Hoofdfunctie 1. OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID.
Algemeen
Met een gezamenlijke verklaring hebben de Minis
ters van Justitie en van Binnenlandse Zaken op
21 februari 1985 het wetsontwerp "Nieuwe Politie
wet" ingetrokken. Daarmee lijkt voorlopig een ein
de te zijn gekomen aan een al jaren gevoerde dis
cussie om te komen tot een geïntegreerde (provin
ciale) politie-organisatie. In hun verklaring ver
melden de betreffende bewindslieden een aantal be
leidsvoornemens, waarmee zowel beheersmatig als
functioneel de belangrijkste knelpunten in de hui
dige situatie zoveel mogelijk weggenomen worden.
In dit verband kan worden gewezen op het voornemen
te komen tot deconcentratie van het beheer van de
Rijkspolitie, het vaststellen van de minimale om
vang van gemeentepolitiekorpsen en integratie van
het beheer van landelijk opererende diensten, als
mede het opstarten van geïntegreerde algemene
voorzieningen (opleidingsscholen) en budgettaire
voorzieningen. De belemmerende kaders in de wet
geving zullen hieraan worden aangepast. De be
windslieden staat een vergaande vorm van samen
werking voor ogen waarmee aan de toenemende vraag
naar schaalvergroting in optreden wordt voldaan
waarbij de effectiviteit en efficiency in dienst-
voering en besteding van middelen worden opge
schroefd
Dit beleid heeft natuurlijk ook consequenties voor
het politiekorps van onze gemeente. Hierover vindt
reeds in verschillende kaders overleg plaats.
De invoering van een nieuw vergoedingstelsel voor
de politie is nog onderwerp van discussie.
In het rapport "Politiekosten, Verbouw of Nieuw
bouw?" zijn suggesties aangedragen die de kloof
tussen de personele lasten en de vergoeding voor
die lasten kunnen overbruggen. De verwachting is
dat een oplossing in deze zin gevonden kan worden.
II-b
Onder volgnummer 07 is in de begroting van de po
litie wederom een stelpost ad 365.000,geraamd
wegens een verwachte verbetering van de vergoe
ding.
Functie 110.: Politie.
Ont.w^kkei. ingen
De per 1 januari 1985 in werking getreden nieuwe
wijze van vaststelling van de korpssterkte heeft
een gefaseerde uitbreiding van 162 naar 179, *1
hoofden mogelijk gemaakt. Hoewel het nieuwe stel
sel voor Leeuwarden in vergelijking met andere ge
meenten relatief gunstig uitvalt, is deze uitbrei
ding bij lange na niet toereikend om het omvang
rijke werkaanbod volledig te kunnen opvangen. Zo
is in de uitbreiding mede begrepen een (onvolledi
ge) compensatie voor de arbeidsduurverkorting.
Voorts heeft de per 1 januari 1985 ingevoerde
nieuwe inconveniëntenregeling o.m. tot gevolg dat
het personeel minder onregelmatige werktijden mag
worden opgedragen. Een uit het oogpunt van per
soneelsbeheer zeer lovenswaardig streven, dat
echter voor de uitoefening van de dienst weer
extra beperkingen meebrengt. Zaken als deze hebben
tot gevolg- dat de in het verleden ten koste van
grote inspanning verkregen winst bij de verhoging
van de efficiency in de bedrijfsvoering teniet
wordt gedaan. Het valt overigens, gelet op de
opgedane ervaring, te betwijfelen of met een ver
dere verbetering van de bedrijfsvoering een meer
dan marginaal resultaat geboekt kan worden in de
vorm van meer voor operationele inzet beschikbaar
personeel. Voor steden met een centrumfunctie als
Leeuwarden (hier is de problematiek, hoewel op
kleinere schaal, vergelijkbaar met die van de
grote steden) zal veeleer heil moeten worden ver
wacht van een substantiële uitbreiding van de
korpssterkte. Het zou eerder moeten gaan om een