\A 1 1 e Sua-aii* Hv1'1'' - 2 - 3» Reactie van Burgemeester en Wethouders. Bij brief van 26 maart 1986 hebben Burgemeester en Wethouders op het beroep schrift gereageerd. De reactie komt, samengevat, op het volgende neer: I. Er zijn in het verleden gesprekken gevoerd met de heer Rurenga over de uitbreiding. Bij brief van 21 november 1980 is hiervoor een toezegging gedaan, doch sloop van de panden Joh. Semsstraat 10, 12, 14 t.b.v. een uitgang is niet aan de orde geweest. De Minister van V.R.O.M. had zijn goedkeuring aan diverse planonder delen onthouden, zodat de Raad het stadsvernieuwingsplan moest wijzi gen. Hierdoor werden ook de plannen van de heer Rurenga doorkruist. Het bestemmingsplan Molenpad handhaaft de woonbestemming van de pan den Joh. Semsstraat 2 t/m 14. Hiertegen heeft de heer Rurenga geen bezwaren ingediend. De sloopvergunning is hierom en mede o.g.v. een negatief welstands advies (ontstaan van gat in de gevelwand) geweigerd. De gemeente heeft de heer Rurenga aangeboden de panden te kopen. De onderhandelingen zijn momenteel gaande. Op grond van het voorgaande heeft de gemeente niet gehandeld in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur. Ondanks de deplorabele staat van de panden is renovatie mogelijk en rendabel, gelet op de uitgekeerde brandverzekeringspenningen en op de subsidiemogelijkheden. De bedoeling van de heer Rurenga om de panden niet te verhuren, doet in het kader van de aanschrijving Woningwet niet ter zake. Nagegaan zou kunnen worden of de leegstandswet zou kunnen worden toegepast. Alleen al vanwege het slechte aanzicht van de panden heeft renovatie zin. Geadviseerd wordt het beroepschrift ongegrond verklaren. 4. Terinzagelegging van de stukken en hoorzitting. De op de zaak betrekking hebbende stukken hebben van 1 t/m 7 april 1986 ter secretarie ter inzage gelegen. Appellant en de vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten tijdens een hoorzitting van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften op donderdag 17 april 1986 om 16.30 uur in het Stadhuis. Aan de reeds schriftelijk ingenomen standpunten werden geen nieuwe elementen toegevoegd. 5. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en be- zwaarschriften II III. - De commissie constateert, dat in de door Burgemeester en Wethouders gedane aanschrijving een formeel gebrek schuilt. Ingevolge artikel 25, eerste lid, onder b, van de Woningwet dient in de aanschrijving te worden opgenomen welke voorzieningen door de aangeschrevene dienen te worden getroffen. Deze bepaling is naar de mening 'van de commissie dwingend. - 3 - De aanschrijving is in strijd met de Woningwet nu de voorzieningen niet in de aanschrijving zijn aangegeven. De commissie constateert voorts, dat de staat van de panden dusdanig slecht en deplorabel is, dat van woningen niet of nauwelijks meer kan worden gesproken. Het is, mede op grond van de juris prudentie, vereist, dat de aan te schrijven panden weer in bewoonbare staat moeten kunnen worden teruggebracht. Gelet op de feitelijke situatie kan ge rust worden gesteld, dat dat in genen dele meer mogelijk is. Van lonendheid, zelfs gezien in het licht van de huidige subsidiemogelijkheden, kan dus niet worden gesproken. In feite zou complete nieuwbouw noodzakelijk zijn.. Op dit onderdeel moet, naar het oordeel van de commissie, het beroepschrift gegrond worden verklaard. Het weigeren van de sloopvergunning is gebaseerd op hoofdstuk V van de Bouw verordening. De aldaar genoemde bepalingen zijn zeer stringent en laten voor het onderhavige geval geen mogelijkheid open voor het verlenen van een sloopvergunning. Hoewel de commissie enige twijfel heeft aan de "welstand" van de huidige gevelwand, moet toch daaraan de voorkeur worden gegeven boven het door sloop laten ontstaan van een verbrokkelde gevelwand. De sloopver gunning is dus terecht geweigerd. Op dit onderdeel moet, naar het oordeel van de commissie, het beroepschrift ongegrond worden verklaard. De commissie adviseert de Raad derhalve: - het beroepschrift gegrond te verklaren voor zover het de aanschrijving ingevolge de Woningwet betreft; - het beroepschrift ongegrond te verklaren voor zover het de weigering van de sloopvergunning betreft; en te besluiten conform bijgevoegd ontwerp-besluit Wnd. voorzitter, Secretaris, mr. C.O. Rommerts, mr. A.D. van Dijk.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1986 | | pagina 460