- 16 -
Hoofdstuk 12. De recreatiestructuur van Leeuwarden en omgeving.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de relaties die er bestaan tussen enerzijds
de recreatiestructuur en anderzijds de 3tedebouwkundige aspecten (ondermeer
verkeersstructuurde groenstructuur in en om de stad en de
landschapsstructuur
Er worden gedachten ontvouwd over de mogelijkheden om de hier bedoelde
verschillende aspecten ruimtelijk en functioneel met elkaar in verband te
brengen.
In dit verband worden enige belangrijke elementen genoemd. Zo wordt het streven
benadrukt om het Middelzeegebied visueel van noord naar zuid toe open te houden.
Verder wordt in dit hoofdstuk als uitgangspunt genomen dat de groenstructuur het
stedebouwkundige model moet versterken. Deze versterking zou kunnen plaatsvinden
door de groenelementen zoveel mogelijk concentrisch met elkaar te verbinden.
Een indeling in concentrische zone's die stadsdelen scheiden is evenwel uit
recreatief oogpunt niet altijd noodzakelijk.
Voor een verdere ontwikkeling van de extensieve recreatiemogelijkheden dient
aansluiting te worden gezocht bij de karakteristieken van het landschap en
rekening te worden gehouden met ontwikkelingen in aangrenzende gemeenten. In de
in uitvoering zijnde ruilverkavelingen is de uitbreiding van bos en beplanting
voorzien in het noord-oostelijke deel van de gemeente Tietjerksteradeel en nabij
Stiens. Mede in dit licht worden mogelijkheden van uitbreiding van boselementen
in de gemeente Leeuwarden nader beschouwd.
Daarbij wordt het volgende onderscheid gemaakt.
Kleinere boselementen (15 a 30 ha) kunnen recreatief gezien alleen maar func
tioneren indien er een goede uitwisseling is met mogelijkheden in de omgeving
(vergroten van de variatie). Bij een boselement van formaat (meer dan 75 ha.) is
uitwisseling met de omgeving minder essentieel. Een dergelijk bos kan als
zelfstandig recreatiegebied functioneren. In het hoofdstuk wordt tenslotte een
aantal mogelijke locaties voor de aanleg van boselementen aangegeven.
COMMENTAAR
Wij onderschrijven het belang van het leggen van relaties tussen de in dit
hoofdstuk bedoelde aspecten van de recreatiestructuur.
Opgemerkt dient te worden dat dit op zich zelf geen nieuwe benadering is doch
een visie die in de relevante beleidsontwikkelingen tot nu toe altijd een
rol heeft gespeeld.
Het genoemde streven om het Middelzeegebied visueel open te houden past in Uw
beleid. In Uw vergadering van 12 januari 1981 werd ingestemd met de reactie van
de Regio Friesland-Noord betreffende het voorontwerp streekplan Friesland.
In deze reactie werden overwegende bezwaren aangetekend tegen de mogelijke aan
tasting van het open landschap van de Middelzee-polders.
De meest concrete suggestie die in dit hoofdstuk wordt gedaan betreft het
uitbreiden van het aantal boselementen. De mogelijkheden daartoe zijn reeds
enige tijd in studie. Een en ander heeft ondermeer geresulteerd in de nota
Boscomplex Leeuwarden die op 10 juni 1985 in de Commissie voor Ruimtelijke
Ordening is behandeld. Deze nota is voor U ter inzage gelegd.
Overeenkomstig het advies van voornoemde commissie hebben wij op 16 juli 1985
besloten de D.S.O. opdracht te geven tot het opstellen van een landschapsstruc
tuurschets en de daarbijbehorende nota Het Leeuwarder Bos". Zodra deze stukken
gereed zijn, zullen wij U ter zake een voorstel doen. Wij gaan er daarbij wel
- 17 -
vanuit dat zowel de investering als de exploitatie van dit bos geheel voor
rekening van Staatsbosbeheer komen.
De locatie waarom het in dit geval gaat is het noordelijk stadsrandgebied
(Vierhuis) dat voorlopige als voorkeurslocatie wordt beschouwd.
Hoofdstuk 13» Beleidsaanbevelingen en prioriteitsstelling.
In dit hoofdstuk wordt een samenvatting gegeven van de aanbevelingen en priori
teiten die in de daaraan voorafgaande hoofdstukken aan de orde zijn gesteld.
Aangezien er in dit hoofdstuk geen nieuwe elementen naar voren komen die niet al
in de vorige hoofdstukken zijn behandeld behoeft op deze plaats op dit hoofdstuk
niet nader te worden ingegaan.
Resumerend stellen wij U voor het rapport "Openluchtrecreatie in en rondom
Leeuwarden" zoals dat in ontwerp door het ingenieursbureau "Oranjewoud" B.V. is
uitgebracht rekeninghoudend met de door ons in het voorgaande gemaakte
opmerkingen, aanvullingen en wijzigingen, mede te hanteren als uitgangspunt
voor het te voeren beleid op het terrein van de openluchtrecreatie.
Onder vermelding dat de Commissies voor Sport en Recreatie en voor Ruimtelijke
Ordening zijn gehoord stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgaand
ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.