- 2 -
II. ten aanzien van de te verlenen garantie met de Stichting Stadsver-
nieuwingskorporatie Leeuwarden hierna te noemen stichting gevestigd te
Leeuwarden, een overeenkomst aan te gaan, houdende de navolgende bepalingen;
1de stichting is verplicht het betreffende pand en installaties voort
durend in goede staat van onderhoud te houden, zulks ten genoegen van
Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders en de door hen aan
te wijzen met controle belaste personen moeten in de gelegenheid worden
gesteld controle op de onderhoudstoestand van het pand en installaties
uit te oefenen;
2. de stichting zal de betreffende roerende en onroerende goederen tegen
brand- en stormschade verzekerd houden, zulks ten genoegen van Burge
meester en Wethouders;
3. de stichting verleent alle medewerking aan een door of vanwege
Burgemeester en Wethouders uit te oefenen controle op de administratie
van de stichting;
4. onverminderd het bepaalde in de statuten van de stichting zijn aan de
goedkeuring van Burgemeester en Wethouders onderworpen de besluiten van
de stichting betreffende:
a. het aankopen, vervreemden en bezwaren van onroerende goederen;
b. het aangaan van geldleningen en het uitlenen van gelden, anders dan
korte-termijn gelden;
5. al hetgeen door de gemeente ter zake van de verleende garantie mocht wor
den betaald blijft als schuld op de stichting rusten;
over het bedrag der schuld wordt, totdat zij is afgelost, jaarlijks op
31 december rente op rente bijgeschreven, berekend naar hetzelfde percen
tage als geldt voor de geldlening;
6. de stichting is verplicht de aan de geldlening en aan de garantieovereen
komst verbonden voorwaarden stipt na te komen;
7. de gemeente zal, zolang de in deze overeenkomst bedoelde geldlening niet
geheel is afgelost het recht hebben om alle bezittingen van de stichting
ten behoeve waarvan de geldlening is afgesloten met de op die bezittingen
rustende lasten en verplichtingen en alle schulden der stichting, voor-
zoveel die ten behoeve dier bezittingen zijn gemaakt, gezamenlijk over te
nemen tegen een vergoeding ten bedrage van het voor de verwerving en
instandhouding van die bezittingen aangewende deel van het eigen vermogen
der stichting benevens een eventuele naar het oordeel van Burgemeester en
Wethouders billijke vergoeding voor liquidatiekosten;
8. alle kosten en rechten, vallende op het afsluiten van de garantie
overeenkomst, komen ten laste van de stichting;
9. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantie
overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel is afgelost, zo nodig nadere
voorwaarden te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Aanwijzing van een voorkeursmodel als basis voor de vervanging van de thans aan
wezige parkeercapaciteit op de Oude Veemarkt.
Bijlage no. 170 Leeuwarden, 10 april 1986.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 11 november 1985 (bijlage no. 379) hebt U overeen
komstig ons voorstel besloten tot het aangaan van diverse overeenkomsten met
Aegon. Hierbij is tot uitdrukking gekomen, dat Aegon de behoefte van de gemeente
onderkent om op de Oude Veemarkt minimaal 200 en maximaal 400 openbare parkeer
plaatsen te realiseren; de investering welke hiermee gemoeid is, alsmede de
kosten van het beheer en het onderhoud zouden voor rekening van de gemeente
zijn.
Tijdens de besprekingen is als lokatie voor de parkeervoorzieningen van
Aegon en de eventuele openbare parkeerplaatsen, door Aegon het meest westelijke
deel van de Oude Veemarkt aangewezen (tekening 1 van het rapport).
In genoemd voorstel hebben wij voorts opgemerkt, dat er nog geen definitief
uitgewerkte plannen waren over de wijze waarop de bestaande behoefte elders
ingevuld zal moeten worden, maar dat afhankelijk van de herkomst van de parkeer-
behoefte zich enkele mogelijkheden aandienen (omschreven in het voorstel), die
wij nader zouden uitwerken. Wij hebben de hoofddirecteur van de Dienst Stads
ontwikkeling dan ook opdracht gegeven een studie te verrichten naar vervangende
parkeervoorzieningen voor de Oude Veemarkt. Het rapport ligt voor U bij de stuk
ken ter inzage.
Na een korte inleiding en samenvatting en een hoofdstuk met beoordelings
criteria, volgt een hoofdstuk waarin een beschrijving wordt gegeven van de ver
schillende parkeerlokaties. In het daarna opgenomen hoofdstuk volgt een afweging
waarbij is uitgegaan van de aantallen en zones, zoals deze zijn weergegeven in
het schema met betrekking tot de meest gewenste geografische verdeling (bijlage
1 van het rapport). Het is namelijk van essentieel belang, dat de vervangende
parkeerplaatsen in de juiste gebieden worden gelokaliseerd. De mogelijkheden die
er zijn (hoofdstuk 3)zijn dan ook eerst gerangschikt naar de aangegeven geo
grafische zones; daarna is per zone een afweging gemaakt tussen de verschillende
mogelijkheden. Vervolgens zijn die oplossingen, welke kwantitatief niet voldeden
aan het gewenste aantal parkeerplaatsen in een bepaalde zone, afgevallen. In de
laatste fase van de afweging, uitmondend in een voorkeursmodel, zijn steeds op
basis van de gemaakte kostenberekeningen, de goedkoopste oplossingen gekozen.
Het voorkeursmodel omvat de volgende parkeervoorzieningen: a. R - ter
rein aan de Wijnhornsterstraatb. parkeerterrein op het Fonteinland, c. "kel-
derdek", dat parkeren in twee lagen toelaat, op het Oldehoofsterkerkhofd. par
keerterrein ter plaatse van het voormalige St. Josefcomplex aan de Amelands
straat en e. parkeerdek in het gebied Klanderijbuurt. Wij zijn van mening, dat
het voorkeursmodel de beste oplossing biedt voor de vervanging van de thans aan
wezige parkeercapaciteit op de Oude Veemarkt. De conclusie van het rapport om te
kiezen voor het voorkeursmodel, onderschrijven wij dan ook. Hieraan liggen de
volgende overwegingen ten grondslag: 1. meest gewenste geografische verdeling
van de parkeervoorzieningen, 2. de mogelijkheid om de parkeerplaatsen die ver
vallen, volledig te compenseren en 3« de minst kostbare oplossing.