- 6 - De kosten van 265.000,— kunnen worden gedekt door tot dit bedrag te be schikken over een gedeelte van het werkgeiegenheidsfonds. Wij stellen voor de gemeentebegroting en de begrotingen van de Dienst Stadsontwikkeling, de Dienst voor Sport en Recreatie, de Dienst voor Reinigint en Brandweer en het Woningbedrijf voor het dienstjaar 1986 te wijzigen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarde: mr. G.J. te Loo Burgemeeste: mr. W.J.G. Reumer Secretaris, Wijziging benaming muziekpedagogische academie in conservatorium. Bijlage no. 116 Leeuwarden, 4 maart 1986. Aan de Gemeenteraad. Door de Wet op het hoger beroepsonderwijs (WHBO) die op 1 augustus 1986 in werking zal treden, zullen er vele veranderingen optreden in de wettelijke voorschriften voor de scholen voor hoger beroepsonderwijs. Een van de belangrijke veranderingen, die ook voor de inhoud en organisatie van het onder wijs ingrijpende gevolgen heeft, betreft de voorschriften voor de inrichting en bekostiging van het onderwijs. Tot nu toe werden onder de werking van de huidige Wet op het voortgezet onderwijs de verschillende afdelingen, die een school voor hoger beroepsonder wijs in stand mocht houden, gebonden aan toestemming van de minister via speci fieke bekostigingsbeschikkingen. Onder de vigeur van de toekomstige Wet HBO zal de "studierichting" het aangrijpingspunt zijn voor de bekostiging door het Rijk. Dit begrip "studierichting" is bovendien ruimer dan het begrip "afdeling" in de huidige wetgeving. Zo bestaan thans bij de Stedelijke Muziekpedagogische Akade- mie de afdelingen voor schoolmuziek, theorie der muziek, instrumentale/vokale docentenopleiding en praktijkopleidingen met daarbinnen differentiatiemogelijk heden naar afstudeerrichtingen. Onder de nieuwe wetgeving zal er een studierichting muziek zijn, waarbinnen alle bestaande afdelingen en afstudeerrichtingen die het muziekvakonderwijs kent, ondergebracht worden en gegeven kunnen worden. Op grond van het nieuwe bekostigingssysteem ontvangt de instelling dan een volgens een bepaald bekosti- gingsprofiel vastgesteld bedrag per ingeschreven student van die studierichting. De instelling heeft dan de keuze om met de aldus verkregen middelen het onder wijs binnen de gestelde kaders zo in te richten als zij wenselijk acht. Onder de huidige wetgeving is er een duidelijk verschil tussen conservatoria en muziekpedagogische academies wat de toegestane afdelingen/afstudeerrichtingen betreft. Het verschil zit met name in de opleiding uitvoerend musicus die een conservatorium wel en een MPA niet mag geven. Zoals in het voorgaande al is aangegeven, zal het bevoegd gezag van een MPA onder de werking van de WHBO de vrijheid krijgen om ook de opleiding tot uitvoerend musicus te doen geven. Tot voor zeer kort was het niet duidelijk of het bevoegd gezag van een MPA de vrijheid had om, vooruitlopend op het in werking treden van de WHBO, de benaming "muziekpedagogische academie" te wijzigen in "conservatorium". Beide benamingen komen overigens niet voor in de huidige Wet op het voortgezet onder wijs, maar worden in de uitvoeringsvoorschriften en circulaires gehanteerd om het verschil in afstudeermogelijkheden tussen beide soorten muziekvakonderwijs instellingen aan te duiden. Uit recent overleg met het ministerie van 0. en W. en de rijksinspectie is gebleken dat er geen bezwaar tegen bestaat om desgewenst nu reeds de benaming "conservatorium" te gaan hanteren. Intern is men binnen de Stedelijke MPA reeds enige tijd bezig om zich te bezinnen op de mogelijkheden die de nieuwe wetgeving biedt en heeft men zich uitgesproken voor uitbreiding van de studiemogelijkheden met die voor uitvoerend musicus met ingang van 1 augustus a.s. Wij zijn van mening dat het gewenst is daartoe over te gaan. Dit is zowel uit het oogpunt van concurrentie t.o.v. soortgelijke instituten elders, als uit het oogpunt van versterking van de sector kunstonderwijs in de toekomstige multisectorale hogeschool te Leeuwarden van groot belang.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 180