11-30
Hoofdfunctie 5. CULTUUR EN RECREATIE.
Algemeen
Op rijksniveau is een aantal belangrijke ontwikke
lingen te signaleren dat relevant is voor het te
voeren welzijnsbeleid op gemeentelijk niveau,
waarbij wij vooral het oog hebben op de voorberei
ding van nieuwe wet- en regelgeving op dit ter
rein, dan wel van wijzigingen daarin.
In dit verband moet gewezen worden op het onlangs
bij de Tweede Kamer ingediende "voorstel van Wet
houdende regelen ten aanzien van de beleidsvorming
en de uitvoering en bekostiging van voorzieningen
op het terrein van het maatschappelijke en so
ciaal-culturele welzijn", korter gezegds de ont-
werp-WelzijnswetHet is de bedoeling dat via deze
wet de taken van de betrokken overheden op een
aantal welzijnsgebieden, zij het op een beperkter
aantal dan aanvankelijk via de Kaderwet Specifiek
Welzijn in de bedoeling lag, globaal wettelijk
worden vastgelegd. Daarmee gepaard gaat dan de sa
nering van een aantal thans bestaande specifieke
uitkeringen, welke in eerste instantie in één bre
de doeluitkering zal worden opgenomen. De desbe
treffende middelen zullen later naar het Gemeen
tefonds en het Provinciefonds worden overgehe
veld.
Naast deze Welzijnswet, waarin o.m. de terreinen
bibliotheekwerk, vorming en sociaal-cultureel
werk, emancipatie- en opbouwwerk, maatschappelijke
opvang en hulpverlening, alsmede sport en sportie
ve recreatie zullen worden ondergebracht, zal er
voorzien worden in een aparte wetgeving voor de
gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstver
lening (in dit kader wordt daarop onder de hoofd
functies 6 en 7 nader ingegaan).
Voorts wordt het gedeelte van het welzijnsbeleid
dat tot het cultuurterrein gerekend wordt buiten
de Welzijnswet gehouden, terwijl op het gebied van
sport en sportieve recreatie de wet alleen van
toepassing zal zijn op voorzieningen die tot de
bemoeiing van het Rijk behoren. Met deze ontwikke
ling lijkt de gedachte die aan de Kaderwet Speci
fiek Welzijn ten grondslag heeft gelegen nldat
het gehele terrein van het specifiek welzijn inte
graal in één wettelijk kader geregeld zou kunnen
worden, definitief losgelaten te zijn. Gekozen is
nu voor aparte wettelijke kaders voor kleinere
doelsystemen binnen het welzijnsterrein. Overigens
kan geconstateerd worden dat betreffende de de
finitieve vormgeving, verantwoordelijkheden-toede
ling en financiering nog erg veel onduidelijkheid
bestaat
Dat dit ook gevolgen heeft voor de onmogelijkhe
den om op gemeentelijk niveau voortvarend beleids
lijnen voor de toekomst op deze terreinen uit te
zetten, ligt voor de hand. In de toelichting bij
de relevante functies in dit beleidsplan wordt
daarop nader ingegaan. Daarnaast wiilen wij U ver
wijzen naar hoofdstuk I van het Programma sociaal-
cultureel werk voor een nadere beschouwing over de
mogelijke gevolgen van de invoering van de Wel
zijnswet, die zeker in financieel opzicht voor de
gemeente Leeuwarden naar verwachting negatief zul
len zijn.
Met betrekking tot het emancipatiebeleid merken
wij het volgende op.
In het afgelopen jaar hebben zich zowel op
landelijk niveau als ook op gemeentelijk niveau
beleidsontwikkelingen voorgedaan die het ernanci-
patie-proces ondersteunen.
Niettemin is de ongelijkheid tussen mannen en
vrouwen voor wat betreft hun maatschappelijke
positie nog steeds groot.
Het werken aan verdergaande vrouwenemancipatie zal
op verschillende maatschappelijke terreinen voort
gezet moeten worden. Hetzelfde geldt voor de
diverse relevante gemeentelijke beleidsterreinen.