Nr. 9585
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gezien het verzoek om gemeentegarantie inzake richtige betaling van rente en
aflossing van een geldlening, groot 1.170.000,voor de financiering van de
verbouw van het pand Emmakade 64 tot 19 wooneenheden voor studenten door de
"Stichting Studentenhuisvesting Groningen" te Groningen;
overwegende, dat de stichtingskosten van de woningen worden geraamd op
1.169.806,--;
dat de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer bij beschikking van 11 december 1985, BPNE-00217 heeft verklaard
bereid te zijn voor de bouw van deze woningen geldelijke steun te verstrekken op
voet van de Beschikking geldelijke steun huurwoningen 1975;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 12 juni 1986
(bijlage nr. 224);
gelet op de artikelen 60, 65 en 67 van de Woningwet, artikel 16 van het
Besluit geldelijke steun volkshuisvesting en op artikel 3 van de Beschikking
deelneming van het Rijk in garanties van de gemeente voor de bouw van woningen
en woongebouwen door toegelaten instellingen en andere rechtspersonen, die geen
winst beogen;
BESLUIT:
I. overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen, vervat in de Beschikking
deelneming van het Rijk in garanties van de gemeente, voor de bouw van
woningen en woongebouwen door toegelaten instellingen en andere rechtsper
sonen, die geen winst beogen, rente en aflossing te garanderen van de aan
de "Stichting Studentenhuisvesting Groningen" te Groningen door Nieuw Rot
terdam Leven N.V. te Rotterdam te verstrekken geldlening, groot
1.170.000,rente 72? koers 100?, bemiddelingsprovisie 1/8?, ten
behoeve van de financiering van 19 wooneenheden in het pand Emmakade 64 te
Leeuwarden, waarvan de stichtingskosten 1.169.806,zullen bedragen,
zulks overeenkomstig de ontwerp-overeenkomst ter zake;
II. met de "Stichting Studentenhuisvesting Groningen" een overeenkomst aan te
gaan, inhoudende dat deze stichting zich verbindt om onmiddellijk nadat de
onder I. bedoelde overeenkomst tussen geldgeefster en geldneemster tot stand
is gekomen aan de gemeente tot meerdere zekerheid van hetgeen zij uit
hoofde van de onder I. bedoelde garantie van voornoemde stichting te vor
deren heeft een eerste hypotheek te verstrekken op grond en opstal waarop
en waarin de wooneenheden worden gerealiseerd, zulks onder de in artikel 4,
derde lid, onder b, 2e tot en met 5e, van de onder I. genoemde beschikking
omschreven bepalingen;