Ligplaatsen-beleid
Bijlage nr. 35 Leeuwarden, 16 januari 1986.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 14 maart 1983 heeft U de uitgangspunten van het
te voeren woonschepenbeleid vastgesteld.
Nu er enige ervaring is opgedaan met de uitvoering van dit beleids
terrein is onze indruk dat het tot nu toe gevoerde beleid redelijk werkt.
Om het beleid geheel in overeenstemming met de vastgestelde uitgangspun
ten te kunnen uitvoeren is er behoefte aan nadere instrumenten, om te komen
tot de situatie dat voor het innemen van een ligplaats met alle categorieën
vaartuigen een vergunning nodig is.
Voorts is de vaststelling van de Ligplaatsenverordening Friesland een
reden om het ligplaatsenbeleid nader te regelen. De Ligplaatsenverordening
is reeds door Provinciale Staten van Friesland vastgesteld en zal in de loop
van 1986 in werking treden. De verordening beoogt de natuurlijke, landschap
pelijke en recreatieve belangen in de Friese wateren te beschermen, voor
zover deze belangen samenhangen met het innemen van een ligplaats met vaar
tuigen en zaken welke daarmee verwant zijn. Zoals uit het hierboven vermel
de blijkt, is de verordening ook van toepassing op de wateren binnen onze
gemeente
Wij achten ons echter bevoegd om naast de Ligplaatsenverordening re
gels te stellen omtrent het innemen van een ligplaats met een vaartuig. Ons
beleid beoogt immers de openbare orde op en aan de wateren, waar een doelma
tige verdeling van de beschikbare ruimte nodig is, hetgeen een ander doel
is dan waarop de Ligplaatsenverordening Friesland betrekking heeft. Voorts
dient de Verordening op Woonwagens en Woonschepen, vastgesteld bij raadsbe
sluit van 16 mei 1951 vervallen te worden verklaard; tengevolge hiervan die
nen de artikelen C 35 tot en met C 39 APV te worden gewijzigd.
II. Wijziging van de Algemene Politieverordening.
Zoals wij hierboven reeds hebben vermeld zijn wij van mening dat voor
het innemen van een ligplaats met alle categorieën vaartuigen een vergunning
nodig is. Het tot nu toe gemaakte onderscheid tussen woonschepen, bewoonde
voormalige vrachtschepen en onbewoonde schepen kan derhalve vervallen.
Wij stellen U voor de term "woonschip" in artikel C5 van de APV te wijzigen
in "vaartuig".
Ingevolge het gestelde in artikel A 3 van de APV dient het begrip vaar
tuig in de APV te worden gelezen als een vaartuig in de zin van het Vaar-
reglement. Het Vaarreglement is inmiddels vervangen door het Binnenvaart
Politiereglement (B.P.R.). In dit reglement wordt het begrip "schip" gehan
teerd, hetgeen niet erg ruim wordt uitgelegd. Het is derhalve thans gewenst
een nieuwe definitie van het begrip vaartuig vast te stellen. Wij hebben
aansluiting gezocht bij de Ligplaatsenverordening Friesland. In deze veror
dening wordt het begrip vaartuig als volgt gedefinieerd:
een vaartuig is naast het begrip vaartuig in de gebruikelijke zin van het
woord, een vaartuig zonder waterverplaatsing, een casco, een vaartuig in
opbouw, een vaartuig dat de geschiktheid tot varen of drijven heeft verloren,
dan wel de overblijfselen daarvan.
Uit het bovenstaande blijkt dat het begrip vaartuig in de ruimste zin
des woords dient te worden uitgelegd. Wij stellen U dan ook voor de APV aan
het bovenstaande aan te passen.