11-20
Hoofdfunctie 4. ONDERWIJS.
Algemeen.
Het onderwijs is momenteel verwikkeld in een pro
ces van ingrijpende, structurele veranderingen. Is
er in de zeventiger jaren vooral gedacht, gespro
ken en geschreven over de gewenste vernieuwing en
ontwikkeling van de verschillende sectoren van het
onderwijs, in de tachtiger jaren ligt het accent
meer op realisering en uitwerking van de beleids
voornemens
Zo hebben per 1 augustus 1985 de kleuterschool en
de lagere school plaatsgemaakt voor de basisschool
en is de aanduiding buitengewoon onderwijs gewij
zigd in speciaal onderwijs. Per 1 augustus 1986
zal de nieuwe Wet op het hoger beroepsonderwijs in
werking treden, waardoor het HBO niet meer onder
de bepalingen van het voortgezet onderwijs zal
vallen, die allang niet meer passen bij de situa
tie in en de organisatie van het HBO.
Verder ligt het in de bedoeling dat per 1 augustus
1986 een ontwikkelingswet voor het voortgezet on
derwijs van kracht wordt, die een kader moet bie
den voor een doelgerichte en planmatige ontwikke
ling van het voortgezet onderwijs. Experimenten
met nieuwe onderwijsvormen, zoals het voortgezet
basisonderwijs en het "nieuwe lyceum" zullen op
grond van deze wet bekostigd en inhoudelijk inge
kaderd worden.
Uit het bovenstaande blijkt wel dat het onderwijs
beleid in belangrijke mate op landelijk niveau
wordt vastgesteld. Dat betekent dat wij voor de
voorbereiding en uitvoering van ons eigen onder
wijsbeleid sterk afhankelijk zijn van het tempo
waarin en de wijze waarop de besluitvorming en de
regelgeving op landelijk niveau tot stand komt.
Dat dat jiiet altijd even adequaat en tijdig ge
beurt, is in het afgelopen jaar opnieuw duidelijk
gebleken bij o.m. de invoering van de Wet op het
basisonderwijs en de herstructurering van de on-
derwijssalarissen, de zgn. HOS-operatie. Alierlei
uitvoeringsmaatregelen en -voorschriften zijn veel
te laat vastgesteld en gepubliceerd, zodat een be
hoorlijk en tijdige verwerking daarvan niet moge
lijk was.
Wij hebben de Minister van Onderwijs en Weten
schappen dan ook per brief onze bezwaren tegen een
dergelijke gang van zaken kenbaar gemaakt. Wij
hechten er in dit verband aan met nadruk op te
merken dat, niet alleen door de herstructureringen
in het onderwijs op zich, maar ook en vooral door
de wijze waarop daaraan uitvoering wordt gegeven,
zowel het personeel van de betrokken scholen als
onze ambtelijke medewerkers in deze sector onder
zware werkdruk staan en ook in de komende periode
zullen staan.
Wat het gemeentelijk onderwijsbeleid betreft zul
len wij in de komende beleidsperiode uitvoering
geven aan de beleidsvoornemens, zoals die zijn
verwoord in de inmiddels door U vastgestelde Raam
nota Onderwijsbeleid, voorzover daarvoor de be
nodigde personele en materiële middelen beschik
baar zullen zijn.
Voor het basisonderwijs zal de nadruk liggen op de
verdere uitwerking van de principes van de basis
school en de schoolwerkplanontwikkeling. Via uit
voering van het door U aangenomen Innovatieplan
voor het openbaar primair onderwijs zal dit proces
ondersteund worden. Tevens streven wij naar gro
tere differentiatie van het onderwijsaanbod door
invoering van de pedagogische concepten van Mon-
tessorie, Freinet en Jenaplan op daarvoor in aan
merking komende scholen. In het speciaal onderwijs
zullen de gevolgen van de invoering van de In-
ter imwet op het speciaal onderwijs en het voort
gezet speciaal onderwijs (ISOVSO) vooral de aan
dacht opeisen, waarbij verbreding en afstemming
van het toelatingsbeleid, alsmede de relaties tot
het basisonderwijs in het kader van het zorgbreed-