen voor feitelijk gebruik overeenkomstig de bestemming, is het bepaalde in het achtste onderscheidenlijk het negende lid met betrekking tot dat gedeelte niet van toepassing. Artikel 4 1. De waarde in het economische verkeer is die op 1 januari 1984 en vervolgens die op een tijdstip dat telkens 5 jaren later valt. Deze waarde vindt toepassing voor elk belastingjaar vallende in een tijdvak van 5 achtereenvolgende jaren. Dit tijdvak vangt aan op het tijdstip dat één jaar later valt dan het tijdstip als bedoeld in de eerste volzin. 2. Indien de waarde in het economische verkeer in de periode gelegen tussen het tijdstip als bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid en het begin van het belastingjaar wij ziging ondergaat als gevolg van hetzij bouw, verbouwing, ver betering of afbraak, hetzij verandering van bestemming, is in afwijking van de eerste volzin van het eerste lid, de waarde die, welke in aanmerking zou zijn genomen indien die bouw, verbouwing, verbetering, afbraak of bestemmingsverandering zijn beslag had gekregen op het eerstbedoelde tijdstip. Artikel 5 Belastingjaar De belastingjaren vallen samen met de kalenderjaren. Artikel 6 Belastingtarieven 1. Voor elke volle 3.000,van de waarde in het economische verkeer bedraagt a. de gebruikersbelasting 7,45; b. de zakelijk-gerechtigdenbelasting 9,27. 2. Indien de waarde in het economische verkeer van een onroerend goed dat als woning en als zodanig de belastingplichtige tot hoofdverblijf dient, minder beloopt dan 18.000,wordt ter zake van dat onroerende goed de gebruikersbelasting niet geheven 3. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar beneden afgerond op gehele guldens. 4. Belastingaanslagen van minder dan 20,worden niet opge legd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één belastingaanslag. Artikel 7 Vrijstellingen 1Behoudens het bepaalde in het tweede lid worden de belas tingen niet geheven ter zake van: agebouwde eigendommen, met inbegrip van de ondergrond en van hun gebouwde en ongebouwde aanhorighedenwelke in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van genootschappen op geestelijke grondslag - andere dan kerkgenootschappen - die rechts persoon met volledige rechtsbevoegdheid zijn, voor het gezamenlijk beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten grondslag liggende levensovertuiging; b. ongebouwde eigendommen welke deel uitmaken van de op de voet van de Natuurschoonwet 1928 (Stb. 63) aangewezen landgoederen, met uitzondering van aanhorigheden van gebouwde eigendommen; c. natuurterreinen, waaronder begrepen duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, welke door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid, die zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuur schoon ten doel stellen, worden beheerd; d. openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwer-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1985 | | pagina 591