Wethouders daarmee ligplaats in te nemen aan kaden of wallen, ten opzichte waarvan toepassing aan het bepaalde in het eerste lid is gegeven. Dit verbod geldt niet voor: a. het tijdelijk innemen van een ligplaats met een beroepsvaartuig a. passant aan de daartoe door Burgemeester en Wethouders aangewezen plaatsen. b. het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig in de daari: bestemde jachthaven en aan daartoe door of vanwege, dan wel met toestemming van de gemeente aangelegde voorzieningen. 3. Een vergunning als bedoeld in het tweede lid wordt onder meer geweigerd indien: a. er geen ruimte is aan de kaden of wallen die op grond van het eerste lid door Burgemeester en Wethouders zijn aangewezen voor d: categorie waartoe het vaartuig behoort. b. de eigenaar of houder van het vaartuig niet als inwoner van de gemeente staat ingeschreven in de Bevolkingsregisters van de gemeente Leeuwarden. c. het vaartuig naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. 4. Het is verboden aan een vaartuig, dat met inachtneming van het bepaalde in de voorgaande leden dan wel artikel C4 een ligplaats hee: ingenomen, werkzaamheden van ingrijpende aard te verrichten, dan wel te doen verrichten, onderscheidenlijk het vaartuig te gebruiken of ts doen gebruiken voor het verrichten of doen verrichten van bedoelde werkzaamheden aan andere vaartuigen. 5. Onverminderd het bepaalde in artikel C39 is het verboden met één of meer vaartuigen langszij gemeerd ligplaats in te nemen. Burgemeester en Wethouders kunnen tijdelijk ontheffing verlenen van dit verbod voor het langszij gemeerd ligplaats innemen met een onbewoond vaartuig aan door hen daartoe aangewezen kaden. 6. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in het geval de eigenaar of houder met een vaartuig een ligplaats inneemt of toestaat dat ligplaats mag worden ingenomen elders dan op een daartoe door Burge meester en Wethouders in de vergunning aangewezen plaats (en), dan wel ligplaats is ingenomen in strijd met het bepaalde in de voorgaande leden, de vergunning in te trekken. 7. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd een vaartuig, dat in strijd met het bepaalde in de voorgaande leden dan wel met artikel C4 een ligplaats heeft ingenomen, van de ingenomen ligplaats te verwijderen en over te brengen naar een daartoe aangewezen plaats. Zij zijn in dat geval tevens bevoegd aan de rechthebbende op het vaa: tuig de toegang tot het vaartuig te ontzeggen en de afgifte ervan te weigeren indien: a. niet voldoende wordt aangetoond dat het vaartuig buiten de gemeen: grenzen zal worden gebracht, dan wel naar een ligplaats binnen de gemeente waarvoor is voldaan aan het bepaalde in het tweede lid, alsmede; b. de kosten voor de overbrenging en de bewaring van het vaartuig nie volledig zijn voldaan. 8. Burgemeester en Wethouders zijn, in het geval het vorige lid is toege past, bevoegd het vaartuig na verloop van een termijn van drie maanden openbaar te verkopen, indien geen rechthebbende op het vaartuig bekend is, dan wel, indien de rechthebbende wel bekend is, deze de kosten als bedoeld in het zevende lid niet binnen de genoemde termijn heeft vol daan. Indien de opbrengst het totaal van de kosten, die der verkoping daaronder begrepen, overtreft, blijft het restant gedurende vijf jaar ter beschikking van de rechthebbende; na het verstrijken van deze ter mijn vervallen alle aanspraken. Indien de opbrengst niet toereikend mocht zijn om de kosten, met inbegrip van die der verkoping te dekken, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd het resterende bedrag in te vorderen overeenkom stig het bepaalde in artikel 155 Gemeentewet. D. In artikel C6, eerste lid wordt de zinsnede "woonschip, als bedoeld in het vorige artikel" vervangen door: vaartuig. E. In de artikelen C35, eerste lid, C36, C37, eerste lid, C38 en C39 komt de zinsnede "- niet zijnde een woonschip in de zin van de verordening op woonwagens en woonschepen -" te vervallen. F. Artikel C39, sub b wordt vervangen door: b. onverminderd het bepaalde in artikel C5, vijfde lid, te gedogen dat een ander vaartuig tijdelijk terzijde van het zijne komt en de opvarenden van dat vaartuig over het zijne een verbinding met de wal hebben, een en ander echter niet om te laden of te lossen. te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de dag volgende op die van de afkondiging. De afkondiging vindt onmiddellijk plaats na de vaststelling van dit besluit. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. - 2 -

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 111