-2-
Ingevolge de uitgangspunten, welke destijds door Uw raad zijn vast
gesteld, mogen de rechthebbenden van een pleziervaartuig daarmee in de
periode van april tot 1 oktober tijdelijk zonder vergunning een lig
plaats innemen aan de daartoe aangewezen plaatsen, zoals de Prinsentuin,
de Froskepolle, het Noordvlietslot en enkele gedeelten van de Emmakade
en de ZuidergrachtswalHet lijkt ons, in aansluiting op de Ligplaatsen
verordening Friesland juister in deze te spreken over het aanleggen met
een pleziervaartuig, zodat duidelijk is dat hiervoor geen vergunning no
dig is. Wij stellen U daarom voor het begrip "aanleggen"in de APV te definiëren.
Teneinde het onderscheid met het innemen van een ligplaats duidelijk te doen
zijn, stellen wij U tevens voor de term "ligplaats innemen" in de APV te de
finiëren en hiervoor ook aansluiting te zoeken bij de Ligplaatsenverordening.
De definities luiden als volgt:
aanleggen: het doen of laten liggen van een vaartuig aan een daartoe aange
wezen wal of kade of een voor dit doel aangebrachte voorziening of aan een ander
vaartuig, gedurende de tijd die daadwerkelijk gebruikt wordt voor recreatief
verblijf op of in de omgeving van het vaartuig.
ligplaats innemen: het doen of laten liggen van een vaartuig aan een wal of
kade of aan een voor dit doel aangebrachte voorziening, anders dan voor aan
leggen.
In het nieuwe artikel C5 zijn enkele voorwaarden voor het verlenen van
een ligplaatsvergunning opgenomen:
1. De verzoeker om een vergunning dient inwoner te zijn van de gemeente Leeuwar
den en als zodanig te zijn opgenomen in de Bevolkingsregisters van de ge
meente Leeuwarden;
2. het vaartuig dient te voldoen aan redelijke eisen van welstand.
Deze laatste voorwaarde is opgenomen om bij de verlening van de vergunning
esthetische elementen een rol te kunnen laten spelen, zodat een onderscheidend
criterium kan worden gehanteerd.
In het nieuwe artikel C5 is het verbod tot het verrichten van ingrijpen
de werkzaamheden aan het vaartuig opgenomen. Zoals ook bij woningen aan de
wal zullen de bewoners aan hun vaartuigen onderhoudswerkzaamheden moeten kun
nen verrichten. Indien de werkzaamheden echter zodanig zijn dat hierdoor een
niet toelaatbare hinder voor de naaste omgeving wordt veroorzaakt en duidelijk
is dat deze werkzaamheden op een werf dienen plaats te vinden, kunnen wij op
grond van deze bepaling in dergelijke situaties optreden en de rechthebbende
op het vaartuig verwijzen naar een daartoe bestemde werf.
Tevens is een verbod tot het innemen van een ligplaats met twee of meer
vaartuigen langszij gemeerd opgenomen. In de nota Woonschepenbeleid is uitge
gaan van een stabilisatie van het aantal vaartuigen in Leeuwarden. Daardoor
zou de situatie van het dubbel afmeren met onbewoonde schepen via een uit-
sterfsysteem worden opgelost. Wij hebben echter de Zuidergrachtswal aangewezen
als plaats waar onbewoonde vaartuigen met vergunning mogen liggen. Het dub
bel afmeren is dan derhalve niet meer noodzakelijk. Door het verbod van het
dubbel afmeren wordt voorkomen dat er een goede doorvaart onnodig wordt be
perkt. Voor de goede orde zij vermeld dat dit verbod slechts geldt voor het
ligplaats innemen en derhalve niet voor het dubbel aanleggen. Artikel C39
dient derhalve terzake te worden aangepast.
Het verbod zonder vergunning ligplaats in te nemen met een vaartuig geldt
niet voor:
a. het tijdelijk innemen van een ligplaats als passant aan de daarvoor aan
gewezen kaden en wallen (beroepsvaart).
b. het innemen van een ligplaats met een pleziervaartuig aan de daartoe be
stemde jachthavens en aan de daartoe door of vanwege, dan wel met toestem
ming van de gemeente aangelegde voorzieningen. Te denken valt aan de stei
gers bij de woningen in Aldlan en Camminghaburen
-3-
III. Vervallen verklaren van de verordening op woonwagens en woonschepen.
Doordat deze verordening bij raadsbesluit van 27 juni 1972, nr. 7679
vervallen is verklaard voorzover de verordening betrekking heeft op woon
wagens, is de verordening thans nog slechts van toepassing op woonschepen
in de zin van de Wet op de Woonwagens en Woonschepen.
In de verordening is de Oude Potmarge aangewezen als "woonschepen
haven" en is aan ons de bevoegdheid gegeven in bijzondere gevallen andere
plaatsen in de gemeente als ligplaats aan te wijzen. Daarnaast bevat
de verordening enkele bepalingen met betrekking tot de handelswijze bij het
innemen van een ligplaats.
De Oude Potmarge heeft de functie van woonschepenhaven reeds lang ver
loren. Het gestelde in de overige artikelen van de verordening wordt thans
ook geregeld in de artikelen C28 tot en met C48 van de APV (onderafdeling
"orde op en aan de wateren").
De conclusie is derhalve dat de verordening zijn functie heeft verloren
en kan worden ingetrokken. Dientengevolge dienen de verwijzingen naar deze
verordening in de artikelen C35 tot en met C 39 APV te worden geschrapt.
Wij achten het gewenst dat het wijzigingsbesluit onmiddellijk wordt
afgekondigd, om de Dienst in de gelegenheid te stellen airekt het nieuwe
artikel te kunnen uitvoeren.
Aangezien de thans aan U voorgelegde voorstellen een gevolg zijn van
de door U in 1983 vastgestelde uitgangspunten voor het te voeren woonsche
penbeleid, zijn over deze voorstellen geen commissies gehoord.
Wij stellen U voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp
besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mrG.J. te Loo Burgemeester.
mrW.J.G. Reumer Secretaris.