mm
Aangaan van een overeenkomst tot overdracht van de gemeentelijke scholen voor
hoger beroepsonderwijs aan het te vormen bestuur van het beoogde multisectorale
cluster te Leeuwarden.
Bijlage no. 117 Leeuwarden, 10 maart 1986.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 27 januari 1986 hebt U besloten de voorstellen, die de
heer Th.H.J. Stoelinga bij brief van 6 december 1985 namens de toenmalige
stuurgroep aan de bestrokken schoolbesturen had voorgelegd, te aanvaarden als
uitgangspunt voor de verdere voorbereiding van de vorming van een multisectorale
instelling voor HBO, zij het onder een aantal opschortende voorwaarden. Soortge
lijke besluiten hebben ook diverse andere betrokken schoolbesturen genomen,
waardoor de beoogde overeenkomst niet tot stand kwam. Wel kwamen de vertegen
woordigers van de betrokken besturen tot de conclusie dat er voldoende basis was
om gezamenlijk verder te werken aan de voorbereiding van het beoogde cluster en
dat al het mogelijke moest worden gedaan om de gerezen problemen op te lossen.
Daartoe is een nieuwe stuurgroep gevormd, waarin alle betrokken besturen
rechtstreeks waren vertegenwoordigd. Deze stuurgroep kreeg tot taak de verdere
voorbereiding van de beoogde fusie ter hand te nemen, daarbij ondersteund door
de reeds langer functionerende projectgroep bestaande uit de heren Bakker, van
Ligtenberg en Mouwen, en door het inmiddels met financiële steun van het
ministerie van 0. en W. en van de provincie ingeschakelde organisatiebureau Van
de Bunt en Co.
De voortgang van dit proces werd medio februari verstoord doordat het
bestuur van de Stichting Hoger Technisch en Economisch Onderwijs in Friesland de
bekostigingsbeschikking inzake de start van de NAVOM (Nederlandse Academie voor
Overheidsmanagement) per 1 augustus 1986 ontving. Aan die beschikking verbond de
minister van 0. en W. de voorwaarde dat het te vormen multisectorale cluster in
Friesland op 1 augustus 1986 moest zijn geëffectueerd. Deze voorwaarde was
eerder ook reeds opgenomen in het convenant dat de provincie Friesland met
minister Deetman over het hoger onderwijs heeft gesloten, en in het in oktober
1985 gepubliceerde scholenplan 1986-1988 waarin de bekostiging van de NAVOM per
1 augustus 1986 in het vooruitzicht werd gesteld. Dit laatste is ook de reden
geweest dat wij U voorgesteld hebben de soortgelijke aanvraag van Uw Raad in te
trekken, waarmee U hebt ingestemd in Uw vergadering van 21 oktober 1985.
Het bestuur van de Stichting HTEOF achtte deze voorwaarde thans echter
onaanvaardbaar, o.a. omdat het van mening was dat het niet in zijn macht lag
deze voorwaarde te vervullen, gezien de benodigde medewerking van zoveel andere
schoolbesturen en gezien de stand van zaken van het fusieproces. Naar aanleiding
van deze opstelling van voornoemd bestuur heeft veelvuldig overleg plaatsgevon
den met allerlei betrokkenen, met de provincie en met het ministerie van 0. en
W. Wij hebben daarin gezien onze betrokkenheid bij de NAVOM een initiërende rol
gespeeld. Dit overleg is uitgemond in een gesprek van minister Deetman met ver
tegenwoordigers van alle bij de beoogde fusie betrokken schoolbesturen op 5
maart jl. Een beknopt verslag van dat gesprek is ter kennisneming bijgevoegd.
De conclusie van dat gesprek was dat de minister uiterlijk 15 maart 1986 van
alle betrokken schoolbesturen een onomkeerbaar besluit tot fusie per 1 augustus
1986 in zijn bezit wenst te hebben, teneinde te voldoen aan de door